2602 Betaalde voetbaltrainer - einde contract

In het Nationaal Paritair Comité voor de sport werd op 28 april 2020 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon-en en arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetbaltrainer (nr. 158566/CO/223).

1. Principe

De voetbaltrainer van wie het contract afloopt om welke reden ook is vrij om een arbeidsovereenkomst af te sluiten met een andere club naar zijn keuze.

In geval van voortijdige verbreking of beëindiging van de arbeidsovereenkomst zijn de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 van toepassing. De club dient aan de trainer met onmiddellijke ingang de verplichte sociale documenten te overhandigen.

De club-werkgever kan de voetbaltrainer niet op non-actief stellen om sportieve redenen. Een dergelijke handeling wordt gelijkgesteld met een onrechtmatig ontslag vanwege de club-werkgever.

2. Verbrekingsvergoeding

In geval van voortijdige verbreking van de arbeidsovereenkomst door één van de partijen, moet de verbrekende partij aan de andere een verbrekingsvergoeding betalen in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 3 juli 1978.

In geval van betwisting over de toepasselijke verbrekingsvergoeding bij ontslag gegeven door de club aan de trainer, wordt aan de trainer op het ogenblik van de kennisgeving van het ontslag in ieder geval een minimaal voorschot uitbetaald van twee weken het contractuele vaste loon ten titel van verbrekingsvergoeding evenals de nog verschuldigde vergoedingen tot op de datum van het ontslag met inbegrip van het vakantiegeld en de eindejaarspremie. Het voorschot wordt in mindering gebracht op de uiteindelijk verschuldigde verbrekingsvergoeding.

In geval het ontslag wordt gegeven binnen de laatste twee weken van de contractueel voorziene duurtijd bij een contract van bepaalde duur, wordt het voorschot voor wat betreft de verbrekingsvergoeding beperkt tot het bedrag gelijk aan het lopend loon tot aan het bereiken van die termijn.

lndien de club-werkgever het voorschot niet of niet tijdig uitbetaalt, wordt het verschuldigde voorschot, verhoogd met de wettelijke intresten, aangerekend op de eerstvolgende uitbetaling van de TV-gelden (september-januari-mei) voor wat betreft de voetbalclubs van eerste nationale afdeling 1A en 1B.

Alle andere voetbaltrainers dan deze van de nationale afdelingen 1A en 1B hebben in geval van niet of niet-tijdige uitbetaling van het voorschot bijkomend recht op 50 euro per dag vertraging, te rekenen vanaf de eerste dag na het einde van de maand volgend op de kennisgeving van het ontslag.