5202 Bijdragen voor het sectorale reservefonds

Paritair (sub-)Comité nr.:
323.00.00-00.00

Bijwerking: 20/11/2009
Geldig vanaf: 01/07/2009
Geldig tot: 30/06/2009

In het Paritair Comité voor het  beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden werd op 29 april 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vaststelling van de forfaitaire bijdrage ter financiering van het sectorale reservefonds bestemd voor het sectorale reservefonds bestemd voor het sectorale reservefonds bestemd voor het sectorale pensioenplan georganiseerd door het waarborg- en sociaal fonds voor de vastgoedsector. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 14 september 2009 onder het nr. 94309/CO/323. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 30 september 2009.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Tekst CAO 29/04/2009

Hoofdstuk I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Onder "werknemers" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden, arbeiders en dienstboden aangegeven in de DMFA in de RSZ-categorieën 037, 112 en 113.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is evenwel niet van toepassing op:

a) de werknemers tewerkgesteld met een overeenkomst van studentenarbeid, aangegeven in de DMFA met werknemerscode 840 en 841

b) de werknemers aangegeven in de DMFA in de RSZ-categorieën 037, 112 en 113 met werknemerscode 035 en 439.

Hoofdstuk II - Doel en modaliteiten

Artikel 2

De bijdragen die voor het sectorale reservefonds worden geheven, zijn uitsluitend bedoeld voor het opstellen, organiseren en onderhouden van een sectoraal pensioenplan (tweede pensioenpijler) dat ten laatste op 1 april 2010 van kracht moet zijn.

Artikel 3

Conform artikel 6 van zijn statuten (CAO 6 november 2008) is het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector (hierna 'het Fonds genoemd) belast met het innen en beheren van de bijdragen voor het sectorale reservefonds.

Artikel 4

Voor de periode van 1 juli 2009 tot 31 maart 2010 bestaat het sectorale reservefonds uit een werkgeversbijdrage gelijk aan 20EUR per werknemer en per maand (naar verhouding voor deeltijdse werknemers).

Artikel 5

De hierboven bedoelde bijdragen worden geïnd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid en doorgestort aan het Fonds.

Hoofdstuk III - Concrete modaliteiten

Article 6

Het kwartaalbedrag van de forfaitaire patronale bijdrage wordt vastgesteld op 55,00 EUR waarvan 95% bestemd voor het te creëren Pensioenfonds en 5% voor de financiering van een solidariteitstoezegging, exclusief de bijdrage van 8,86% (= bijzondere bijdrage op de aanvullende pensioenen bestemd voor de RSZ).

Artikel 7

De verschuldigde bijdrage wordt voor het geheel van de tewerkstellingen, in de zin van artikel 2, 1° van het KB van 16 mei 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, waarvoor de werkgeverscategorie gelijk is aan 037, 112 of 113 en met uitzondering van de terwerkstellingen waarvoor de werknemerscode 035, 439, 840 of 841 is aangeduid, als volgt berekend:

Artikel 8

Voor tewerkstelling die uitsluitend in dagen wordt aangegeven:

FxX/(13xD)

waarbij:

° F = het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

° X = het aantal dagen aangegeven in de DMFA met de codes opgenomen in artikel 9 van deze CAO, maar met uitzondering van de codes 12, 30 en 73 en met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding.

° D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel

Het resultaat van deze berekening mag niet hoger zijn dan het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze overeenkomst. Indien het resultaat van de berekening toch hoger zou zijn, wordt de forfaitaire bijdrage beperkt tot het kwartaalbedrag.

Voor tewerkstellingen die in dagen en uren worden aangegeven:

FxZ/(13xU)

waarbij:

° F = het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

° Z = het aantal uren aangegeven in de DMFA met de codes opgenomen in artikel 9 van deze cao, maar met uitzondering van de codes 12,30 en 73 en met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding.

° U = het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon.

Het resultaat van deze berekening mag niet hoger zijn dan het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze overeenkomst. Indien het resultaat van de berekening toch hoger zou zijn, wordt de forfaitaire bijdrage beperkt tot het kwartaalbedrag.

