05 Eindejaarstoelage

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.30-00.00

Bijwerking: 17/02/2022
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2021

Bedrag 2021:

  • forfaitair gedeelte:  366,35 EUR;
  • variabel gedeelte : 2,5 % van het geïndexeerd brutojaarloon van de werknemer.

Toekenningsmodaliteiten: 

  • werkelijke of gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode of volledig loon;
  • iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode geeft recht op 1/9e van de toegekende eindejaarspremie.

Referentieperiode: van 01/01 t.e.m. 30/09  van het betrokken jaar.

Betaling: in de loop van de maand december of in de maand waarin dat de werknemer uit dienst treedt

Prorata en gelijkstellingen:  ja

Uitsluitingen:

  • om dringende reden ontslagen werknemers;
  • tijdens de proefperiode ontslagen werknemers;
  • studenten;
  • vervangers, voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarpremie ontvangt;
  • werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de premie;
  • werknemers die reeds een dergelijke eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze premie.

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten werd op 25 september 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de eindejaarstoelage (nr. 64177/CO/305).

Zij werd gewijzigd door:

  • de cao op 16 oktober 2003 (nr. 69016/CO/305), het artikel 9  werd gewijzigd;
  • de cao op 23 maart 2007 (nr. 83636/CO/305), het artikel 6  werd gewijzigd;
  • de cao op 12 oktober 2020 (nr. 162311/CO/330), het artikel 5 werd gewijzigd.

1. Toepassingsgebied

Werkgevers en werknemers van de thuisverpleging.

2. Bedrag

Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte, verhoogd met een veranderlijk gedeelte.

Het forfaitair gedeelte wordt vanaf 2003 berekend bij toepassing van artikel 5, §2, punt 1, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 december 1987.  Derhalve wordt het bedrag van het forfaitair gedeelte van het in aanmerking genomen jaar bekomen door het forfaitair gedeelte, toegekend tijdens het vorig jaar, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.  Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het vorig jaar.  Het percentage wordt berekend tot op 4 decimalen.

Het veranderlijk gedeelte bedraagt 2,5 % van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer(1)

(1)  De uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremiek brutoloon, aan de betrokkene verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, desgevallend met inbegrip van de haard- en standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.

3. Modaliteiten

Het volledig bedrag van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand(2) tijdens de referentieperiode geeft recht op 1/9e  van de toegekende toelage.

(2) iedere verbintenis welke is aangegaan voor de zestiende dag van de lopende maand

4. Referteperiode

De referentieperiode is de periode, gaande van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar.

Op ondernemingsniveau kunnen afwijkende regelingen, die bestaan bij de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en die betrekking hebben op de referentieperiode, in voege blijven.

5. Betalingsdatum

De eindejaarstoelage wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar of in de maand waarin dat de werknemer uit dienst treedt.

6. Gelijkstelling

De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze, bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.

Voor de berekening van de eindejaarstoelage voor het jaar 2020 worden de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door het coronavirus voor de werknemers die een erkenning van de tijdelijke werkloosheid genoten hebben in de periode van 1 februari 2020 tot en met 30 september 2020, eveneens als gelijkgestelde arbeidsprestaties beschouwd.

7. Pro rata

Als de werknemer de gehele toelage niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.

Het bedrag van de toelage voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.

8. Uitsluitingen

De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties, verricht in het raam van een studentencontract, of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarstoelage ontvangt.

De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de toelage van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op de toelage.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze, bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

9. Historische van geïndexeerd forfaitair gedeelte

  • 2005 : 280,81 EUR
  • 2006 : 286,15 EUR
  • 2007 : 291,27 EUR
  • 2008 : 305,25 EUR
  • 2009 : 303,48 EUR
  • 2010 : 311,22 EUR
  • 2011 : 320,81 EUR
  • 2012 : 328,80 EUR
  • 2013 :  331,86 EUR
  • 2014 : 332,19 EUR
  • 2015 :  333,62 EUR
  • 2016 : 337,32 EUR
  • 2017 :  343,19 EUR
  • 2018 :  349,78 EUR
  • 2019 : 353,80 EUR
  • 2020 :  357,48 EUR
  • 2021 : 366,35 EUR 

10. Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangesloten bij Groep S – Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de werknemers vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de werknemers toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.

