10 Vakantie- en verlofregeling

Paritair (sub-)Comité nr.:
211.00.00-00.00

Bijwerking: 22/06/2018
Geldig vanaf: 01/01/2015
Geldig tot: 31/12/2016

Vakantie- en verlofregeling

Anciënniteit

Verplichte dagen

Verplichte sectorale vakantiedagen

Facultatieve sectorale dagen

Minder dan 1 jaar

20

/

/

van 1 tot minder dan 5 jaar

20

/

/

van 5 tot minder dan 10 jaar

20

2

/

Van 10 tot minder dan 15 jaar

20

3

1

van 15 jaar en meer

20

4

1

  • De facultatieve dag geeft recht op een vergoeding gelijk aan 7,6 uren normaal loon per vakantiedag, betaalbaar op 30 juni van het lopende vakantiejaar.
  •  Daarenboven worden twee halve verlofdagen toegekend de namiddag van Goede Vrijdag en de namiddag van de vooravond van Kerstmis.
  • Sinds 1 januari 2006 wordt één vrije regionaal cultureel bepaalde vrije dag toegekend, te regelen door de ondernemingsraad en betaald op analoge wijze als de Petroleum Akkoord-dagen.  De opname is collectief te regelen in overleg met de OR en gebeurt naar analogie volgens de bepalingen inzake opname zoals aangegeven in de wetgeving inzake betaalde feestdagen.

 

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel werd op 15 oktober 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 2015-2016. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 maart 2016 onder het nr 132071/CO/211. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2016.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de vakantie- en verlofregeling.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteren.

Onder "bedienden" worden hierna de bedienden van het mannelijk en het vrouwelijk geslacht verstaan.

Eveneens gebruikt in deze overeenkomst en met een zelfde betekenis is de term `werknemer'.

Onder "CAO" wordt verstaan : de collectieve arbeidsovereenkomst.

(...)

HOOFDSTUK VI. Vakantie- en verlofregeling

Artikel 26

§ 1. De duur van de vakantie is als volgt vastgesteld: 

Anciënniteit

Verplichte dagen

Verplichte sectorale vakantiedagen

Facultatieve sectorale dagen

Minder dan 1 jaar

20

/

/

van 1 tot minder dan 5 jaar

20

/

/

van 5 tot minder dan 10 jaar

20

2

/

Van 10 tot minder dan 15 jaar

20

3

1

van 15 jaar en meer

20

4

1

De facultatieve dag geeft recht op een vergoeding gelijk aan 7,6 uren normaal loon per vakantiedag, betaalbaar op 30 juni van het lopende vakantiejaar.

Benevens deze vergoeding, kan de bediende, in akkoord met de werkgever betreffende de datum en de eventuele verdeling in halve dagen, gemotiveerde afwezigheid genieten waarvan de totale duur niet meer mag bedragen dan de dag voorzien in het akkoord voor de petroleumsector. Deze gemotiveerde afwezigheden zijn gedekt door de hierboven vermelde vergoeding, dit wil zeggen dat het loon van de bediende tijdens de maand waarin hij deze dag afwezigheid geniet, wordt verminderd met het bedrag dat hem op 30 juni van het lopend vakantiejaar wordt of werd betaald.

Het uurloon wordt zoals voor de overuren berekend, te weten : de maandwedde gedeeld door 164,54 (= 38 uren x 4,33).

Voor de bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld, betekent het normaal loon in dit verband het geïndexeerd loon verhoogd met de shiftvergoeding, bepaald op 23,39 % voor het werk in drie ploegen en op 9,50 % voor het werk in twee ploegen.

§ 2. Om, met het oog op de toekenning van de vakantiedagen, de verworven anciënniteit te bepalen, zal er worden gesteund op de verworven anciënniteit op 31 december van het kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin de vakantie wordt genomen.

§3. Waar de behoefte hieraan blijkt, kan op ondernemingsvlak een conventionele regeling paritair worden afgesproken omtrent het opsparen tot het eind van de carrière van anciënniteitvakantiedagen.

Voor de bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld, betekent het normaal loon in dit verband het geïndexeerd loon verhoogd met de shiftvergoeding, bepaald op 23,39 % voor het werk in drie ploegen en op 9,50 % voor het werk in twee ploegen.

§ 4. Daarenboven worden twee halve verlofdagen toegekend de namiddag van Goede Vrijdag en de namiddag van de vooravond van Kerstmis.

De bedienden die in twee of drie ploegen tewerkgesteld zijn op die data, behouden een recht op inhaalverlof waarvan de modaliteiten worden geregeld op het vlak van de ondernemingen.

Indien de vooravond van Kerstmis samenvalt met een zaterdag of een zondag, zal die halve vakantiedag gegeven worden de vrijdagnamiddag die de 24ste december voorafgaat.

§ 4bis. Sinds 1 januari 2006 wordt één vrije regionaal cultureel bepaalde vrije dag toegekend, te regelen door de ondernemingsraad en betaald op analoge wijze als de Petroleum Akkoord-dagen. 

De opname is collectief te regelen in overleg met de OR en gebeurt naar analogie volgens de bepalingen inzake opname zoals aangegeven in de wetgeving inzake betaalde feestdagen.

Artikel 27

Overeenkomstig de regelgeving betreffende het dubbel betaald verlof zal de coëfficiënt voor het dubbel betaald verlof van de bedienden in de petroleumsector, gelet op de conventionele praktijk om hierbij rekening te houden met de betaling in 13 of 14 maal, gebracht worden op:

  • 99,67 % van het maandloon betaalbaar 13 maal, en op

  • 107,33 % van het maandloon betaalbaar 14 maal.

(...)

HOOFDSTUK XVII - Geldigheidsduur

Artikel 41

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 en treedt buiten werking op 31 december 2016.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
15/10/2015
Registratienr
132071
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
31/12/2016
Neerleggingsdatum
10/11/2015
Registratiedatum
03/03/2016
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
15/03/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/05/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
15/06/2017
Keywords
LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, VAKANTIEGELD, ANCIËNNITEITSPREMIE, AFSCHEIDSPREMIE, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURVERMINDERING, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, TELEWERK, DEELTIJDSE ARBEID, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, SYNDICALE PREMIE, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID, WERKING PARITAIR COMITÉ

Historiek
01/01/2017 31/12/2018 10 Vakantie- en verlofregeling
01/01/2015 31/12/2016 10 Vakantie- en verlofregeling
01/01/2013 31/12/2014 10 Vakantie- en verlofregeling
01/01/2011 31/12/2012 10 Vakantie- en verlofregeling
01/01/2009 31/12/2010 10 Vakantie- en verlofregeling
01/01/2007 31/12/2008 10 Vakantie- en verlofregeling
01/01/2005 31/12/2006 10 Vakantie- en verlofregeling