01 Protocol van akkoord 2001-2002

Paritair (sub-)Comité nr.:
317.00.00-00.00

Bijwerking: 30/10/2001
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 31/12/2002

In het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten werd op 16 mei 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten met een protocol van akkoord 2001-2002 voor de arbeiders.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

 

Verschillende delen van deze CAO maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO ’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

 

·       Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten :

 

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor :

–      de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening ;

–         de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding ;

–      de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie ;

–      de werknemers van een gebonden werkgever.

 

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

 

·       Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan :

 

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

 

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

 

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tekst van de CAO van 16 mei 2001

 

 

0.  Verderzetting van de bestaande CAO brugpensioen

 

1.  Stijging van de koopkracht, evolutie van de loonkost

 

a)   Het basisuurloon (minimum en effectief) wordt verhoogd met 4 BEF (0,10 EUR) op 1 juni 2001 en met 4 BEF (0,10 EUR) op 1 juni 2002.

 

b)   De verhoging van de premies zal plaatshebben als volgt:

 

Nacht:                          17,5 % op 01/06/2001                          22,5 % op 01/06/2002

Zondag:                       15 % op 01/06/2001                             20 % op 01/06/2002

Feestdag:                    25 % op 01/06/2001                             30 % op 01/06/2002

 

c)   De huidige regeling inzake de carensdag blijft behouden in afwachting van de resultaten van de werkzaamheden binnen de schoot van de Nationale Arbeidsraad.

 

d)   Anciënniteitspremies:

 

      Niet recurrente premie:

 

      Na 5 jaar: 3.000 BEF

      Na 10 jaar: 5.000 BEF

      Na 15 jaar: 10.000 BEF

      Na 20 jaar: 15.000 BEF

      Na 25 jaar: 20.000 BEF

      Na 30 jaar: 25.000 BEF

 

      De anciënniteit die gerelateerd is aan deze anciënniteitspremies is deze die het resultaat is van de contractuele anciënniteit, de eventuele conventionele anciënniteit en deze die het gevolg is van overname van commerciële contracten, met inbegrip van de overnames van vóór 1997.

      Zij geldt voor de premies die uitbetaald worden vanaf 2001.

 

      Bij invoering van het systeem zullen de agenten die zich op de datum van de verjaardag situeren tussen 2 schijven, de premie ontvangen van de vorige schijf, voor zover ze deze nog niet ontvangen hebben.

 

e)   Anciënniteitsdagen:

 

      Het huidige systeem blijft van toepassing:

 

      10 jaar anciënniteit in het bedrijf: 1 dag

      15 jaar anciënniteit in het bedrijf: 2 dagen

      20 jaar anciënniteit in de sector: 3 dagen

 

f)    Harmonisatie berekening gewaarborgd loon:

 

      Voor werknemers met een volledige planning: betaling per geplande dag van de gemiddelde dagshift van de voorbije 3 maanden aan een gemiddeld en verhoogd uurloon (met inbegrip van premies en overtime), met een minimum van 7,4 uren per dag.

 

      Men dient te verstaan onder:

-        gemiddelde dagshift: het aantal gepresteerde uren gedeeld door het aantal gepresteerde dagen;

-        referentieperiode: de 3 maanden die voorafgaan aan de maand van het begin van de ziekte.

 

      Voor werknemers met een onvolledige planning: idem als hierboven, met de waarborg van het contractuele aantal uren.

 

      Voor werknemers die geen planning ontvangen hebben tussen de 25ste en de 28ste van de maand, voor de maand die volgt, worden de contractuele uren à rato van 37u gewaarborgd.

      Deze laatsten kunnen geen negatieve uren genereren.

 

      N.B.: Voor de deeltijdse werknemers wordt de toepassing geproratiseerd.

 

2.  Functieclassificatie

 

De nieuwe classificatie zal genegotieerd worden in een aparte werkgroep die zijn advies aan de sociale partners zal meedelen tegen eind september 2001.

In de loop van het laatste trimester 2001 dienen de onderhandelingen hierover te worden afgerond.

De nieuwe classificatie zal ingaan vanaf 01/01/2002.

 

3.  Economische werkloosheid

 

Het bedrag van bijpassing wordt opgetrokken van 200 BEF (4,96 EUR) tot 225 BEF (5,58 EUR) per dag voor de eerste 40 dagen.