Artikel 9

De aangegeven dagen/uren zijn alle dagen/uren waarvoor er een loon wordt betaald waarop RSZ-bijdragen verschuldigd zijn en die met code 1 aangegeven worden in de DMFA-aangifte.

De dagen en uren worden gelijkgesteld die als volgt in de DMFA worden aangegeven:

° de dagen wettelijke vakantie (code 2)

° de dagen bijkomende vakantie (code 3)

° de dagen educatief verlof (code 5)

° de dagen gewaarborgd loon 2de week (code 10)

° de feestdagen en vervangingsdagen tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid (code 10)

° de dagen fuctie rechter sociale zaken (code 10)

° de arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de cao 12bis / 13bis (code 11)

° de dagen vakantie krachtens een algemeen verbindend verklaarde cao (code 12)

° de dagen sociale promotie (code 13)

° de inhaalrust in het kader van arbeidsduurvermindering (code 20)

° de dagen staking/lock-out (code 21)

° de dagen syndicale opdracht (code 22)

° de carensdag (code 23)

° de dagen verlof om dwingende redenen zonder behoud van loon (code 24)

° burgerplichten zonder behoud van loon (code 25)

° de dagen van openbaar mandaat (code 25)

° de dagen van milieuverplichtingen (code 26)

De dagen en uren worden eveneens gelijkgesteld die in de DMFA worden aangegeven met de "indicatieve codes", namelijk:

° de dagen ziekte of ongeval van gemeen recht en profylactisch verlof (code 50)

° de dagen moederschapsbescherming (code 51)

° de dagen vaderschapsverlof of adoptieverlof (code 52)

° arbeidsongeval (code 60)

° beroepsziekte (code 61)

° economische werkloosheid (code 71)

° tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer (code 72)

° tijdelijke werkloosheid ondere dan de codes 71 en 72 (code 70)

° jeugdvakantiedagen en seniorvakantiedagen (code 73)

° voorziene maar niet geleverde prestaties van onthaalouders wegens de afwezigheid van kinderen om redenen buiten de wil van de onthaalouder (code 74)

° pleegzorg (code 75)

Hoofdstuk IV - Ontbinding, liquidatie

Artikel 10

In geval het sectorale pensioenplan wordt ingetrokken, wordt het sectorale reservefonds geheel noch gedeeltelijk aan de inrichter of aan de werkgevers teruggestort. Het wordt verdeeld tussen de personen die actief bij het pensioenplan zijn aangesloten, met uitzondering van renteniers, afhankelijk van de reserves op de individuele rekeningen.

Hoofdstuk V - Slotbepalingen

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2009 en wordt afgesloten voor onbepaalde duur.

Zij annuleert en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 2009 afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende de modaliteiten van het sectorale reservefonds bestemd voor het sectorale pensioenplan georganiseerd door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector.

Zij kan worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
29/04/2009
Registratienr
94309
Geldig van
01/07/2009
Geldig tot
01/07/2009
Neerleggingsdatum
26/06/2009
Registratiedatum
14/09/2009
Onderwerp
forfaitaire bijdrage ter financiering van het sectorale reservefonds bestemd voor het pensioenplan
BS Bericht van neerlegging
30/09/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, SOCIALE FONDSEN, ANDERE DAN FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/04/2014 31/12/2999 5202 Bijdragen voor het sectorale reservefonds - pensioenplan
01/01/2012 31/03/2014 5202 Bijdragen voor het sectorale reservefonds - pensioenplan
01/04/2010 31/12/2011 5202 Bijdragen voor het sectorale reservefonds - pensioenplan
01/07/2009 31/03/2010 5202 Bijdragen voor het sectorale reservefonds - pensioenplan
01/07/2009 30/06/2009 5202 Bijdragen voor het sectorale reservefonds
01/07/2009 30/06/2009 5202 Bijdragen voor het sectorale reservefonds