13 Klein verlet

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00, 209.00.00-02.00, 209.00.00-03.00, 209.00.00-04.01, 209.00.00-04.02, 209.00.00-05.00, 209.00.00-06.01, 209.00.00-06.02, 209.00.00-07.00, 209.00.00-08.00, 209.00.00-09.00, 209.00.00-10.00

Bijwerking: 18/10/2022
Geldig vanaf: 01/01/2022

De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van enkele gebeurtenissen.

Deze sector heeft gunstigere bepalingen voorzien dan het wettelijk minimum.

De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van familiegebeurtenissen, voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor het gerecht. Deze gebeurtenissen worden opgesomd in het KB van 28 augustus 1963. Dit KB legt bovendien voor iedere gebeurtenis die wordt opgesomd, het aantal dagen toegestane afwezigheid vast alsook de periode waarin zij moeten genomen worden.

De hierboven uiteengezette basisreglementering heeft een aanvullend karakter. De verschillende sectoren kunnen gunstigere bepalingen voorzien dan deze die zij voorziet (betaald klein verlet gedurende langere periodes of om andere redenen).

In het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid werd op 14 februari 2022 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het kort verzuim (nr. 173456/CO/209).

In het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid werd op 12 september 2022 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het kort verzuim ( nr.175627/CO/209)

1. Tabel

Zie in blauw de specifieke regels.

Gebeurtenis

Duur van afwezigheid

1. Huwelijk van de werknemer of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning bij de ambtenaar van de burgerlijke stand en dit overeenkomstig de artikelen 1475-1476 van het Burgelijk Wetboek of het officieel neerleggen van een samenlevingscontract.

Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week

PC 209: drie dagen te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaats heeft of tijdens de volgende week

2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer

PC 209: het huwelijk van volgende familieleden:de vader of de moeder, een grootvader of een grootmoeder, de schoonvader of de schoonmoeder, de stiefvader of de stiefmoeder van de werknemer; een kind van de werknemer of van zijn (haar) echtgenote(oot); een kleinkind van de werknemer; een broer of een zuster, een schoonbroer of een schoonzuster van de werknemer of van zijn (haar) echtgenote(oot); gelijk welk ander familielid van de bediende tot en met de bloedverwanten in de derde graad.

 

De dag van het huwelijk

PC 209: In het geval van het huwelijk van een kind van de bediende of van zijn (haar) echtgenote(noot), kan deze dag eveneens opgenomen worden op de activiteitsdag voorafgaand aan het huwelijk indien dit huwelijk op een inactiviteidsdag van de bediende valt.

3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner, van een kleinkind, een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer, alsmede om het even welke bij bediende inwonende bloedverwant.

De dag van de plechtigheid

4.1. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.2. Overlijden van een pleegkind van de werknemer in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden

Tien dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden

PC 209: tien dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag die het overlijden voorafgaat en eindigt de dag volgend op de begrafenis en zeven dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van deze beide perioden worden afgeweken  op vraag van de bediende mits akkoord van de werkgever.

 

 

 

Tien dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van deze beide perioden worden afgeweken  op vraag van de bediende mits akkoord van de werkgever.

5. Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis

6. Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis

7. Overlijden van een broer,zus een schoonzoon, een schoondochter, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder van de bediende of van de echtgenoot, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont

Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis

8. Overlijden van een broer,zus een schoonzoon, een schoondochter, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder van de bediende of van de echtgenoot, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont.

De dag van de begrafenis

9.1. Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden

9.2. PC 209: Overlijden van de voogd(es) van de minderjarige werknemer, of van het minderjarig pleegkind waarvoor de werknemer als voogd(es) optreedt

 

De dag van de begrafenis

10. Overlijden van gelijk welk ander familielid van de bediende tot en met de bloedverwanten in de derde graad, evenals bij het overlijden van de echtgenote (noot) van dit familielid, tijdens de duur van het huwelijk of de gelijkgestelde samenwoning. 

De dag van de begrafenis

11. Plechtige communie van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner

De dag van de plechtigheid of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt

12. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaats heeft

De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt

13. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum

De nodige tijd met een maximum van drie dagen

14. Verblijf van de werknemer gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig die wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen

De nodige tijd met een maximum van drie dagen

15. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter

De nodige tijd met een maximum van één dag

16. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

17.  Deelneming, in hoedanigheid van bijzitter bij een hoofdbureau voor stemopneming ter gelegenheid van wetgevende, provinciale, gemeenteverkiezingen en Europese parlementsverkiezingen

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

18. Het uitoefenen van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements, provincieraads en gemeenteraadsverkiezingen

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

2. Commentaar

2.1. Deeltijdse werknemers

De deeltijdse werknemers hebben het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, gedurende de dagen en periodes die samenvallen met de dagen en periodes waarop zij normaal gewerkt zouden moeten hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde grenzen.

2.2. Wettelijk en feitelijk samenwonende werknemers

1. De wettelijk samenwonende werknemers genieten altijd dezelfde rechten als de gehuwde werknemers in het kader van het klein verlet m.b.t. de familiegebeurtenissen.

De wettelijke samenwoning is de situatie waarbij twee personen een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats overhandigd wordt.

2. De feitelijk samenwonende partners genieten alleen dezelfde rechten als gehuwde werknemers in de gevallen zoals vermeld in 4., 5., 7., 8. en 9. van de bovenvermelde tabel.

PC 209: voor de toepassing van het klein verlet, wordt de persoon met wie de werknemer samenwoont gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de werknemer!

2.3. Kinderen

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt beschouwd als kind het wettelijk, gewettidg, aangenomen, erkend natuurlijk of regelmatig door arbeider opgevoed kind.

2.4 Andere relatie

Halfbroers en halfzusters worden gelijkgesteld met broers en zussen.

PC 209: De schoonbroer en de schoonzuster van de echtgenote (oot) van de bediende zijn gelijkgesteld met de schoonbroer of schoonzuster van de bediende.

3. Bepalingen

Behoudens overmacht zal de vergoeding voor werkverzuim voorzien in onderhavige overeenkomst aan de bediende slechts worden uitbetaald mits hij vooraf de werkgever of diens vertegenwoordiger binnen een redelijke termijn heeft op de hoogte gebracht. De bediende moet het bewijs leveren van de gebeurtenis die het verzuim rechtvaardigt en de werkgever kan gebeurlijk het voorleggen van een officieel document verlangen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
14/02/2022
Registratienr
173456
Geldig van
01/01/2022
Geldig tot
01/01/2022
Neerleggingsdatum
22/03/2022
Registratiedatum
17/06/2022
Onderwerp
Klein verlet
BS Bericht van neerlegging
27/06/2022
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
KLEIN VERLET, KLEIN VERLET
Tekst aangepast op
18/06/2022

Datum CAO
12/09/2022
Registratienr
175627
Geldig van
01/01/2022
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
22/09/2022
Registratiedatum
30/09/2022
Onderwerp
Kort verzuim
BS Bericht van neerlegging
21/10/2022
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
16/04/2023
Gepubliceerd in het B.St. van
24/05/2023
Keywords
KLEIN VERLET, KLEIN VERLET
Tekst aangepast op
04/10/2022

Historiek
01/01/2022 31/12/2050 13 Klein verlet
25/07/2021 31/12/2021 13 Klein verlet
01/12/2012 24/07/2021 13 Klein verlet
01/07/2002 30/11/2012 13 Klein verlet