0501 Eindejaarstoelage - Federale

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.20-00.00

Bijwerking: 15/01/2024
Geldig vanaf: 01/01/2007

Bedrag 2023:

  • forfaitair gedeelte: 416,49 EUR.
  • variabel gedeelte: 2,5% van het geïndexeerd brutojaarloon van de WN.

Betaling door: werkgever.

Betalingsdatum: in de loop van de maand december of in de maand waarin dat de werknemer uit dienst treedt.

Toekenningsmodaliteiten: volledig bedrag toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

Referentieperiode: 01/01 tot en met 30/09 van het betrokken jaar.

Prorata en gelijkstellingen:  ja.

Uitsluitingen:

  • Om dringende reden ontslagen WN;
  • WN ontslagen tijdens proefperiode;
  • Studentenarbeid;
  • Vervangers voor het gedeelte waarvoor de vervangen WN de EP ontvangt;
  • WN die zich in proeftijd bevindt op het ogenblik van de betaling van de toelage;
  • WN die reeds een EP geniet die tenminste gelijkwaardig is.

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten  werd op 25 september 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de eindejaarstoelage (nr. 64174/CO/305).

Zij werd gewijzigd door:

  • een CAO van 16/10/2019 (nr. 69017/CO/305), cfr. artikel 9 van de CAO van 25/09/2002;
  • een CAO van 12/02/2007 (nr. 83644/CO/305), cfr. artikel 6 van de CAO van 25/09/2002.

1. Toepassingsvoorwaarden

Het volledig bedrag van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties verricht in het raam van een studentencontract of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarstoelage ontvangt.

De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de toelage van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op de toelage.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze, bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

2. Wie betaalt de eindejaarspremie?

De werkgever.

3. Betalingsdatum

De eindejaarstoelage wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar of in de maand waarin dat de werknemer uit dienst treedt.

4. Bedrag

Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte verhoogd met een veranderlijk gedeelte.

  • het forfaitair gedeelte wordt vanaf 2003 berekend bij toepassing van artikel 5, §2, punt 1, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 december 1987.  Derhalve wordt het bedrag van het forfaitair gedeelte van het in aanmerking genomen jaar bekomen door het forfaitair gedeelte toegekend tijdens het vorig jaar te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het vorig jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen;
  • het veranderlijk gedeelte bedraagt 2,5 %  van het geïndexeerd brutojaarloon van de werknemer.  Onder geïndexeerd brutojaarloon wordt verstaan : de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremiek brutoloon aan de betrokkene verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, desgevallend met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.

5. Referteperiode

De referentieperiode is de periode gaande van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar. Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand(1) tijdens de referentieperiode geeft recht op 1/9de  toegekende toelage.

De ondernemingsniveau kunnen afwijkende regelingen, die bestaan bij de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en die betrekking hebben op de referentieperiode, in voege blijven.

(1) Iedere verbintenis welke is aangegaan vóór de zestiende dag van de lopende maand.

6. Pro rata

Als de werknemer de gehele toelage niet kan genieten in het kader van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.

Het bedrag van de toelage van de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.

7. Afwezigheden gelijkgesteld met prestaties

De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.

8. Bijzondere opmerkingen

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief aan de werknemers zullen toegekend worden voor zover de koninklijke en ministeriële besluiten die de financiering ervan verzekeren, zoals deze door de Regering voorzien werden, effectief op 1 oktober 2002 in werking treden, hierbij invoerend:

1. Voor het personeel dat niet in het kader van de RIZIV forfaits gefinancierd wordt, een jaarlijkse financiering per VTE personeelslid ten bedrage van:

  • Vanaf 1 oktober 2002:

    • 2.383,56 EUR voor een verpleegkundige A1;
    • 2.176,58 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA;
    • 5.029,75 EUR voor een verzorgend personeelslid;
    • 733,87 EUR voor een paramedisch personeelslid;
    • 3.166,64 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid.
  • Vanaf 1 oktober 2003:
    • 3.659,69 EUR voor een verpleegkundige A1;
    • 3.366,46 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA;
    • 6.058,40 EUR voor een verzorgend personeelslid;
    • 1.972,50 EUR voor een paramedisch personeelslid;
    • 4.124,02 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid.
  • Vanaf 1 oktober 2004:
    • 3.711,54 EUR voor een verpleegkundige A1;
    • 3.496,09 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA;
    • 6.588,42 EUR voor een verzorgend personeelslid;
    • 2.128,05 EUR voor een paramedisch personeelslid;
    • 7.550,84 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid.

