1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid - Statuten

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.01.00-00.00

Bijwerking: 15/07/2014
Geldig vanaf: 01/05/2000
Geldig tot: 31/07/2017

De bijdragen aan het Fonds worden door de RSZ geïnd. 

In het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven werd op 12 december 2013 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.

Tekst van de CAO

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PC 202.01).

Onder bedienden wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Artikel 2

Met ingang van 1 mei 2000 wordt een Fonds voor Bestaanszekerheid opgericht in toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

De statuten van dit Fonds worden hieronder vastgesteld.

Statuten van het Fonds

Hoofdstuk I - Oprichting

A. Benaming

Artikel 1

Er wordt een Fonds voor Bestaanszekerheid opgericht met als benaming "Sociaal Fonds voor de kleinhandel in algemene voedingswaren".

B. Zetel

Artikel 2

De zetel van het Fonds is gevestigd te Brussel, Spastraat 8. Met ingang van 1 juni 2013 wordt de zetel van het Fonds gevestigd te Brussel, Willebroekkaai 37.

C. Doel

Artikel 3

Het Fonds heeft tot doel aanvullende sociale voordelen te financieren, te organiseren of toe te kennen, onder meer wat betreft het bevorderen van de tewerkstelling van risicogroepen, het toekennen van een vergoeding voor kinderopvang, het bevorderen van de beroepsopleiding van de bedienden alsmede de werking van de regionale overlegorganen.

Hoofdstuk II - Organisatie en werking

A. Toepassingsgebied

Artikel 4

Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PC 202.01).

Onder bedienden wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

B. Beheer

Artikel 5

Het Fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair samengesteld uit afgevaardigden van de werkgevers en van de bedienden.

Deze raad telt 10 effectieve en 10 plaatsvervangende leden.

De plaatsvervangende leden hebben slechts een beslissende stem wanneer ze een afwezig lid vervangen.

De leden van de raad van bestuur worden aangeduid door het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven.

Hun mandaat eindigt bij beslissing van voornoemd paritair subcomité.

Artikel 6

Elke twee jaar duidt de raad van bestuur onder zijn leden een voorzitter en een secretaris aan.

Artikel 7

De raad van bestuur vergadert na samenroeping door de voorzitter. De voorzitter is gehouden de raad minstens eenmaal per jaar bijeen te roepen en ook telkens als ten minste twee leden van de raad daarom verzoeken.

De oproepingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden opgesteld door de secretaris en door hem, samen met de voorzitter of degene die de vergadering heeft voorgezeten, ondertekend.

De beslissingen worden eenparig genomen. Opdat de stemming geldig zou wezen, moeten ten minste 6 leden aanwezig zijn, waarvan de helft de werkgeversorganisaties en de andere helft de bediendenorganisaties vertegenwoordigen.

Indien het quorum niet wordt bereikt, wordt de raad van bestuur opnieuw samengeroepen met dezelfde agenda.

Op de tweede vergadering beslist de raad geldig, ongeacht het aantal aanwezige bestuurders.

Er mag slechts worden gestemd over de punten welke op de agenda staan.

Artikel 8

De raad van bestuur heeft tot opdracht het Fonds te beheren en alle maatregelen te treffen welke nodig zijn voor de goede werking ervan. Hij beschikt over de ruimst mogelijke bevoegdheden om dit beheer waar te nemen.

De raad van bestuur wordt in al zijn acties en rechtshandelingen door de voorzitter of door een daartoe afgevaardigd bestuurder vertegenwoordigd.

De bestuurders zijn enkel verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat. Zij gaan geen enkele persoonlijk verplichting aan ingevolge hun beheer, ten opzichte van de verbintenissen aangegaan door het Fonds.

Artikel 9

De raad van bestuur kan zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan één of meerdere van zijn leden of zelfs aan derden.

De raad van bestuur duidt de perso(o)n(en) aan die door hun handtekening het Fonds kunnen verbinden voor wat betreft de financiële verrichtingen op bank- en postrekeningen, spaarrekeningen en beleggingsrekeningen inbegrepen. De raad van bestuur bepaalt de modaliteiten waaronder deze handtekeningbevoegdheid kan worden uitgeoefend.

C. Financiering

Artikel 10

Het Fonds beschikt met ingang van 1 mei 2000 over verplichte bijdragen verschuldigd door de in artikel 4 van de statuten bedoelde werkgevers.

Artikel 11

Het bedrag van de bijdrage voorzien in artikel 10 wordt bij een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de bijdrage voor het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld.

Artikel 12

De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid volgens zijn eigen inningsmodaliteiten.

