2301 Syndicale afvaardiging: arbeiders

Paritair (sub-)Comité nr.:
317.00.00-00.00

Bijwerking: 29/04/2003
Geldig vanaf: 01/06/1999
Geldig tot: 31/05/2001

In het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten werd op 26 oktober 1999 een collectieve arbeids­over­een­komst gesloten betreffende het statuut van de vak­bonds­afvaardiging van de arbeiders. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 28 januari 2000 onder het nr. 53756/CO/317. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 16 februari 2000.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO. De tussentitels werden door ons aangebracht.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werk­gevers en arbeiders van de ondernemingen waar gemiddeld ten minste 5 arbeiders zijn tewerkgesteld en welke onder het Paritair Comité voor de bewakings­diensten ressorteren.

Onder het begrip arbeiders worden zowel de arbeiders als arbeidsters begrepen.

Rekening houdend met de verscheidenheid van de feitelijke toestanden welke kun­nen worden aangetroffen, moet in elk geval worden beoordeeld hoe er wegens de eigenlijke structuren aanleiding toe bestaat in een vak­bonds­afvaardiging te voor­zien, waarin representatieve leden van de verschillende structuren van de onder­ne­ming zijn gegroepeerd.

HOOFDSTUK II - Vaststelling van de syndicale afvaardiging

Artikel 2

In elke onderneming mag, volgens de hierna vermelde richtlijnen, een syndicale afvaardiging ingericht worden bij elke technische exploitatieëenheid overeenkomstig artikelen 19 en 21 van de wet van 20 september 1948 houdende de organisatie van het bedrijfsleven (Belgisch Staatsblad van 27-28 september 1948).

De syndicale afvaardiging is samengesteld uit effectieve en plaatsvervangende leden.

Het aantal syndicale afgevaardigden wordt vastgesteld als volgt:

Effectieve leden:

·       van 5 tot 50 arbeiders:                            2 afgevaardigden

·       van 51 tot 125 arbeiders:                      4 afgevaardigden

·       van 126 tot 250 arbeiders:                    6 afgevaardigden

·       van 251 tot 375 arbeiders:                   8 afgevaardigden

·       van 376 tot 500 arbeiders:                 10 afgevaardigden

·       van 501 tot 625 arbeiders:                 12 afgevaardigden

·       van 626 tot 750 arbeiders:                 14 afgevaardigden

·       van 751 tot 875 arbeiders:                 16 afgevaardigden

·       van 876 tot 1.000 arbeiders:            18 afgevaardigden

·       1.001 en meer arbeiders:                  20 afgevaardigden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Plaatsvervangende leden:

Er zijn evenveel plaatsvervangende als effectieve leden. De betrokken syndicale organisaties kiezen hun plaats­­ver­vangende afgevaardigden in eerste instantie on­der hun reeds beschermde arbeiders. Niettemin kan elke syndicale organisatie drie andere nog niet beschermde kandidaten voorstellen per technische exploitatie-eenheid.

Omtrent de bovenvermelde grenzen en cijfers kan een gunstiger akkoord in de ondernemingen gesloten worden.

Bij ontstentenis van een akkoord worden de betwiste gevallen aan het bevoegde paritair comité door de meest gerede partij ter verzoening voorgelegd.

De partijen verbinden zich ertoe, tijdens de verzoening, naar de meest geschikte maatregelen te zoeken om de bij­zondere toestanden in de onderneming op te los­sen.

HOOFDSTUK III - Voordragen van de kandidaten

Artikel 3

De syndicale afvaardigingen worden opgericht op initiatief van de vakcentrales aangesloten bij één van de in de Nationale Arbeidsraad vertegen­woor­digde syndicale organisaties.

Rekening houdend met hun vertegenwoordiging in de onderneming, zullen deze syndicale organisaties het onder­ling eens zijn om op beroepsvlak degelijke en be­kwame kandidaten voor te stellen die over de nodige autoriteit beschikken om hun taken in de beste voorwaarden te volbrengen. Men bedoelt met vertegen­woor­di­ging het aantal effectieve leden. In geval van betwisting wordt de vertegenwoordi­ging door de voorzitter van het paritair comité gecontroleerd.

De kandidaten zullen bovendien een voldoende kennis bezitten van het specifieke karakter van de ondernemingen en van de sector.

Het voordragen van de kandidaten wordt ter kennis gebracht van het ondernemings­hoofd door elke representatieve vakbondsvereniging en dit per aangetekend schrij­ven aan de maatschappelijke zetel van de onderneming.

Het ondernemingshoofd bericht binnen de vijftien dagen ontvangst van de medede­ling van de voorgedragen namen. Behalve onder voorbehoud, betekent dit bericht van ontvangst de officiële erkenning van de voorgedragen vakbondsafgevaardigden.