Waarbij het geheel van voornoemde bedragen gekoppeld wordt aan het spilindexcijfer (...), aangepast overeenkomstig de modaliteiten van het stelsel van indexering aan de consumptieprijzen en onderworpen aan een globale budgettaire enveloppe berekend op basis van het in de sector effectieve tewerkstellingsvolume van het jaar 2001.

2. Voor het personeel gefinancierd binnen het kader van de RIZIV forfaits, een jaarlijkse financiering per VTE gelijk aan het bedrag overeenstemmend met voornoemde bedragen (rekening houdend met de lasten die reeds door de forfaits gedekt worden), vermeerderd met een bedrag overeenstemmend met de 1 % baremieke verhoging toegekend op 1 oktober 2001 overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000 betreffende de optrekking met 1 % van de lonen van sommige werknemers.  Aangezien deze bedragen toegevoegd worden aan de geactualiseerde waarde van de RIZIV forfaits van toepassing op 30 september 2000 zoals gewijzigd overeenkomstig de tussen 30 september 2000 en 1 oktober 2002 aangepaste omkaderingsnormen, wordt de waarde van de forfaits (...) op 1 oktober 2002 op volgende bedragen vastgelegd:

  • Voor de rustoorden:

    • forfait O: 1,18 EUR;
    • forfait A: 7,99 EUR;
    • forfait B: 24,16 EUR;
    • forfait C: 34,58 EUR;
    • forfait C+: 36,38 EUR;
  • Voor de rust- en verzorgingsinstellingen:
    • forfait B4: 38,66 EUR;
    • forfait B5: 43,25 EUR;
    • forfait C: 48,79 EUR;
    • forfait Cd: 50,49 EUR.
  • Voor de dagverzorgingscentra:
    • forfait: 23,57 EUR.

9. Historische van bedragen

  • 2005 : 280,81 EUR ;
  • 2006 : 286,15 EUR ;
  • 2007 : 291,27 EUR ;
  • 2008 : 305,25 EUR ;
  • 2009 : 303,48 EUR ;
  • 2010 : 311,22 EUR ;
  • 2011 : 320,81 EUR ;
  • 2012 : 328,80 EUR ;
  • 2013 : 331,86 EUR ;
  • 2014 : 332,19 EUR ;
  • 2015 : 333,62 EUR ;
  • 2016 : 337,32 EUR ;
  • 2017 : 343,19 EUR ;
  • 2018 : 349,78 EUR ;
  • 2019 : 353,80 EUR ;
  • 2020 : 357,48 EUR ;
  • 2021 : 366,35 EUR;
  • 2022: 40511 EUR;
  • 2023: 416,49 EUR

10. Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de aangeslotenen van Groep S - Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de werknemers vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de werknemers toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/02/2007
Registratienr
83644
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
20/06/2007
Registratiedatum
06/07/2007
Onderwerp
wijziging van de CAO van 25 september 2002 inzake de eindejaarstoelage
BS Bericht van neerlegging
20/07/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
10/02/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
27/02/2008
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Datum CAO
16/10/2003
Registratienr
69017
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
18/11/2003
Registratiedatum
12/12/2003
Onderwerp
eindejaarspremie
BS Bericht van neerlegging
29/12/2003
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
27/04/2004
Gepubliceerd in het B.St. van
16/06/2004
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Datum CAO
25/09/2002
Registratienr
64174
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
03/10/2002
Registratiedatum
10/10/2002
Onderwerp
eindejaarspremie
BS Bericht van neerlegging
29/10/2002
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/10/2002
Gepubliceerd in het B.St. van
05/11/2002
Keywords
EINDEJAARSPREMIE
Historiek
01/01/2007 31/12/2050 0501 Eindejaarstoelage - Federale
01/01/2003 31/12/2006 0501 05 Eindejaarstoelage