2201 21 Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
313.00.00-00.00

Bijwerking: 24/05/2005
Geldig vanaf: 01/01/2003
Geldig tot: 31/12/2004

In het Paritair Comité voor Apotheken en tarificatiediensten werd op 17 december 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 10 juli 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2003.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een commentaar.

A. Tekst CAO 17 december 2002

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die onder de bevoegdheid vallen van het paritair comité voor de apotheken en tarificatiediensten.

Voor de toepassing van deze overeenkomst, wordt onder “werknemers” verstaan de mannelijke en vrouwelijke werknemers.

Artikel 2

Het recht op het conventioneel brugpensioen wordt toegekend aan de werknemers die worden ontslagen, behalve om dringende reden, en die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt op het ogenblik van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst of aan het einde van de opzeggingstermijn.

Artikel 3

Overeenkomstig de geldende wetgeving moet de betrokken werknemer een beroepsloopbaan van ten minste 25 jaar kunnen aantonen.

Artikel 4

De werkgever die overweegt een in art. 2 bedoelde werknemer te ontslaan moet, overeenkomstig art. 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de nationale arbeidsraad, overleg plegen met de vertegenwoordigers van de werknemers.

Artikel 5

De aanvullende vergoeding, ten laste van de werkgever, bedraagt minimaal de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkering.

Zij wordt berekend en aangepast volgens de modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Artikel 6

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en is geldig tot 31 december 2004.

 

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een werknemer ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij eveneens deze leeftijd bereiken uiterlijk op de datum waarop de CAO afloopt. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na de datum waarop de CAO afloopt.

2. Anciënniteitsvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de wernemer die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde bediende verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstne- ming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie onder nr. 355.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding (artikel 4 van de CAO nr 17 van de NAR). Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering vergoeding (artikelen 5 tot 9 van de CAO nr 17 van de NAR).

5. Voorafgaandelijke overleg

Artikel 10 van de CAO nr 17 van de NAR voorziet :

-        de verplichting voor de werkgever overleg te plegen, vooraleer te ontslaan, met de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging om te beslissen of, afgezien van de in de onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werknemers die aan het leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regime kunnen genieten ;

-        de verplichting voor de werkgever om een voorafgaandelijk onderhoud met de werkenemer te hebben om zijn bezwaren tegen het voorgenomen ontslag te kennen.

 


Historiek
01/01/2012 31/12/2014 2201 Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar
01/07/2010 31/12/2011 2201 21 Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar
01/07/2007 30/06/2010 2201 21 Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2005 30/06/2007 2201 21 Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2003 31/12/2004 2201 21 Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar