48 Individueel opleidingsrecht

Paritair (sub-)Comité nr.:
200.00.00-00.00

Bijwerking: 21/11/2023
Geldig vanaf: 01/01/2024
Geldig tot: 31/12/2028

Ondernemingen met minder dan 10 werknemers: 4 collectieve opleidingsdagen voor een periode van 2 jaar waarvan 1 individuele opleidingsdag per jaar

Ondernemingen met minstens 10 en minder dan 20 werknemers: 4,5 collectieve opleidingsdagen voor een periode van 2 jaar waarvan 1 individuele opleidingsdag per jaar

Ondernemingen met minstens 20 werknemers:

  • Vanaf 2023: 2 individuele opleidingsdagen per jaar 
  • Vanaf 2024: 3 individuele opleidingsdagen per jaar 
  • Vanaf 2026: 4 individuele opleidingsdagen per jaar 
  • Vanaf 2028: 5 individuele opleidingsdagen per jaar 

1. Algemeen principe

De wet van 3 oktober 2022 houdende diverse bepalingen inzake arbeid voert een individueel opleidingsrecht in voor elke werknemer.

Dit individueel opleidingsrecht vervangt de algemene verplichting voor werkgevers in de privésector om een gemiddelde opleidingsinspanning te leveren van 5 dagen per jaar per voltijds equivalent werknemer. 

Voor voltijdse werknemers bedraagt dit recht 4 dagen in 2023 en 5 dagen vanaf 2024. Uitzonderingen worden voorzien voor bedrijven met minder dan 20 werknemers.

Het individueel opleidingsrecht kan ten uitvoer worden gelegd:

  • hetzij op sectorniveau via een bij koninklijk besluit verplicht gestelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (CAO); (Voor de periode 2023-2024 moet deze CAO uiterlijk op 30 september 2023 worden neergelegd bij de griffie)
  • ofwel, bij gebrek aan een sectorale CAO, op het niveau van de onderneming.

De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst voorziet in:

  • een individueel opleidingsrecht dat voor een voltijds tewerkgestelde werknemer;
  • een groeipad dat vastlegt in welke mate het aantal opleidingsdagen wordt verhoogd om het individueel opleidingsrecht van minimum 5 dagen per jaar vanaf 1 januari 2024 te realiseren;
  • een kader voor de praktische tenuitvoerlegging van het individueel opleidingsrecht en voor de verwezenlijking van het groeipad;
  • de opleidingen die in aanmerking worden genomen om het aantal individuele opleidingsdagen te bepalen waarbij minstens begrepen zijn: de formele en informele opleidingen en de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid van toepassing op werknemers bij de uitvoering van hun werk.

Deze cao kan het aantal dagen en groeipad wijzigen, hoger of lager, zonder het aantal opleidingsdagen te kunnen verminderen tot minder dan 2 dagen.

In uw sector is een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het individueel opleidingsrecht gesloten.

2. PC 200

In het aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) werd op 6 juli 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake opleiding (nr. 181682/CO/200).

2.1. Ondernemingen met minder dan 10 werknemers

Een gemiddelde van 4 collectieve opleidingsdagen per voltijds equivalent aangeboden voor een periode van telkens 2 jaar (waarbij de eerste periode loopt van 1 januari 2024 t.e.m. 31 december 2025), waarvan gemiddeld 1 individuele opleidingsdag per jaar voor een voltijdse bediende.

2.2. Ondernemingen met minstens 10 en minder dan 20 werknemers

Een gemiddelde van 4,5 collectieve opleidingsdagen per voltijds equivalent aangeboden voor een periode van 2 jaar (waarbij de eerste periode loopt van 1 januari 2024 t.e.m. 31 december 2025), waarvan 1 individuele opleidingsdag per jaar voor een voltijds bediende.

2.3. Ondernemingen van 20 werknemers of meer

De cao van 18 november 2021 inzake opleiding blijft gelden voor het jaar 2023, wat inhoudt dat het aantal aan te bieden individuele opleidingsdagen 2 dagen per jaar bedraagt voor een voltijdse bediende.

Vanaf 2024 geldt volgend groeipad voor een voltijdse bediende: 

  • Vanaf 2024: 3 individuele opleidingsdagen per jaar 
  • Vanaf 2026: 4 individuele opleidingsdagen per jaar 
  • Vanaf 2028: 5 individuele opleidingsdagen per jaar 

Voor werknemers die niet voltijds tewerkgesteld worden en/of niet voor het hele kalenderjaar aan een arbeidsovereenkomst gebonden zijn, wordt het recht op opleiding  bepaald in overeenstemming met artikel 50, §3 van de Wet op Arbeidsdeal.

Het aantal opleidingsdagen wordt bepaald op basis van de volgende formule: A x B x C waar:

  • "A" overeenkomt met het aantal in de schoot van de onderneming toegekende opleidingsdagen voor een voltijds tewerkgestelde werknemer;
  • "B" overeenkomt met het arbeidsregime van de werknemer in verhouding tot een voltijds arbeidsregime;
  • "C" overeenkomt met het aantal maanden gedeeld door twaalf, gedurende dewelke de werknemer werd tewerkgesteld in de schoot van de onderneming.

Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledig gepresteerde maand.

Het saldo aan opleidingsdagen wordt op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar.

2.4. Uitvoering en  mogelijke opleidingstypes 

Voor de Invulling van het individuele opleidingsrecht worden de begrippen 'formele opleiding' en 'informele opleiding' gedefinieerd als volgt:

  • formele opleiding: door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme;
  • informele opleiding: de opleidingsactiviteiten die rechtstreeks betrekking hebben op het werk. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden. Bijvoorbeeld:
    • een on-the-job-training;
    • mentorschap, coaching, het verwerven van knowhow;
    • een opleiding of vorming door middel van jobrotatie, uitwisselingen, interne of externe stage, studiebezoeken of detacheringen;
    • de deelname aan praktijk- of lerende netwerken;
    • zelfstudie (of een open opleiding) alsook een opleiding op afstand;
    • het bijwonen van conferenties, workshops, beurzen, lezingen, etc.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
06/07/2023
Registratienr
181682
Geldig van
01/01/2024
Geldig tot
31/12/2028
Neerleggingsdatum
11/07/2023
Registratiedatum
21/08/2023
Onderwerp
Opleiding
BS Bericht van neerlegging
29/08/2023
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
26/03/2024
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, ARAB - VERGOEDING / VERBLIJFSVERGOEDING / ONKOSTENVERGOEDING
Tekst aangepast op
23/08/2023

Historiek
01/01/2024 31/12/2028 48 Individueel opleidingsrecht
01/01/2022 31/12/2023 48 Beroepsopleiding
01/01/2020 31/12/2021 48 Beroepsopleiding
01/01/2019 31/12/2019 48 01 Beroepsopleiding
01/01/2018 31/12/2018 48 01 Beroepsopleiding
01/01/2016 31/12/2017 48 01 Beroepsopleiding
01/01/2014 31/12/2015 48 01 Beroepsopleiding