Hoofdstuk |
Titel |
Samenvatting |
Bijwerking |
Geldig van |
Geldig tot |
01
|
Protocolakkoord 2023-2024
|
<p>Protocolakkoord 2023-2024 gesloten op 6 juli 2023: lonen, koopkracht, aanvullend pensioen, eindejaarspremie, SWT, vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid, tijdskrediet, telewerk, vorming, bijdrage sociaal fonds, mobiliteit, sociale vrede. </p>
|
07/07/2023
|
01/01/2023
|
31/12/2024
|
02
|
Bevoegdheid van het paritair comité
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2>Bevoegdheid</h2>
<ul>
<li>werknemers die in hoofdzaak intellectuele arbeid verrichten en onder geen enkel eigen nationaal paritair comité ressorteren</li>
<li>enkel de werkgevers die tot de profit-sector behoren</li>
</ul>
<h2>RSZ Kengetal</h2>
<ul>
<li>het kengetal <strong>010 : </strong>Algemene categorie van werkgevers die voor hun bedienden een bijdrage verschuldigd zijn voor het Sociaal Fonds van het APCB;</li>
<li>het kengetal <strong>012 : </strong>Algemene categorie voor buitenlandse werkgevers die voor hun bedienden een bijdrage verschuldigd zijn voor het Sociaal Fonds van het APCB;</li>
<li>het kengetal <strong>210</strong> <strong>:</strong> Algemene categorie van werkgevers die voor de arbeiders bijdrageplichtig zijn aan het Fonds PC 100, en voor de bedienden bijdrageplichtig zijn aan het Fonds PC 200 ;</li>
<li>werkgevers die arbeiders hebben onder PC 149.01 en bedienden onder PC 200, krijgen cat. <strong>467</strong> ;</li>
<li>werkgevers die arbeiders hebben onder PC 149.01 en bedienden onder PC 201, krijgen cat.<strong> 0</strong><span style="font-size:11pt"><span style="line-height:115%"><span style="font-family:Calibri,sans-serif"><span lang="NL-BE" style="font-family:"Century Gothic",sans-serif"><strong>67</strong>.</span></span></span></span></li>
</ul>
</div>
|
07/02/2024
|
01/01/2024
|
31/12/2050
|
03
|
Beroepenclassificatie van de bedienden
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>De functies van de bedienden worden ondergebracht in 4 categorieën.</p>
</div>
|
08/07/2020
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
040101
|
Loonvoorwaarden
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>De loonvoorwaarden <strong>(regels, bedragen en premies)</strong> worden in het hoofdstuk omschreven.</p>
</div>
|
29/11/2023
|
01/01/2019
|
31/12/2999
|
040102
|
Loonvoorwaarden - Erkende rijscholen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2>Erkende rijscholen (uitgezonderd erkende rijscholen opgericht onder de vorm van een vzw)</h2>
<ul>
<li>Lesgever theorie = wedden volgens de schalen klasse D, kan niet lager zijn dan bezoldiging lesgever praktijk (onverminderd gunstiger regeling op het niveau van de onderneming)</li>
<li>Lesgever praktijk = wedden volgens de schaal klasse C met 26 jaar beroepservaring (onverminderd gunstiger regeling op het niveau van de onderneming).</li>
</ul>
<p>De geactualiseerde bedragen van de minimumwedden vindt u terug in onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.</p>
</div> |
08/07/2019
|
01/04/2015
|
31/12/2999
|
0402
|
Wedden vanaf 1 januari 2024
|
<div class="paragraphe-encadre">
<ul class="list--blue">
<li>Indexatie: +1,48 % op de minimum- en effectieve wedden en het gemiddeld minimum maandinkomen.</li>
<li>De huidige barema's vindt u in de tabel bij dit hoofdstuk.</li>
</ul>
</div>
|
02/01/2024
|
01/01/2024
|
31/12/2050
|
0403
|
Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2>Vanaf 01/01/2024</h2>
</div>
<table>
<tbody>
<tr>
<th>
<p><strong>Bij aanwerving</strong></p>
</th>
<th>
<p><strong>Na zes maanden dienst</strong></p>
</th>
<th>
<p><strong>Na twaalf maanden dienst</strong></p>
</th>
</tr>
<tr>
<th>
<p><strong>18 jaar</strong></p>
</th>
<th>
<p><strong>19 jaar</strong></p>