Indien het ondernemingshoofd wegens ernstige redenen, tegen één of andere aanwijzing bezwaar heeft, wordt de procedure als volgt vastgesteld:

-        het ondernemingshoofd stelt binnen de bovenvermelde termijn van vijftien da­gen de betrokken vak­vereni­ging in kennis van zijn bezwaren;

-        bij ontstentenis van een akkoord, wordt de zaak door de meest gerede partij aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten voorgelegd dat na de partijen te hebben gehoord, eventueel bij­ge­staan door hun raadgever, zijn advies zal verlenen;

-        binnen de veertien dagen na het advies van het verzoeningsbureau, behoort het de betrokken vakvereniging toe het ondernemingshoofd schriftelijk te berich­ten van haar eventuele beslissing om de aanwijzing van de betrokken kandidaat te handhaven;

-        het ondernemingshoofd mag in laatste instantie een beroep doen op de arbeids­rechtbank om de annulering van de aanwijzing van de betrokken afgevaardigde te bekomen.

Artikel 4

Om de functie van vakbondsafgevaardigde te kunnen vervullen, moeten de betrokkenen aan de volgende voorwaarden voldoen:

1.     ten minste 18 jaar oud zijn op het ogenblik van de aanduiding;

2.     ten minste sedert drie maanden in de onderneming zijn tewerkgesteld na de proefperiode. Voor de ondernemingen die minder dan twee jaar bestaan, is voormelde termijn van drie maanden niet van toepassing;

3.     aangewezen of voorgesteld zijn op initiatief van een vakcentrale aangesloten bij één van de in de Nationale Arbeids­raad vertegenwoordigde vakverenigin­gen­.

Artikel 5

Daar de mandaten van de afgevaardigden door de betrokken vakcentra­les werden toegekend, delen deze aan de werk­gever de eventuele wijzigingen in de aanwijzing van de afgevaardigde mee.

Het mandaat eindigt in geval van ontslag om een door de arbeidsrechtbank e­rkende dringende reden of wan­neer de voorwaarden waarin het bestaan van de vakbondsaf­vaardigingen wordt geregeld niet meer worden vervuld.

Wanneer de werf waar een syndicaal afgevaardigde gewoonlijk werkt, wordt overge­nomen door een andere werk­ge­ver, samen met het personeel waaronder die afgevaar­digde, zal voorwaarde 2 van artikel 4 van deze overeenkomst niet gesteld worden.

In dat geval zal de betrokken vakbondsorganisatie deze afgevaardigde mogen voor­stellen bij de nieuwe werkgever waardoor de beschikkingen van artikel 3 van deze overeenkomst in werking worden gesteld.

Nochtans, als de afgevaardigde niet wenst overgeplaatst te worden naar de werk­gever die de werf over­ge­no­men heeft, doet de uittredende werkgever zijn best om hem naar een andere werf of afdeling over te plaatsen.

Artikel 6

De erkende effectieve en plaatsvervangende vakbondsafgevaardigden, evenals de afgevaardigden voor wie de aan­vaardingsprocedure voorzien in artikel 3 van deze overeenkomst loopt, genieten de bescherming die bij de artikelen 18, 19 en 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5, gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeids­raad is voorzien ten gunste van de leden van de vakbondsaf­vaardiging (bericht van neerlegging, Belgisch Staatsblad van 1 juli 1971).

De afgevaardigde wiens mandaat door zijn organisatie of door de rechtbank wordt ingetrokken verliest de in dit artikel beoogde bescherming vanaf de dag van in­trekking of annulering van het mandaat.

De afgevaardigde die van zijn mandaat afziet, verliest de beoogde bescherming vanaf de datum van zijn afstand.

HOOFDSTUK IV - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Artikel 7

De syndicale delegatie is bevoegd voor alle arbeiders die afhangen van de betrokken technische exploitatieëenheid.

De bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging heeft betrekking op de volgende zaken:

a)    Het tornen aan de fundamentele beginselen van de nationale overeenkomst van 16-17 juni 1947 betreffende de algemene principes van het statuut der vak­bondsafvaardigingen en van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de vak­bonds­afvaar­di­gingen van het personeel van de ondernemingen.

b)    De toepassing van de sociale wetgeving, van de huishoudelijke reglementen van de onderneming en van de collec­tieve en individuele arbeidsovereenkom­sten.

c)    De toepassing van de loonbedragen en van de regels van de classificatie overeen­kom­stig de vigerende wettelijke of overeengekomen bepalingen op het perso­neel van de onderneming.

d)    De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger te worden ont­vangen naar aanleiding van ieder geschil of betwisting van collectieve aard, die in de onderneming voorkomt. Hetzelfde recht komt haar toe wanneer geschillen of betwistingen dreigen uit te bre­ken.

e)    Iedere individuele klacht wordt door de betrokken werknemer, desgewenst met bijstand van een syndicale afge­vaar­digde naar zijn keuze, langs de gewone hiërarchische weg voorgelegd.