Deze regeling gaat in vanaf 01/10/2000.

 

4.  Arbeidsduur

 

a)   Grenzen:

 

      Daggrens (prestatie): 12u > 50 % overloon.

      De werkorganisatie zal geregeld worden op basis van deze daglimiet.

 

      Weekgrens (van maandag 0u tot zondag 24u): 60u > 50 % overloon.

 

      Maandgrens: 190u > 100 % recup + 50 % overloon.

 

      Jaargrens: 1990u > 50 % overloon (+ 100 % recup voor die uren die nog niet zijn uitbetaald).

 

      Bepaling van het overloon: cfr. ref3 van de bijlage van de CAO van 05/07/1999.

 

b)   Cumul:

 

      De cumulregels worden toegepast op de dag- en weekgrens; op de week- en maandgrens; op de dag-, week- en maandgrens.

      Geen cumul tussen de maandgrens en de jaargrens.

 

c)   Basisplanning per maand:

 

      De basisplanning per maand is in principe het contractueel aantal uren.  Omwille van operationele noodwendigheden kan de planning echter schommelen tussen het contractueel aantal uren min 150 (behalve indien de contractuele uren meer dan 160 bedragen, in welk geval het minimum wordt gebracht op 145 uren) en 175 uren.

 

      Planningen boven 175 gebeuren op vrijwillige basis.

 

d)   Saldo's en recuperaties:

 

Referteperiode: van 1 januari tot 31 december.

 

Maximum positief saldo: +65 (het gaat hier over de recuperatie bedoeld in punt 4. a), waarbij de recuperatie plaatsvindt indien deze grens wordt bereikt.

Maximum negatief saldo: -30 uren, waarbij op het einde van de referteperiode de teller weer op nul komt.

 

De recuperatie kan gebeuren op initiatief van de werkgever of op initiatief van de werknemer.  De recuperatie moet gebeuren in het eerste trimester volgend op de referteperiode.  Bij een teveel aan beschikbare prestaties kan de werkgever in de maandplanning recuperatie plannen maar niet boven het contractuele aantal uren.

 

e)   Militaire basissen:

 

De partijen komen overeen om de arbeidsvoorwaarden van toepassing op de militaire basissen te hernegotiëren en wel los van de huidige CAO, volgens een kalender die vastgesteld wordt door de vakorganisaties.  Gedurende deze periode zal de sociale vrede behouden worden.

 

5.  Brugpensioen

 

Deze materie zal besproken worden binnen het Sociaal Fonds.

 

6.  CAO nr 77

 

-        Organisatie: 3 % van de werknemers

-        Loopbaanonderbreking: maximum 5 jaar

-        Geen vervangingsplicht

 

In het desbetreffende artikel van de CAO zal een verwijzing naar regionale bepalingen aangaande deze materie worden opgenomen met het oog op uitkering van tegemoetkomingen voorzien door de deeloverheden.

 

7.  Werkzekerheid

 

De tekst van de bestaande CAO, artikel 17 §1 b) wordt vervangen door de volgende tekst:

 

"Bij overgang van een contract, neemt de firma die het contract overneemt - in overleg met de in het PC vertegenwoordigde gewestelijke vakbondsvrijgestelden - minimum 80 % over van het personeel tewerkgesteld op de werf, in functie van de bezetting noodzakelijk voor de uitvoering van het nieuwe contract.

In geen geval wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van een wederindienstneming op proef, noch met de daaraan verbonden loonschalen.

De werklieden die werden overgeplaatst behouden de anciënniteit die ze verkregen hebben in de vorige onderneming, alsmede de eraan verbonden rechten.

In geen geval mogen de werklieden rechten eisen die zij verkregen in de onderneming die zij hebben verlaten.

De onderneming die het contract overdraagt, herplaatst het personeel dat niet wordt overgenomen."

 

8.  Opleiding en vorming

 

De partijen verwijzen deze discussie naar de specifieke werkgroep binnen het PC 317, waarvan de conclusies verwacht worden medio april.

Het aspect stress op het werk maakt reeds deel uit van een module in de basisopleiding en kan eveneens deel uitmaken van de voorziene recyclage van 32u (over een periode van 5 jaar).