</th>
<th>
<p><strong>20 jaar</strong></p>
</th>
</tr>
<tr>
<td>2.035,97 EUR *</td>
<td>2.035,97 EUR *</td>
<td>2.058,25 EUR</td>
</tr>
</tbody>
</table>
<p> <strong>* Pas op !</strong> Deze sector heeft zijn eigen GGMMI. Na vergelijking blijkt dat dit bedrag onder het nationale GGMMI ligt. Op het einde van het jaar (of van de arbeidsovereenkomst) moet nagegaan worden of de gemiddelde maandelijkse bezoldiging van de werknemer het GGMMI haalt.</p>
|
02/01/2024
|
01/01/2016
|
31/12/2999
|
0404
|
Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen: jaaroverzicht
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>Het gemiddeld maandelijks inkomen van de werknemer moet minstens een bepaald bedrag bereiken. De werkgever dient dus na te gaan (op het einde van elk jaar) of de som van de 12 maandwedden die de werknemer genoot, verhoogd met de eindejaarspremie, het dubbel vakantiegeld en eventuele andere voordelen die niet worden uitgesloten in de CAO, minstens gelijk zijn aan de som van de twaalf bedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen.</p>
<p>Om toe te laten deze controle te verrichten, overzicht van de opeenvolgende bedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen <strong>voor het jaar 2024.</strong></p>
</div>
|
02/01/2024
|
01/01/2024
|
31/12/2024
|
05
|
Eindejaarspremie
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Bedrag</strong>: premie gelijk aan het maandloon.</p>
<p><strong>Toekenningsvoorwaarden</strong>:</p>
<ul class="list--blue">
<li>verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor werknemers, op het ogenblik van de betaling van de premie, behalve voor de hierna vermelde gevallen;</li>
<li>een anciënniteit hebben van tenminste zes maanden op het ogenblik van de betaling van de premie.</li>
</ul>
<p><strong>Betaling door</strong>: de werkgever.</p>
<p><strong>Betalingsdatum</strong>: hetzij bij het indienen van de maatschappelijke rekeningen hetzij in december.</p>
<p><strong>Referteperiode</strong>: kalenderjaar.</p>
<p><strong>Prorata en gelijkstellingen</strong>: ja.</p>
</div>
|
16/08/2023
|
06/07/2023
|
31/12/2999
|
0601
|
Jaarlijkse premie
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2>Bedrag</h2>
<ul class="list--blue">
<li><strong>2024:</strong> 312,50 EUR</li>
<li><strong>2023:</strong> 307,94 EUR</li>
<li><strong>2022</strong>: 277,22 EUR</li>
<li><strong>2021</strong>: 267,64 EUR</li>
<li><strong>2020: </strong>265,12 EUR</li>
<li><strong>2019:</strong> 263,02 EUR</li>
<li><strong>2018:</strong> 257,46 EUR</li>
<li><strong>2017:</strong> 252,83 EUR</li>
<li><strong>2016:</strong> 250 EUR</li>
</ul>
<h2>Voorwaarden</h2>
<ul class="list--blue">
<li>volledige referteperiode (01/06-31/05);</li>
<li>niet van toepassing op bedienden die een effectieve verhoging van het loon en/of andere gelijkwaardige voordelen in koopkracht toegekend krijgen;</li>
<li>niet van toepassing op bedienden die van een aanvullende pensioenregeling genieten (mits een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het PC 200 uiterlijk op 31/10/2015).</li>
</ul>
<h2>Modaliteiten</h2>
<ul class="list--blue">
<li>Jaarlijkse premie uitbetaald in de loop van de maand juni.</li>
<li>Voor de deeltijdse bedienden en diegenen die in de loop van de referteperiode voor de uitbetaling uit dienst zijn gegaan (behalve omwille dringende reden) = pro rata regeling</li>
<li>Effectieve en gelijkgestelde dagen = de dagen effectieve prestaties en schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor loon is betaald + vaderschapsverlof/moederschapsverlof</li>
<li>De jaarlijkse premie wordt vanaf 2017 geïndexeerd.</li>
<li>De jaarlijkse premie kan omgezet worden in een gelijkwaardig voordeel</li>
</ul>
</div>
|
02/01/2024
|
01/01/2016
|