Een syndicale afvaardiging heeft het recht te worden ontvangen naar aanlei­ding van alle geschillen of betwis­tingen van individuele aard die langs die weg niet kunnen worden opgelost.

Het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger zal deze syndicale afvaardi­ging zo spoedig mogelijk ontvangen en dit ten laatste binnen de acht dagen die volgen op het indienen van de aanvraag. In beide geval­len duidt elke syndicale organisatie vertegenwoordigd in de syndicale afvaardiging haar woordvoerders aan.

f)      In dringende gevallen wordt de syndicale afvaardiging binnen de drie werk­dagen ontvangen door het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger. De directie kan de syndicale afvaardiging samenroepen als zij dit nodig acht.

g)    Als een probleem betreffende de onderneming in haar geheel en dat betrekking heeft op één van de speci­fieke bevoegdheden van de syndicale afvaardigingen zoals bepaald in de hoger vernoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971 moet besproken worden, dan zal het een nationale vergadering van de syndicale afvaardigingen zo spoedig mogelijk bijeen roepen.

h)    De plaatsvervangende afgevaardigden treden slechts op als het effectieve lid afwezig is of verhinderd is om zijn mandaat uit te voeren om welke reden ook. Het effectieve lid informeert de hiërarchie over zijn afwezigheid en verwittigt een plaatsvervangend lid dat hem moet vervangen. Deze laatste verwittigt zo snel mogelijk ook zijn hiërarchie zodat de werkgever de dienst kan regelen die de plaatsvervanger had moeten doen.

i)     Bij ontstentenis van een ondernemingsraad en/of een comité voor preventie en bescherming op het werk neemt de syndicale afvaardiging de bevoegdheden, rechten en plichten van deze organen over en de syndicale afgevaardigden genieten dan ook de bescherming aan de leden van deze organen toe­ge­kend door het artikel 21, §§2 tot 8 van de wet van 20 september 1948 houdende de organisatie van het bedrijfs­leven.

Als één derde van de vakbondsafvaardiging er schriftelijk om vraagt, kunnen er buitengewone verga­de­ringen plaatsvinden. In dergelijk geval wordt de voorge­stelde agenda bij de uitnodiging gevoegd.

De buitengewone vergadering wordt gehouden binnen de vijftien dagen na indiening van het verzoek bij het onder­ne­mingshoofd.

HOOFDSTUK V - Normaal loon verschuldigd aan de afgevaardigde

Artikel 8

Voor de hieronder vermelde uren en binnen de voorziene grenzen, is de werkgever het normale loon verschuldigd aan de afgevaardigde.

De uren besteed aan erkende syndicale activiteiten moeten betrokken worden bij de berekening van de uren ter berekening van het gemiddelde maandinkomen, zoals bepaald in de van toepassing zijnde collectieve arbeidsover­­eenkomst.

Het gaat om:

a)    De tijd besteed aan op ondernemingsvlak besliste of toegelaten syndicale vergaderingen.

b)    De tijd besteed aan de verplaatsingen met het oog op het bijwonen van de ver­gaderingen op ondernemingsvlak van de syndicale afvaardiging op uitdruk­kelijke voorwaarde dat die verplaatsingen binnen de normale pres­ta­tie­-uren gebeuren.

De gebeurlijke reiskosten zijn in dit geval ten laste van de werkgever.

c)    De tijd besteed aan het uitvoeren van syndicale opdrachten en/of taken. In het geval dat de normale regels niet worden gerespecteerd zal er naar een oplossing gezocht worden met de verantwoordelijke regionale secre­ta­rissen.

d)    De tijd besteed aan syndicale vorming en aan syndicale vergaderingen vreemd aan de onderneming met een maxi­mum van acht dagen (van maximum 8 uur elk) per kalenderjaar en per effectief mandaat, conform de bepalingen van sectorale akkoorden betreffende de syndicale vorming. De toelating tot deelname aan dergelijke activiteiten moeten minstens tien dagen vooraf schriftelijk gevraagd worden. De deelname van de afgevaardigde aan de bedoelde vormingen en ver­gaderingen moet verrechtvaardigd worden aan de hand van een attest van de vakvereniging waarvan de betrokkene afhangt. De afge­vaar­dig­den kunnen, bin­nen de grenzen hierboven voorzien, deelnemen aan de sectoriele, intersectoriële, Europese of internationale vergaderingen en/of vormingen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 9

Afgevaardigden kunnen tijdens de vergaderingen met de directie voor­zien in artikel 8, a) worden aangewezen om binnen de maand de hun opgedragen taken te volbrengen.

