02 Bevoegdheid van het paritair comité

In het Belgisch Staatsblad van 23 juni 1973 verscheen het koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité van het spektakel. De benaming zelf van het paritair comité evenals de bevoegdheidssfeer werden nadien gewijzigd door een koninklijk besluit van 21 mei 1992, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 4 juni 1992.

Wij geven u hierna de bevoegdheid van het Paritair Comité van het vermakelijkheidsbedrijf en vervolgens enige commentaar en enkele praktische schikkingen.

1. Bevoegdheid

Het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf is bevoegd voor de werknemers in het algemeen :

1. die ongeacht de plaats en de omstandigheden voor publiek :a)    vertoningen geven in het kader van schouwspel- of kermisvoorstellingen ;b)    individueel of collectief een kunst beoefenen behorende tot onder meer iedere vorm van muziek, zang, dans, gesproken woord, mime, behendigheids- op krachtoefeningen ;
2. die, in om het even welke functie, meewerken aan de voorstelling zelf ;
3. die, in om het even welke functie, meewerken aan de voorbereiding en/of de organisatie van de voorstelling,

en hun werkgevers.

Het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf is bevoegd zelfs indien de in het eerste lid bedoelde werk­nemers gelegenheidswerk verrichten of indien hun werkgever voor andere activiteiten onder de bevoegdheid van een ander paritair comité valt.

Het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf is niet bevoegd voor :

1. de werknemers en hun werkgevers voor de activiteiten die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf behoren ;
2. de betaalde sportbeoefenaars en hun werkgevers ;
3. de werknemers en hun werkgevers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het film­bedrijf.

2. Commentaar

In het algemeen is de hoofdactiviteit van een onderneming bepalend voor het bevoegde paritair comité. In het boven aangehaalde koninklijk besluit wijkt men onmiskenbaar af van die algemene regel: het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf is toch bevoegd voor werknemers die vertoningen geven of kunst beoefenen zoals boven bedoeld, zélfs als hun werkgevers voor andere activiteiten onder de bevoegdheid van een ander paritair comité vallen. De bijzaak volgt hier dus niet de hoofdzaak.

Voorbeeld. Een bejaardentehuis dat gezondheidszorgen verstrekt valt voor zijn arbeiders en bedienden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de gezondheidszorgen (330). Wanneer dat bejaardentehuis echter een pianist aanwerft om de eerste zaterdag van iedere maand van 17 tot 24 uur in de cafétaria muziek te spelen, dan ressorteert het voor die pianist onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf (304).

Deze regel, eigen aan het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, kent evenwel een uitzondering. Dit paritair comité is immers niet bevoegd voor de werknemers en hun werkgevers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het filmbedrijf (303).

Voorbeeld. Een exploitant van bioscoopzalen wil zijn publiek extra vermaken en werft een accordeonspeler aan die gedurende een half uur voor de aanvang van de filmvertoningen muziek speelt voor het wachtende publiek. Welnu, deze accordeonspeler valt, zoals de andere personeelsleden, onder het Paritair Comité voor het filmbedrijf, Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen (303.03).

Het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf is niet bevoegd voor de werknemers en hun werkgevers voor de activiteiten die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf behoren.

Voorbeeld. Een theater baat, als nevenactiviteit, een cafétaria uit waar de toeschouwers tijdens de pauze en na afloop van de voorstelling iets kunnen drinken. Het personeel dat in die cafétaria wordt tewerkgesteld, ressorteert onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf (302).

Voor alle duidelijkheid vermeldt het bovenstaande koninklijk besluit eveneens dat het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf niet bevoegd is voor de betaalde sportbeoefenaars en hun werkgevers. Deze vallen immers onder het Nationaal Paritair Comité voor de sport (223). Onder betaalde sportbeoefenaars wordt verstaan, de personen wier activiteit bestaat in het zich voorbereiden op of het deelnemen aan een sportcompetitie of –exhibitie onder het gezag van een andere persoon en tegen een loon dat hoger is dan twaalf maal het bedrag van het gemiddeld minimum maandinkomen van de Nationale Arbeidsraad.

3. Praktische schikkingen

Het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf is bevoegd voor zowel de arbeiders als de bedienden van de onderneming.

De werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf hebben een inschrijvingsnummer bij de RSZ dat voorafgegaan wordt door:

• hetzij de algemene categorie 000, als het gaat om een onderneming die bijdragen verschuldigd is aan het Fonds Sluiting Onderneming en voor de gewone werknemers;
• hetzij het kengetal 011, als de onderneming niet bijdrageplichtig is aan het Fonds Sluiting Onderneming, omdat ze behoort tot de niet-commerciële sector, voor de gewone werknemers;
• hetzij het kengetal 562 voor de sector podiumkunsten - Vlaamse gemeenschap;
• hetzij het kengetal 662 voor de werkgevers die betalen voor het "Fonds de sécurité d'existence pour le secteur des arts scéniques de la Communauté française Wallonie-Bruxelles".

Ingeval van tewerkstelling van kunstenaars hebben deze een specifieke werknemerscategorie:

• hetzij 046 voor de kunstenaars vanaf 1 januari van het jaar waarin zij 19 jaar oud worden;
• hetzij 047 voor de kunstenaars tot 31 januari van het jaar waarin zij 18 jaar oud worden.

De bovenstaande tekst moet u toelaten na te gaan of het Paritair Comité van het vermakelijkheidsbedrijf bevoegd is voor uw onderneming. Aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat Group S – Sociaal Secretariaat vzw die menen dat zij ten onrechte onder dit paritair comité in onze bestanden gerangschikt worden, dienen contact te nemen met hun plaatselijk kantoor.