31/12/2999
|
0602
|
Coronapremie 2021 (consumptiecheque)
|
<p><strong>Bedrag : </strong></p>
<ul class="list--blue">
<li>125 EUR indien de omzet (code 70), of de brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, met ten minste 5% is gestegen in 2020 ten opzichte van 2019;</li>
<li>250 EUR indien de omzet (code 70), of de brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, met ten minste 10% is gestegen in 2020 ten opzichte van 2019.</li>
</ul>
<p><strong>Betalingsdatum :</strong> uiterlijk op 31 december 2021</p>
<p><strong>Omzettingsmogelijkheid : </strong>Neen</p>
|
21/08/2023
|
01/08/2021
|
31/12/2022
|
0603
|
Koopkrachtpremie 2023 (consumptiecheque)
|
<p><strong>Bedrag:</strong></p>
<ul>
<li><strong>125 EUR</strong> indien de verhouding operationele bedrijfswinst (code 9901) op balanstotaal in 2022 minstens 1,25x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021 is;</li>
<li><strong>250 EUR</strong> indien de verhouding operationele bedrijfswinst (code 9901) op balanstotaal in 2022 minstens 1,50x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021 is;</li>
<li><strong>375 EUR</strong> indien een onderneming in 2022 een uitzonderlijk hoge winst heeft behaald.</li>
</ul>
<p><strong>Referteperiode:</strong> tussen 1 november 2022 en 31 oktober 2023.</p>
<p><strong>Betalingsdatum:</strong> uiterlijk 31 december 2023.</p>
<p><strong>Mogelijkheid tot omzetting:</strong> neen</p>
|
29/11/2023
|
01/05/2023
|
31/12/2024
|
0604
|
Tijdelijke jaarpremie in aanloop naar een aanvullend pensioen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2>Bedrag</h2>
<ul>
<li>
<p>Een eenmalige premie ten belope van het brutomaandloon (november 2019) x 5,5% (1,1 % x 5 maanden) wordt toegekend aan de bedienden in dienst op 1/9/2019 <strong>met het loon van december 2019</strong> pro rata van de prestaties geleverd gedurende de referteperiode 1/9/2019 - 31/12/2019;</p>
</li>
<li>
<p>Vanaf het jaar 2020 wordt een tijdelijke jaarpremie toegekend ten belope van het brutomaandloon (november refertejaar) x 15,31 % (1,1 % x 13,92). Deze premie wordt uitbetaald <strong>met het loon van december </strong>aan de bedienden in dienst op 1/9/2019 pro rata van de prestaties geleverd gedurende de referteperiode 1/1 - 31/12.</p>
</li>
</ul>
<h2>Toekenningsvoorwaarden</h2>
<p>Van toepassing op de bedienden van de werkgevers, die zowel bedienden als arbeiders tewerkstellen in dezelfde ondernemingsactiviteit én:</p>
<ul>
<li>waarbij de arbeiders genieten van een aanvullende pensioenregeling die hetzij ingericht is op sectoraal niveau (in het spiegel paritair (sub)comité) hetzij ingericht is op ondernemingsvlak op grond van een opting out van het sectoraal pensioenstelsel of op basis van een zgn. buiten toepassingsgebied van de betrokken sectorale cao tot inrichting van een aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders (de bijlage van deze cao kan gebruikt worden om uit te maken of de werkgever valt onder deze situatie);</li>
<li>én die bovendien geen of een minder gunstige aanvullende pensioenregeling hebben voor de bedienden dan de pensioenregeling die van toepassing is op hun arbeiders in dezelfde ondernemingsactiviteit.</li>
</ul>
<h2>Modaliteiten</h2>
<p>Het bedrag van de tijdelijke jaarpremie en de eenmalige premie wordt berekend in verhouding tot de effectieve en gelijkgestelde dagen tijdens de referteperiode. Met effectieve en gelijkgestelde dagen worden bedoeld: de dagen effectieve prestaties en schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor loon is betaald, vermeerderd met de dagen vaderschapsverlof en moederschapsverlof.</p>
<p>De pro rata regeling geldt eveneens voor de bedienden welke in de loop van de referteperiode voor de uitbetaling van de premie uit dienst zijn gegaan.</p>