De aldus aangewezen afgevaardigden zullen over de nodige tijd beschikken ten­ einde hun toe te laten die uit te oefe­nen. De nodige tijd zal bepaald worden in overleg met het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger.

In geval van problemen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden bij de klant zijn bezoeken door de syndicale afge­vaar­digden aan de betrokken werven toegela­ten na overleg met de plaatselijke vertegenwoordiger van de directie. In geval van weigering zal het geschil beslecht worden door het hogere hiërarchische niveau.

Deze verschillende prestaties worden vergoed op grond van wat de betrokkenen hadden verdiend als ze nor­maal hadden gewerkt.

De vergaderingen die plaatsvinden buiten het normale uurrooster worden vergoed aan het normale uurloon.

De werkgever neemt de eventuele verplaatsingskosten ten laste.

De werknemer stelt de syndicale afvaardiging een aangepast lokaal ter beschik­king.

Artikel 10

De syndicale afvaardiging moet over de nodige tijd en faciliteiten beschikken om het personeel degelijk te informeren over belangrijke gebeurtenis­sen en voorstellen van professionele of van syndicale aard. De wijze en het tij­dstip waarop die informatie moet verstrekt worden, moet overeen gekomen wor­den op het vlak van de onder­neming.

HOOFDSTUK VI - Regeling van een geschil

Artikel 11

Wanneer er niettegenstaande de bemiddeling van een vakbondsafvaar­diging geen akkoord kan worden bereikt om een geschil te beslechten, dan wordt het onderzoek van de betwiste punten verder gezet door een beroep te doen op de plaatselijke vertegenwoordigers van de betrokken werkgevers- en werknemersorga­nisaties welke deze overeenkomst hebben ondertekend.

Als het geschil niet kan worden beslecht, wordt het door de meest gerede partij ter kennis gebracht van de voorzitter van het paritair comité.

De voorzitter treft alle praktische maatregelen om de betrokken partijen tot verzoening te brengen, door ze eventueel op te roepen tot een vergadering van een beperkt comité van het paritair comité.

HOOFDSTUK VII - Slotbepalingen

Artikel 12

De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om het stipt naleven van deze collectieve arbeidsovereenkomst te waarborgen.

Artikel 13

De collec­tieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1993 geregistreerd onder het nummer 35297/CO/317, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging van de arbeiders, alge­meen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 juli 1995, wordt vervangen door de in deze collec­tieve arbeidsovereenkomst voorziene bepalingen.

Artikel 14

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 1999. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Iedere ondertekende partij heeft altijd de recht wijzigingen  in de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst voor te stellen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan slechts opgezegd worden mits een opzeg van drie maanden.

 

 Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, tot vaststelling het statuut van de vakbondsafvaardiging “arbeiders”.

 systeem van toezicht aangaande de representativiteit van de syndicale organisaties

Artikel 1

In toepassing van artikel 3 §2 van de organieke collectieve arbeidsovereenkomst zal de voorzitter van het paritair comité toezicht uitoefenen op de representativiteit door toepassing van de berekeningswijze welke wordt aangewend om het aantal afgevaardigden te bepalen in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk, te weten:

Berekeningswijze

Het aantal effectieve leden van elke betrokken syndicale organisatie wordt vermenigvuldigd met het totaal aantal te begeven mandaten.

Het aldus bekomen resultaat wordt gedeeld door het aantal aangeslotenen leden van elke betrokken syndicale organisatie.

In geval deze deling een resultaat oplevert na de komma zal het resterende syndicaal mandaat worden toegewezen aan de syndicale organisatie die het hoogste decimale cijfer na de komma heeft bekomen.

Bij gelijke uitkomst van decimalen na de komma, zal het resterend syndicaal mandaat worden toegewezen aan de syndicale organisatie die het meeste aangesloten leden heeft.

 

Artikel 2

Om deze berekening uit te voeren houdt men enkel rekening met het totaal aantal leden van de eventueel betrokken syndicale organisaties.

 

Artikel 3

De berekening gebeurt aan de hand van het aantal syndicale lidboekjes in regel met een effectief lidmaatschap van minstens zes maanden op het ogenblik van de controle.

Het nazicht zal gebeuren onder toezicht van de voorzitter van het paritair comité.

 

Artikel 4

De voorzitter van het verzoeningsbureau is gemachtigd op te treden in geval van betwisting tussen de organisaties.

 

Artikel 5

Het verzoeningsbureau is ten volle bevoegd in geval van betwisting tussen de werkgever en een of meerdere werk­nemersorganisaties.

 


Historiek
01/06/2003 31/12/2999 2301 Syndicale afvaardiging - arbeiders
01/06/2001 31/05/2003 2301 Syndicale afvaardiging - arbeiders
01/06/1999 31/05/2001 2301 Syndicale afvaardiging: arbeiders