13 Klein werkverlet

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.00.00-00.00

Bijwerking: 13/11/2015
Geldig vanaf: 01/01/2002
Geldig tot: 31/12/2015

Op 5 november 2002 werd een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de schoot van het Paritair comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren. Onder de benaming « afwezigheden » heeft ze het over de modaliteiten van toekenning van verschillende vormen van verlof, onder andere het klein verlet.

Ze vervangt de CAO van 22 mei 1990 die slechts bepalingen inzake klein werkverlet bevatte.

Wij geven U hierna de tekst van deze CAO van 5.11.2002 die op 1 januari 2002 in werking trad en voor onbepaalde tijd is gesloten.

CAO van 5 november 2002 betreffende de afwezigheden

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01).

HOOFDSTUK II - Kort verlet

Artikel 2

Onverminderd de bepalingen van artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, heeft de bediende, ter gelegenheid van zijn huwelijk, het recht, met behoud van zijn normaal loon, van het werk afwezig te zijn voor een bijkomende dag.

Voor de toepassing van het besluit bedoeld in de eerste alinea, worden samenwonende partners gelijkgesteld met echtgenoten. Het bewijs van hun samenwonen moet worden geleverd door een attest van de gemeentelijke overheid.

(...)

 

HOOFDSTUK VIII - Slotbepalingen

Artikel 9

De collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1990 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden wordt opgeheven.

Artikel 10

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.

CONCLUSIE

 

 

Reden van de afwezigheid

Duur van de afwezigheid

1. Huwelijk van de werknemer.

Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

Sectorale bepaling: één bijkomende dag.

2. Huwelijk van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (**), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van een kleinkind van de werknemer. De dag van het huwelijk.
3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (**), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer. De dag van de plechtigheid.
4. (Opgeheven)  
5. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) (**), van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (**), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.
6. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont. (***) Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.
7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon, of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. (***) De dag van de begrafenis.
8. Plechtige communie van een kind (*) van de werkgever of van zijn echtgeno(o)t(e) (**). De dag van de plechtigheid. Wanneer de plechtige communie samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, dan mag de werknemer afwezig zijn op de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt.
9. Deelneming van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (**) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dit feest plaats heeft. De dag van het feest. Wanneer het feest van de " vrijzinnige jeugd " samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, dan mag de werknemer afwezig zijn op de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt.
10. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een recruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recruterings- en selectiecentrum. De nodige tijd met een maximum van drie dagen.
10bis. Verblijf van de werknemer-gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen. De nodige tijd met een maximum van drie dagen.
11. Bijwonen van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. De nodige tijd met een maximum van één dag.
12. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
12bis. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd.
12ter. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europese Parlement. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
13. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
14. (Opgeheven)  

Commentaar

1.     Deeltijdse werknemers

De deeltijdse werknemers hebben het recht om, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de bovenvermelde dagen en perioden  die samenvallen met de dagen en perioden waarop zij normaal zouden gewerkt hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde beperkingen als de voltijdse werknemers.

2.     Vaderschapsverlof

Krachtens het hoofdstuk V - Vaderschaps- en adoptieverlof - van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001), vanaf vervangt vanaf 1 juli 2002 het vaderschapsverlof de 3 dagen van kort verzuim voor vaderschap die toegekend  was door het K.B. van 28 augustus 1963.

Het vaderschapsverlof is van toepassing op de vader van een kind geboren na 1 juli 2002, waarvan de afstamming langs zijn kant vaststaat. 

Enkel de eerste 3 dagen van het vaderschapsverlof moeten door de werkgever betaald worden.  Daartoe moet de werknemer de werkgever voorafgaandelijk informeren over de bevalling. Indien dit onmogelijk blijkt, moet de werknemer, de werkgever zo vlug mogelijk op de hoogte brengen. In de loop van de 7 volgende dagen, ontvangt de werknemer geen loon (van de werkgever) maar een uitkering ten laste van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Het verlof bedraagt 10 werkdagen die niet noodzakelijk in één keer moeten opgenomen worden maar naar keuze van de werknemer kunnen gespreid worden over een periode van 30 dagen vanaf de dag van de bevalling (4 maanden sinds april 2009).

(*)        Voor de toepassing van de nummers 2, 3, 5, 8 en 9 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

(**)     Sectorale bepaling: samenwonende partners worden gelijkgesteld met echtgenoten. Het bewijs van hun samenwonen moet worden geleverd door een attest van de gemeentelijke overheid.

Vanaf 1 januari 2000 wordt de persoon met wie de werknemer wettelijk samenwoont, zoals geregeld door artikelen 1475 e.v. van het Burgerlijk Wetboek gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de werknemer.

(***)   Voor de toepassing van de nummers 6 en 7 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de werknemer.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
05/11/2002
Registratienr
64902
Geldig van
-
Geldig tot
01/01/2016
Neerleggingsdatum
20/11/2002
Registratiedatum
03/01/2003
Onderwerp
Afwezigheden
BS Bericht van neerlegging
16/01/2003
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
07/09/2003
Gepubliceerd in het B.St. van
13/11/2003
Keywords
VAKANTIEGELD, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, KLEIN VERLET, VERLOF OM DWINGENDE REDEN, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET

Historiek
25/05/2023 31/12/2050 13 Klein verlet
25/07/2021 24/05/2023 13 Klein verlet
01/01/2016 24/07/2021 13 Klein verlet
01/01/2002 31/12/2015 13 Klein werkverlet
01/05/1990 31/12/2001 13 Klein werkverlet