<p>De tijdelijke jaarpremie en de eenmalige premie zijn niet van toepassing voor de bedienden die op 31 augustus 2019 worden betaald aan het minimumbarema.</p>
<p>Voor bedienden die op 31 augustus 2019 minder dan 1,1% boven het minimumbarema worden betaald, wordt op 1 september 2019 het brutoloon verhoogd tot het minimumbarema van toepassing na de verhoging met 1,1 %. Deze bedienden ontvangen ook de tijdelijke jaarpremie en de eenmalige premie, met dien verstande dat voor hen deze premies gelijk zijn aan respectievelijk:</p>
<p>- 13,92 x het percentage betaald boven het minimumbarema op 31 augustus 2019 x het brutomaandloon van november van het refertejaar, wat betreft de tijdelijke jaarpremie;</p>
<p>- 5 x het percentage betaald boven het minimumbarema op 31 augustus 2019 x het brutomaandloon van november 2019, wat betreft de eenmalige premie;</p>
<p>In de ondernemingen <strong>met een syndicale afvaardiging </strong>zal de werkgever de syndicale delegatie tegen uiterlijk de loonbetaling van september 2019 de nodige toelichting verschaffen in geval de bijzondere regeling op de onderneming van toepassing is.</p>
<p>In de ondernemingen <strong>zonder syndicale afvaardiging</strong>, informeert de werkgever de bedienden schriftelijk en individueel in geval de bijzondere regeling op de onderneming van toepassing is, op het ogenblik van de betaling van het loon van september 2019.</p>
<h2>Uitzonderingen </h2>
<p>De tijdelijke jaarpremie moet niet langer betaald worden aan de bedienen die ressorteren onder het PC 200 én waarvoor de werkgever:</p>
<ul>
<li>ofwel krachtens de kader-cao van 12 mei 2022 tot inrichting van een aanvullend pensioen voor de PC 200 bedienden in de ondernemingsactiviteit "steenbakkerij" (nr. 174187/CO/200) een aanvullend pensioen heeft voorzien dat minstens gelijkwaardig is aan het sectoraal aanvullend pensioen van de PC 114 arbeiders. Deze uitzondering geldt vanaf 2022;</li>
<li>ofwel valt onder het toepassingsgebied van de cao van 8 december 2022 tot inrichting van een sectoraal aanvullend pensioen voor de PC 200 bedienden in de ondernemingsactiviteit "bouw" (nr. 177842/CO/200). Deze uitzondering geldt vanaf 2023. </li>
</ul>
</div>
|
28/08/2023
|
18/11/2021
|
31/12/2050
|
0701
|
Arbeidsduur
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>gemiddelde arbeidsduur van 38 uur/week op jaarbasis:</p>
<ul>
<li>gespreid over 5 dagen (uitgezonderd voor gevallen van dringende noodzaak omwille van de uitbating);</li>
<li>of 40 uur/week mits toekenning van 12 inhaalrustdagen (vastgesteld in het arbeidsreglement);</li>
<li>rekening houdend met de inhaalrustdagen die reeds op het vlak van de onderneming aan alle bedienden worden toegekend bovenop de rustdagen die voortvloeien uit de wettelijke bepalingen en uit de collectieve arbeidsovereenkomsten van het PC 200 (eventuele plaatselijke feestdagen, feestdagen van de gemeenschappen of andere dagen die collectief aan alle werknemers worden toegekend);</li>
<li>in de ondernemingen welke zowel bedienden als werklieden tewerkstellen, kunnen de wekelijkse arbeidsduur en de arbeidstijdregeling van het bediendenpersoneel dat leiding geeft aan en toezicht houdt over de werklieden, evenwel dezelfde als die van het werkliedenpersoneel;</li>
<li>onverminderd de wettelijke bepalingen kunnen in de ondernemingen of sectoren waar bij collectieve arbeidsovereenkomst specifieke regelingen werden overeengekomen op het stuk van de organisatie van de arbeidstijd voor de werklieden, dezelfde modaliteiten eveneens toegepast worden op het bediendenpersoneel van die ondernemingen of sectoren, voor zover dit personeel ressorteert onder het PC 200.</li>
</ul>
</div> |
25/04/2019
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