11. Tekst van de CAO van 25/09/2002

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van:

  • de thuisverpleging.

Onder “werknemers” wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 1 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000.

Artikel 3

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst leggen de regels vast die op de in artikel 1 beoogde werknemers inzake eindejaarstoelage van toepassing zijn en dit voor het jaar 2003 en volgende jaren.

Artikel 4

Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte, verhoogd met een veranderlijk gedeelte.

1)    Het forfaitair gedeelte wordt vanaf 2003 berekend bij toepassing van artikel 5, §2, punt 1, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 december 1987.  Derhalve wordt het bedrag van het forfaitair gedeelte van het in aanmerking genomen jaar bekomen door het forfaitair gedeelte, toegekend tijdens het vorig jaar, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.  Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het vorig jaar.  Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen.

2)    Het veranderlijk gedeelte bedraagt 2,5 % van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer.  Onder geïndexeerd bruto jaarloon wordt verstaan: de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremiek brutoloon, aan de betrokkene verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, desgevallend met inbegrip van de haard- en standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.

Artikel 5

§1. Het volledig bedrag van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze, bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.

De referentieperiode is de periode, gaande van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar.  Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode geeft recht op een negende van de overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 toegekende toelage.

Op ondernemingsniveau kunnen afwijkende regelingen, die bestaan bij de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en die betrekking hebben op de referentieperiode, in voege blijven.

Onder maand wordt verstaan, iedere verbintenis welke is aangegaan voor de zestiende dag van de lopende maand.

§2. Als de werknemer de gehele toelage niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.

§3. Het bedrag van de toelage voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.

Artikel 6

De eindejaarstoelage wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar of in de maand waarin dat de werknemer uit dienst treedt.

Artikel 7

§1. De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties, verricht in het raam van een studentencontract, of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarstoelage ontvangt.

§2. De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de toelage van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op de toelage.

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze, bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 9

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003.  Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.

Artikel 10

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief zullen toegekend worden aan de werknemers voor zover de regering in uitvoering van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000 de tenlasteneming van de kost ervan verzekert vanaf de inwerkingtreding ervan.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/10/2020
Registratienr
162311
Geldig van
01/03/2020
Geldig tot
31/12/2020
Neerleggingsdatum
24/11/2020
Registratiedatum
10/12/2020
Reikwijdte
Diensten voor thuisverpleging
Onderwerp
Eindejaarstoelage
BS Bericht van neerlegging
23/12/2020
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/04/2021
Gepubliceerd in het B.St. van
14/05/2021
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Datum CAO
10/09/2007
Registratienr
85666
Geldig van
08/06/2007
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
11/10/2007
Registratiedatum
08/11/2007
Onderwerp
herneming van al de collectieve arbeidsovereenkomsten die nog geldig zijn op 08/06/2007
BS Bericht van neerlegging
20/11/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
30/07/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
03/09/2008
Keywords
BIJZONDERE CAO BIJ WIJZIGING RESSORT PC

Datum CAO
23/03/2007
Registratienr
83636
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
20/06/2007
Registratiedatum
06/07/2007
Onderwerp
wijziging van de CAO van 25 september 2002 inzake de eindejaarstoelage (64.177/CO/305)
BS Bericht van neerlegging
20/07/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
10/02/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
27/02/2008
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Historiek
01/01/2022 31/12/2050 05 Eindejaarspremie
01/01/2007 31/12/2021 05 Eindejaarstoelage
01/01/2003 31/12/2006 05 Eindejaarstoelage