40 Deeltijdse arbeid

In het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven werd op 1 maart 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de wekelijkse arbeidsduur (nr. 178880/CO/202.01).

Zij vernietigt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017 tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur (nr. 142294/CO/202.01) en heft de CAO van 24 maart 2022 betreffende de wekelijkse arbeidsduur op (nr. 173819/CO/202.01).

1. Minimale wekelijkse arbeidsduur

De minimale arbeidsduur van de deeltijdse werknemers wordt vastgelegd op 15 uur per week.

Het blijft echter mogelijk werknemers voor een lager aantal arbeidsuren per week tewerk te stellen binnen het kader van de wettelijk voorziene afwijkingen op de minimale wekelijkse arbeidsduur voorzien in artikel 11bis, vijfde tot negende lid van de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.

Ofwel de individuele afwijking (per werknemer): de werknemers en de werkgevers, verbonden door een arbeidsovereenkomst die dagprestaties van minimaal vier uur voorziet en die tegelijkertijd voldoen aan de volgende voorwaarden:

• de in de arbeidsovereenkomst voorziene prestaties moeten verricht worden volgens een vast uurrooster dat vermeld is in de arbeidsovereenkomst en in het arbeidsreglement;
• de arbeidsovereenkomst bepaalt dat bijkomende prestaties uitgesloten zijn behalve wanneer zij rechtstreeks voorafgaan aan of volgen op de in de arbeidsovereenkomst vermelde prestaties;
• de arbeidsovereenkomst bepaalt dat de prestaties, die verricht worden boven de grenzen vastgelegd in de arbeidsovereenkomst recht geven op een vermeerdering van loon van 50% (of 100% op zon- en fesstdagen);
• een kopie van de arbeidsovereenkomst moet gezonden worden aan de dienst van de Inspectie van de Sociale Wetten die bevoegd is voor de werkplaats waar de werknemer hoofdzakelijk tewerkgesteld is.

Ofwel de afwijking via een ondernemings-CAO voor zover dat deze CAO is onderworpen voor advies aan het paritair subcomité 202.01 en dat ze na goedgekeurd is door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid.

2. Minimale dagelijkse arbeidsduur/per prestatie

De duur van elke arbeidsperiode mag niet minder dan 3 uren bedragen.