070302 35 Nieuwe arbeidsregimes (podiumkunsten)

Paritair (sub-)Comité nr.:
304.00.00-00.00

Bijwerking: 05/03/2010
Geldig vanaf: 01/07/2006
Geldig tot: 30/06/2017

In het Paritair comité voor het vermakelijkheidsbedrijf werd op 29 januari 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden "podiumkunsten". Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 4 november 2009 onder het nr. 95487/CO/304. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 30 november 2009.

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de nieuwe arbeidsregimes.

Artikel 1 - Toepassingsgebied

Deze Collectieve Arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de organisaties die ressorteren onder het Paritair Comité 304 (Vermakelijkheidsbedrijf) en die cumulatief voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. de maatschappelijke zetel bevindt zich hetzij in het Vlaamse Gewest, hetzij in het Brusselse hootdstedelijke Gewest,
  2. de werkgever is ingeschreven op de Nederlandse taalrol bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
  3. de werkgever betreft een organisatie die een toelage krijgt van de Vlaamse Gemeenschap op basis van het decreet van 2 april 2004 houdende de subsidiëring van kunstenorganisaties, kunstenaars, organisaties voor kunsteducatie en organisaties voor sociaal-artistieke werking, internationale initiatieven, publicaties en steunpunten (het Kunstendecreet);
  4. de werkgever betreft een professionele organisatie zoals omschreven in het kunstendecreet behorend tot één van de volgende categorieën:

    1. kunstencentrum;
    2. festival;
    3. organisatie voor Nederlandstalige dramatische kunst;
    4. organisatie voor dans;
    5. organisatie voor muziektheater;
    6. werkplaats;
    7. organisatie voor kunsteducatie;
    8. organisatie voor sociaal artistieke werking.
  5. de werkgever betreft een organisatie wiens hoofdactiviteit zich situeert op het vlak van podiumkunsten, met uitsluiting van de muziek.

Deze Collectieve Arbeidsovereenkomst regelt tevens de verhouding tussen de werknemers en de werkgevers die lid zijn van de Vlaamse Directies voor Podiumkunsten vzw en bij de C.A.O. wensen aan te sluiten door zich schriftelijk daartoe te engageren. Overeenkomstig artikel 17 van de wet van 5 december 1968, wordt deze toetreding neergelegd bij de Fédérale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendenpersoneel.

(...)

Artikel 12 - Arbeidsduur en flexibiliteit

§1 Wekelijkse arbeidsduur

De normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uur per week.

§2 Nieuwe arbeidsregimes

In uitvoering van de Wet van 17 maart 1987 en van de C.A.O. nr. 42, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 2 juni 1987 kunnen in de ondernemingen nieuwe arbeidsregimes worden ingevoerd, waarbij de volgende afwijkingen van de Wet van 16 maart 1971 mogelijk zijn:

  1.  

    • De normale wekelijkse rustdag is vastgesteld op zondag. Aangezien de werkgevers niet vallen onder het verbod op zondagsarbeid, kan zondag een werkdag zijn. In dat geval heeft de werknemer recht op een rustdag, vast te stellen op een andere dag, in principe in de loop van de zes dagen volgend op de bewuste zondag.
      Werknemers behorend tot de functies 1 t.e.m. 9 en 18 t.e.m. 24, kunnen evenwel maximaal 10 opeenvolgende dagen arbeidsprestaties leveren in periodes van generale repetities ot reisvoorstellingen.
    • Indien een wettelijke feestdag valt op een normale rustdag, zal deze toegekend worden op een andere, normale werkdag.
    • Indien de werknemers tijdens buitenlandse tournées een vrije dag hebben, wordt die vrije dag als rustdag aangemerkt.
  2. Voor de werknemers uit de artistieke functiegroep (functies 1 t.e.m. 8) en de technisch artistieke functiegroep (functies 18 t.e.m. 24) en de chauffeurs (functie 9) kan:

    1. afgeweken worden van de dagelijkse arbeidsduur, bepaald in artikel 19 van de Arbeidswet, die kan gebracht worden op:

      • maximum 12 uur per dag bij generale repetities, festivals*, reisvoorstellingen en receptieve programmatie;
      • 10 uur per dag in alle andere gevallen;
    2. afgeweken worden van de wekelijkse arbeidsduur van 38 uur die kan gebracht worden:

      • op maximum 84 uur per week in geval van generale repetities, festivals* en reisvoorstellingen;
      • op maximum 60 uur per week in alle andere gevallen.
  3. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uur. In uitvoering van artikel 26 bis van de Arbeidswet wordt de referteperiode tijdens de welke de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur moet gerespecteerd worden, verlengd tot 1 jaar, aanvangend op 1 september van elk jaar om te eindigen op 31 augustus van het daaropvolgend jaar, tenzij op ondernemingsvlak in het arbeidsreglement een andere referteperiode wordt bepaald.
    In de loop van de referteperiode mag op geen enkel moment de totale duur van de verrichte arbeid de toegelaten gemiddelde arbeidsduur overschrijden met meer dan 65 uur.
    Bij overeenkomsten voor bepaalde tijd moet de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd worden tijdens de duur van de overeenkomst. In geval van overmacht die het niet toelaat tijdig inhaalrust toe te kennen, wordt de overschrijding van de werkelijke arbeidsduur in vergelijking met de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur betaald.
    Overschrijdingen van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur op jaarbasis geven aanleiding totoverloon van 150%.
  4. In geval van een tewerkstelling in het kader van een in deze paragraaf beschreven nieuwe arbeidsregeling wordt het loon, bedoeld in artikel 4 van de Wet van 17 maart 1987 berekend als één vijfde van een weekloon. Bij een arbeidsregeling van 6 werkdagen per week, wordt het loon berekend als één zesde van een weekloon. Een weekloon wordt als volgt berekend: maandloon x 3 : 13.

§3. Voor de werknemers uit de artistieke functiegroep**, geldt bovendien het volgende:

  • er kunnen maximum twee voorstellingen per dag gegeven worden. In afwijking hiervan kunnen drie voorstellingen per dag gegeven worden, indien de voorstellingen worden gegeven op dezelfde locatie en de gezamenlijke duurtijd van de voorstellingen maximum 3 uur bedraagt;
  • op een dag van twee voorstellingen kan niet bijkomend gerepeteerd worden.

§4. Voor de overige werknemers genoemd in Artikel 3, uit de loongroepen A tot en met C en niet genoemd in §3, geldt bovendien het volgende:

  • behoudens in geval van afwijking, zoals voorzien in Artikel 12, §2, B, bedraagt de normale dagelijkse arbeidsduur 8 uur (exclusief de rustpauzes), met toekenning van compensatierustdagen zodat tijdens een période van 1 jaar, gaande van 1 september van elk jaar tot 31 augustus van het daaropvolgend jaar, de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uur wordt gerespecteerd. Op ondernemingsvlak kan in het arbeidsreglement een andere referteperiode bepaald worden;
  • in geval, bij toepassing van Artikel 12,§2, B de dagelijkse arbeidsduur meer dan 10 uur bedraagt, wordt hetzij overloon a rato van 75% hetzij inhaalrust a rato van 75% voor elk uur boven 10 uur per dag toegekend. De beslissing omtrent de ene of andere compensatievorm ligt bij de werkgever. Per ondememing zal dezelfde compensatievorm toegepast worden;
  • in geval van tewerkstelling in een voltijdse betrekking bedraagt elke begonnen arbeidsdag minimum 4 uur. In geval een voorziene arbeidsdag niet doorgaat of de arbeidsdag korter is dan 4 uur, wordt deze arbeidsdag voor de berekening van het loon in rekening gebracht voor 4 uur. Deze bepaling geldt niet voor de werknemers genoemd in Artikel 13

§5. Voor alle werknemers, tewerkgesteld met een variabel uurrooster, geldt dat de uurroosters van elke maand vijftien dagen voor de aanvang van de maand aan de werknemer worden meegedeeld. In afwijking hiervan moeten de uurroosters voor de repetities slechts acht dagen vooraf meegedeeld worden. Wijzigingen aan de vooraf meegedeelde uurroosters zijn slechts in gemeenschappelijk overleg mogelijk.

(...)

Artikel 23 - Bijzondere bepaling

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden "Podiumkunsten", geregistreerd op 28 juli 2006 onder het nummer 80494/CO/304.

Artikel 24 - Duurtijd en opzeggingsmodaliteiten

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2006 en is gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk van de ondertekenende parijen, middels het betekenen van een opzegging van 6 maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf. De opzegtermijn vangt aan op de dag van de betekening.

(...)


* Bedoeld wordt het moment waarop het festival effectief plaatsvindt.

** Enkel die werknemers die daadwerkelijk bij de opvoering van de voorstelling betrokken zijn.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
29/01/2009
Registratienr
95487
Geldig van
01/07/2006
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
16/02/2009
Registratiedatum
04/11/2009
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
30/11/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
10/10/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
16/11/2010
Keywords
FUNCTIECLASSIFICATIE, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Historiek
01/07/2017 31/12/2999 070302 Nieuwe arbeidsregimes - Nederlands taalgebied
01/07/2006 30/06/2017 070302 35 Nieuwe arbeidsregimes (podiumkunsten)
01/07/2006 30/06/2006 070302 35 Nieuwe arbeidsregimes (podiumkunsten)