In het Paritair subcomité voor het technisch onderhoud, bijstand en opleiding in de luchtvaartsector werd op 12 december 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten inzake toekenning van een sociaal voordeel als tussenkomst van de aansluiting bij een vakorganisatie (nr. 113013/CO/315.01).

Deze cao werd door de cao van 23 augustus 2019 gewijzigd ter uitvoering van het sectoraal akkoord 2019-2020 (nr. 153512/CO/315.01).

1. Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de organisaties die ressorteren onder het Paritair subcomité voor het technisch onderhoud, bijstand en opleiding in de luchtvaartsector.

Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel, met uitsluiting van het kaderpersoneel.

2. Toekenningsvoorwaarden

Vanaf het jaar 2013 (refertejaar 2012) kan jaarlijks een sociaal voordeel toegekend worden als tussenkomst voor de aansluiting bij een vakorganisatie aan de werknemer:

• die aangesloten is bij één van de werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het PSC 315.01, en; 
• die in dienst is bij een werkgever van het vermelde paritaire subcomité op 31 oktober van het refertejaar (met uitsluiting van het kaderpersoneel).

3. Bedrag

Elke werkgever stort individueel uiterlijk per 31 december van het refertejaar een bedrag van 100 EUR per werknemer en per werkloze die zich in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag bevindt (voorheen brugpensioen).

Vanaf het refertejaar 2019 bedraagt dit tussenkomst 110 EUR per werknemer en per werkloze die zich in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag bevindt.

4. Modaliteiten

Elke werknemer die voldoet aan de voorwaarden zal aan de hand van een formulier de betaling kunnen bekomen vanwege de werknemersorganisatie waarvan hij of zij lid is.

De werkgever levert elk refertejaar voor 30/11 een personeelslijst af van de werknemers in dienst op 31/10 van het refertejaar en de werklozen die zich in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag bevinden op datum van 31/10 van dit refertejaar.

Het aantal werknemers wordt vastgesteld op basis van het aantal dat op 31 oktober van het refertejaar in dienst is bij de werkgever en voorkomen op de RSZ-aangifte.