Artikel 13

Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid kan het bedrag der bijdragen slechts gewijzigd worden door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Artikel 14

Het Fonds beheert de opbrengst van de bijdragen en gebruikt ze voor het doel bepaald onder meer in artikel 3 van de statuten. De uitgaven mogen in geen geval hoger zijn dan de inkomsten.

D. Begroting, rekeningen

Artikel 15

Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.

Artikel 16

Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand december, een begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven.
In geval van bijzondere omstandigheden kan de raad van bestuur een andere periode vaststellen.

Artikel 17

Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten.

Zij dienen op rekenplichtig gebied voldoende omschreven te zijn.

De raad van bestuur, alsmede de door het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven aangewezen revisor of accountant, brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit over het vervullen van de opdracht tijdens het verlopen jaar.

De rekeningen, samen met hogervernoemde schriftelijke verslagen dienen uiterlijk tijdens de maand juni ter goedkeuring aan het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven voorgelegd te worden.

E. Rechthebbenden en aanvullende sociale voordelen

Artikel 18

De organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven doen aan de raad van bestuur van het Fonds voorstellen betreffende de aard, de toekenningsvoorwaarden en het bedrag van de aanvullende sociale voordelen gekozen bij toepassing van artikel 3 van de statuten.

Artikel 19

De toewijzing van de middelen voortkomend uit de bijdrage voorzien in artikel 10 wordt bij een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst vastgesteld betreffende de bijdrage voor het fonds voor bestaanszekerheid.

F. Ontbinding, vereffening

Artikel 20

Het Fonds kan enkel ontbonden worden krachtens een eenparige beslissing van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven.

Het paritair subcomité wijst de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldiging en duidt de bestemming van het vermogen aan.

***

Artikel 3

Dit Fonds neemt van het "Sociaal Fonds voor de kleinhandel in algemene voedingswaren", opgericht bij de in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 1994 (met registratienummer 36482/CO/202), algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 18 november 1994 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 januari 1995, de rechten en plichten over, alsmede het actief en passief zoals zij bestonden op 30 april 2000.

Artikel 4

Alle cao's die sinds 1 mei 2000 in PC 202.01 werden afgesloten tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in het Sociaal Fonds worden uitdrukkelijk en zonder voorbehoud bekrachtigd.

Het gaat in het bijzonder om volgende collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's):

  • CAO van 9 december 2002 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 65730/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 25 juni 2003 (Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2003)
  • CAO van 13 november 2003 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 68983/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 23 september 2005 (Belgisch Staatsblad van 19 december 2005)
  • CAO van 2 december 2004 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 73547/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 17 september 2005 (Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2005)
  • CAO van 1 december 2005 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 78216/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 15 juni 2006 (Belgisch Staatsblad van 5 oktober 2006)
  • CAO van 12 oktober 2007 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregestreerd onder het nummer 86230/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 25 juli 2008 (Belgisch Staatsblad van 26 september 2008)
  • CAO van 11 december 2008 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 90181/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 17 maart 2009 (Belgisch Staatsblad van 3 september 2009)
  • CAO van 4 december 2009 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 98612/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 30 juli 2010 (Belgisch Staatsblad van 17 oktober 2010)
  • CAO van 10 december 2010 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 103326/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 21 juli 2011 (Belgisch Staatsblad van 13 september 2011)
  • CAO van 9 december 2011 betreffende de bijdragen van het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 107598/CO/20201, algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk besluit van 20 februari 2013 (Belgisch Staatsblad van 29 mei 2013)
  • CAO van 14 december 2012 betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het Sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 117193/CO/20201, algemeen verbindend verklaring werd gevraagd.

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking vanaf 1 mei 2000.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door één der partijen, mits betekening van de opzegging van drie maanden, door aangetekend schrijven per post gericht aan de voorzitter en aan de organisaties, vertegenwoordigd in de schoot van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/12/2013
Registratienr
119423
Geldig van
01/05/2000
Geldig tot
31/07/2017
Neerleggingsdatum
16/12/2013
Registratiedatum
18/02/2014
Onderwerp
oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten
BS Bericht van neerlegging
10/03/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/07/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
13/11/2014
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/08/2017 31/12/2050 1901 Fonds voor bestaanszekerheid: statuten
01/05/2000 31/07/2017 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid - Statuten
01/01/2013 31/12/2012 1901 Fonds voor bestaanszekerheid - Bijdrage
02/01/1995 31/12/2001 1901 Fonds voor bestaanszekerheid: statuten
01/01/1995 30/04/2000 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid - Statuten