Elke onderneming zal bovendien een stressbeleid bepalen.

 

9.  Toenadering statuut arbeider-bediende

 

Opzegtermijnen

Initiatief werkgever

Initiatief werknemer

< 6 maanden

1 week

3 dagen

6 maanden en < 5 jaar

5 weken

2 weken

5 jaar en < 10 jaar

6 weken

2 weken

10 jaar en < 15 jaar

9 weken

2 weken

15 jaar en < 20 jaar

12 weken

2 weken

vanaf 20 jaar

16 weken

4 weken

 

Deze regeling gaat in vanaf 01/07/2001.

 

10.     Verplaatsingskosten

 

a)   Sociaal abonnement: behoud van het systeem van 100 % betaling.

 

b)   Haven van Antwerpen: 10 BEF (0,25 EUR)/km heen en terug, belastbaar.

 

c)   Voor dringende oproepen, speciale opdrachten op vraag van de werkgever met gebruik van het privé-voertuig van de werknemer en voor verplaatsingen (opeenvolgende prestaties) tussen twee werven: 10 BEF (0,25 EUR)/km (heen en terug) niet belastbaar.  Een dringende oproep is een oproep die geen deel uitmaakt van de planning en die plaatsvindt binnen de 12 uren.

 

d)   Wanneer de werknemer z'n privé-voertuig dient te gebruiken op vraag van de werkgever, zal hij gedekt zijn door ofwel een door de werkgever onderschreven verzekering, ofwel door de terugbetaling van de schade door de werkgever.

 

11.     Veiligheid

 

a)   Interventie na alarm: de huidige situatie blijft behouden.

 

b)   CIT: met ingang van 1 juni 2001

 

-        De "chauffeurspremie" komt te vervallen en wordt vervangen door een algemene eenmalige premie van 4 BEF (0,10 EUR) voor alle waardentransporteurs.

-        Worden beschouwd als overuren en als dusdanig betaald: alle uren boven de 9 uren effectieve prestaties per dag (t.t.z. vanaf de 1ste minuut van het 10de uur) of boven de 42 uren per week (t.t.z. vanaf de 1ste minuut van het 43ste uur).

 

12.     Prestaties met hond

 

-        Vanaf 1 juni 2001 wordt een lijst opgesteld van de agenten die op vaste basis prestaties doen met eigen hond.  Deze agenten ontvangen een onderhoudsvergoeding van 4.000 BEF (99,16 EUR)/maand, en dit op permanente basis voor zover zij op deze lijst blijven staan.

-        De agenten die op occasionele basis met eigen hond werken, ontvangen de onderhoudsvergoeding van 4.000 BEF (99,18 EUR)/maand op voorwaarde dat zij in de betrokken maand minimum 1 prestatie met eigen hond doen.

 

13.     Syndicale delegatie

 

De toegang tot de werkplaatsen blijft geregeld op basis van de CAO van 26 oktober 1999, artikel 9, paragraaf 3.

 

Boven de 1.000 werknemers, per technische bedrijfseenheid, worden 2 effectieve en 2 plaatsvervangende mandaten voorzien per schijf van 500 werknemers.

 

14.     Rusttijd van patrouilleurs

 

Gedurende een voorziene shift tussen 5 tot 8 uren wordt een maaltijd-/rustpauze gegarandeerd van 30 minuten.  Indien de voorziene shift groter is dan 8 uren (tot 12 uren) wordt een maaltijd-/rustpauze van 1 uur gegarandeerd.  Deze pauzes maken integraal deel uit van de voorziene shift.

 

15.    

 

Meer voordelige situaties op niveau van de onderneming blijven verworven.

 

16.    

 

-        De bepalingen met betrekking tot punt 4. Arbeidsduur (punt a) tot en met d)) treden in werking vanaf 01/01/2002.

-        De bepalingen met betrekking tot punt 1 e) (Gewaarborgd loon) treden in werking vanaf 01/10/2001.

 

 

 


Historiek
01/01/2023 31/12/2024 01 Protocol van akkoord 2023-2024
01/01/2015 31/12/2016 01 Protocol van akkoord 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Protocol van akkoord 2013-2014
01/01/2001 31/12/2002 01 Protocol van akkoord 2001-2002