05 Eindejaarstoelage - GGC
Paritair (sub-)Comité nr.:
319.00.00-00.00
Bijwerking: 15/12/2023
Geldig vanaf: 01/01/2001
Bedragen 2023:
- 1ste vast geïndexeerd gedeelte: 255,31 EUR;
- 2de vast geïndexeerd gedeelte: 454,02 EUR;
- variabele gedeelte: 2,5 % van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer;
- bruto jaarlijkse premie: 329,61 EUR;
- eenmalige premie: 1415,52 EUR.
Opgelet
De GGC indexeert de forfaitaire bedragen op een andere manier (andere basis van index, coëfficiënt…). Hun cijfers voor 2023 zijn de volgende:
- eerste vast geïndexeerd gedeelte: 453,77 EUR;
- tweede vast geïndexeerd gedeelte: 259,6 EUR.
Toekenningsvoorwaarden: volledige bedrag toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.
Referentieperiode: periode gaande van 01/01 tot 30/09 inclusief van het betrokken jaar.
Betalingsdatum: in éénmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar.
Pro rata en/of gelijkstellingen: ja.
Uitsluitingen:
- om dringende reden ontslagen werknemers;
- arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt;
- studentencontract;
- vervangingscontract indien de vervangen werknemer de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk ontvangt;
- werknemers in een proefperiode op het ogenblik van de betaling van de toelage van het in aanmerking genomen jaar;
- werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die ten minste gelijkwaardig is aan deze bedongen in deze cao.
In het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten werd op 17 december 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage (nr. 61936/CO/319). Zij werd gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst houdende toekenning van een eindejaarstoelage gesloten op 17 december 2019 (nr. 156938/CO/319- zie artikels 4 en 10).
1. Bedragen
Deze premie (2023) bestaat uit 3 delen:
- 1ste vast geïndexeerd gedeelte: 251,33 EUR;
- 2de vast geïndexeerd gedeelte: 454,02 EUR;
- variabele gedeelte: 2,5% van het geïndexeerd bruto jaarloon(1) van de werknemer.
+ Aanvulling : 329,61 EUR
+ Aanvulling "Premie 2023" : 1415,52 EUR.
OPGELET:
De GGC indexeert de forfaitaire bedragen op een andere manier (andere basis van index, coëfficiënt…). Hun cijfers voor 2018 zijn de volgende:
- eerste vast geïndexeerd gedeelte: 453,77 EUR;
- tweede vast geïndexeerd gedeelte: 259,6 EUR.
(1) de uitkomst van de vermenigvuldiging met 12 van het geïndexeerd baremiek brutoloon aan de betrokkene verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, desgevallend met inbegrip
van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.
2. Toekenningsvoorwaarden
Het volledige bedrag van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode
3. Referteperiode
De referentieperiode is de periode gaande van 1 januari tot 30 september inclusief van het betrokken jaar.
Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand(1) tijdens de referentieperiode geeft recht op 1/9de van de toegekende toelage.
(1) Iedere verbintenis welke is aangegaan voor de zestiende dag van de lopende maand.
4. Betalingsdatum
De eindejaarstoelage wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar.
5. Pro rata
Als de werknemer de gehele toelage niet kan genieten in het kader van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties
Het bedrag van de toelage voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.
6. Gelijkstelling
De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze bedoeld in de artikelen en 41 van het Koninklijk Besluit van 30 maart tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.
7. Uitsluiting
De eindejaarstoelage is niet verschuldigd:
- aan om dringende reden ontslagen werknemers;
- voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt;
- voor arbeidsprestaties verricht in het kader van een studentencontract;
- voor arbeidsprestaties verricht in het kader van een vervangingscontract indien de vervangen werknemer de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk ontvangt;
- de werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de toelage van het in aanmerking genomen jaar.
8. Historiek van bedragen
8.1. Vast geïndexeerd gedeelte
1ste VAST GEÏNDEXEERD GEDEELTE | 2de VAST GEÏNDEXEERD GEDEELTE | |
2001 | 161.40 EUR | 287.09 EUR |
2002 | 163.19 EUR | 290.28 EUR |
2003 | 165,74 EUR | 294.80 EUR |
2004 | 169.20 EUR | 300.96 EUR |
2005 | 172.11 EUR | 306.14 EUR |
2006 | 175.38 EUR | 311.96 EUR |
2007 | 178.52 EUR | 317.54 EUR |
2008 | 187.09 EUR | 332.79 EUR |
2009 | 186.00 EUR | 330.86 EUR |
2010 | 190.74 EUR | 339.29 EUR |
2011 | 196,62 EUR | 349,76 EUR |
2012 | 201,51 EUR | 358,46 EUR |
2013 | 203,40 EUR | 361,81 EUR |
2014 | 203,60 EUR | 362,17 EUR |
2015 | 204,47 EUR | 363,72 EUR |
2016 | 206,75 EUR | 367,77 EUR |
2017 | 210,35 EUR | 374,17 EUR |
2018 | 214,39 EUR | 381,36 EUR |
2019 | 216,86 EUR | 385,73 EUR |
2020 | 219,12 EUR | 389,74 EUR |
2021 | 224,57 EUR | 399,39 EUR |
2022 | 248,33 EUR | 441,63 EUR |
2023 | 255,31 EUR | 454,02 EUR |
8.2. Aanvulling
- 2023: 329,61 EUR;
- 2022: 320,58 EUR;
- 2021: 289,91 EUR;
- 2020: 282,91 EUR;
- 2019: 280 EUR.
8.3. Eenmalige premie
- 2023: 1415,52 EUR;
- 2022: 1179,42 EUR;
- 2021: 510,09 EUR.
8.4. Bedrag berekend door GGC
- Geïndexeerd gedeelte:
- 2023: 453,77 EUR;
- 2022: 441,38 EUR;
- 2021: 420,60 EUR;
- 2019: 400,80 EUR;
- 2018: 398,89 EUR.
- Bruto jaarlijkse premie:
- 2023: 259,6 EUR;
- 2022: 249,51 EUR;
- 2021: 230,51 EUR;
- 2019: 221,56 EUR;
- 2018: 221,56 EUR.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
17/12/2001 |
Registratienr
61936 |
Geldig van
- |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
03/01/2002 |
Registratiedatum
04/04/2002 |
||
Onderwerp
eindejaarspremie |
|||
BS Bericht van neerlegging
25/04/2002 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
24/10/2006 |
Gepubliceerd in het B.St. van
15/12/2006 |
||
Keywords
EINDEJAARSPREMIE |
Datum CAO
17/12/2019 |
Registratienr
156938 |
Geldig van
01/12/2019 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
23/12/2019 |
Registratiedatum
06/02/2020 |
||
Reikwijdte
Opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten die erkend en/of gesubsidieerd worden door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
|||
Onderwerp
Eindejaarstoelage. |
|||
BS Bericht van neerlegging
17/02/2020 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
20/12/2020 |
Gepubliceerd in het B.St. van
04/02/2021 |
||
Keywords
EINDEJAARSPREMIE |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2001 | 31/12/2050 | 05 Eindejaarstoelage - GGC |