2202 2101 SWT 60 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
323.00.00-00.00

Bijwerking: 05/02/2015
Geldig vanaf: 01/01/2015
Geldig tot: 01/01/2015

Sinds 1 januari 2015 is de normale toegangsleeftijd voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vastgesteld op 62 jaar.

Het is toegelaten om een leeftijdsgrens lager dan 62 jaar te voorzien door het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten op niveau van de sector of van de onderneming. In dat geval mag de leeftijdsgrens niet lager zijn dan 60 jaar.

De volgende cumulatieve voorwaarden moeten vervuld zijn:

  • het ontslag heeft plaats tijdens de geldigheidsperiode van de collectieve arbeidsovereenkomst;
  • de collectieve arbeidsovereenkomst moet vóór 1 juli 2015 afgesloten en neergelegd zijn en uiterlijk op 1 januari 2015 in voege treden;
  • de collectieve arbeidsovereenkomst voorziet een minimumleeftijd van 60 jaar;
  • de leeftijd van 60 jaar moet uiterlijk bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst bereikt zijn;
  • de loopbaanvoorwaarde bereiken die bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van toepassing is (zie hierna).

 

Mannen

Vrouwen

 

Leeftijd

Loopbaan

Leeftijd

Loopbaan

2012-2013

58 jaar

38 jaar

58 jaar

35 jaar

2014

38 jaar

2015

60 jaar

40 jaar

60 jaar

31 jaar

2016

32 jaar

2017

33 jaar

In deze sector werd dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Voor de reglementering inzake stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag verwijzen wij u naar onze brochure.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Voor de toepassing van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst moet worden verstaan onder "werknemers" : de bedienden, de arbeiders en de conciërges, zowel mannen als vrouwen, zoals gedefinieerd in artikelen 3, 5 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, met uitsluiting van de dienstboden, zoals gedefinieerd in artikel 8 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 2

Om te kunnen genieten van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst dienen de werknemers te voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en met in het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het Generatiepact en dienen zij op het ogenblik waarop de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd, de leeftijd van 60 jaar te hebben bereikt.

Mannelijke werknemers moeten bovendien een beroepsverleden van 40 jaar kunnen aantonen. Vrouwelijke werknemers moeten volgend beroepsverleden kunnen aantonen:

  • in 2015: 31 jaar;
  • in 2016: 32 jaar;
  • in 2017: 33 jaar.

Artikel 3

De aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto refertemaandloon en de werkloosheidsuitkering en wordt berekend en aangepast overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de N.A.R.

Artikel 4

§1. Sinds 1 januari 2005, is die vergoeding ten laste van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector". De aanvullende vergoeding wordt berekend volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

De praktische modaliteiten worden bepaald door de raad van beheer van het fonds.

§2. Om de lasten van de eventueel toe te kennen werkloosheden met bedrijfstoeslag te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist de verantwoordelijkheid te geven aan het fonds, om deze werkloosheden met bedrijfstoeslag toe te kennen of te weigeren en de betaling hiervan te waarborgen tot op de leeftijd waarop de werkloze met bedrijfstoeslag met pensioen gaat.

Artikel 5

De werknemer die geniet van tijdskrediet, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Ingeval de werknemer de bepalingen van alinea één van dit artikel kan genieten, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn arbeidsprestaties niet heeft verminderd.

Het brutoloon dat de werknemer voor zijn prestaties ontvangt wordt dus vermenigvuldigd met twee indien hij de voorkeur had gegeven aan een vermindering van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, en met 5/4 indien hij de voorkeur had gegeven aan een loopbaanvermindering van 1/5.

Artikel 6

De werklozen met bedrijfstoeslag dienen vervangen te worden overeenkomstig hoofdstuk V van bovenvermeld koninklijk besluit van 3 mei 2007.

De sancties die voortvloeien uit het niet eerbiedigen door de werkgevers van de wettelijke verplichtingen inzake brugpensioen, vallen geheel ten laste van de individuele werkgevers.

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2017.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
28/11/2014
Registratienr
124988
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
31/12/2017
Neerleggingsdatum
04/12/2014
Registratiedatum
23/01/2015
Onderwerp
werkloosheid met bedrijfstoeslag 60 jaar
BS Bericht van neerlegging
02/02/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/08/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
08/10/2015
Keywords
STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT)

Historiek
01/01/2015 31/12/2017 2202 Historiek SWT 60 jaar – Kliksysteem
01/01/2015 01/01/2015 2202 2101 SWT 60 jaar