0703
|
Recuperatie van overuren
|
<div class="paragraphe-encadre">
<ul>
<li>de periode voor recuperatie wordt verlengd tot een periode van maximum één jaar (in principe een burgerlijk jaar);</li>
<li>de overschrijvingen zullen bij voorkeur worden gecompenseerd door volledige rustdagen.</li>
</ul>
</div> |
25/04/2017
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
0801
|
Arbeid op zondag - Inhaalrust
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2>Bijzondere regeling voor inhaalrust</h2>
<p>De inhaalrust waarop de bedienden recht hebben die 's zondags tewerkgesteld worden door de ondernemingen die deelnemen aan nationale en internationale jaarbeurzen en tentoonstellingen, die langer duren dan een week of minstens gespreid worden over twee weekends, wordt verleend binnen de eerste 4 weken die op deze zondag volgen.</p>
</div> |
23/03/2015
|
29/04/1985
|
31/12/2999
|
0802
|
Tewerkstelling van sommige leerlingen-stagiairs op zondag en 's nachts
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>
De jongere mag tijdens de stage die voorzien wordt in het leerprogramma gedurende drie zondagen per schooljaar en/of 's nachts tot 22 uur of tot 24 uur binnen de door artikel 3 van het koninklijk besluit vastgelegde beperkingen en voorwaarden arbeid verrichten.
</p>
<p>
Om 's nachts te kunnen werken, moet de jongere ouder dan 16 jaar zijn.
</p>
<p>
Krachtens artikel 32, § 3 van de Arbeidswet, mag de jongere in geen geval meer dan één zondag op twee arbeid verrichten, behalve met voorafgaande toelating van de Sociale Inspectie.
</p>
<p>
Krachtens artikel 33, § 2 van de Arbeidswet, heeft de jongere die op zondag arbeid heeft verricht recht op een wekelijkse onbetaalde inhaalrust van minimum 36 opeenvolgende uren.
</p>
</div> |
10/10/2002
|
01/09/2002
|
31/12/2999
|
09
|
Feestdagen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>De werkgevers <strong>mogen</strong> met de afgevaardigden van de syndicale organisaties of, bij ontstentenis daarvan, met de betrokken bedienden <strong>overeenkomen dezelfde toekenningsmodaliteiten toe te passen als deze voorzien voor de werklieden</strong> van de onderneming.</p>
</div> |
27/04/2017
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
1201
|
Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Openbaar vervoer:</strong></p>
<ul>
<li>Trein: derdebetalersregeling.</li>
<li>Andere:
<ul>
<li><em>prijs in verhouding tot de afstand</em>: volgens schaal NAR - CAO 19/9 zonder 75% van de prijs te overschrijden.</li>
<li><em>eenheidsprijs</em>: 71,8% van de effectieve prijs zonder evenwel het bedrag van de schaal van de NAR voor een afstand van 7 kilometer te overschrijden.</li>
</ul>
</li>
</ul>
<p><strong>Privévervoer:</strong></p>
<ul>
<li>Loonplafond: 34.654 EUR/jaar (vanaf 01/01/2024) <span class="text--blue"><span lang="NL-BE"><span><span>(geen pro rata voor deeltijdse werknemers!).</span></span></span></span></li>
<li>Minimale afstand: 3 km.</li>
<li>Bedrag: 50 % van de treinkaart NMBS geldig voor één maand.</li>
</ul>
<p><strong>Fiets:</strong></p>
<ul>
<li>Bedrag: 0,20 EUR per werkelijk afgelegde km (0,27 EUR vanaf 01/07/2024).</li>
<li>Voorwaarde: max. 40 km heen en terug</li>
</ul>
</div>
|
30/01/2024
|
01/01/2022
|
31/12/2050
|
1202
|
Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: bedragen vanaf 1 februari 2024
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>De huidige barema's vindt u in de tabel bij dit hoofdstuk.</p>
</div>
|
07/02/2024
|
01/02/2024
|
31/01/2050
|
13
|
Klein verlet
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van enkele gebeurtenissen. Deze sector heeft gunstigere bepalingen voorzien dan het wettelijk minimum.</p>
</div>
|
14/07/2023
|
25/05/2023
|
31/12/2999
|
14
|
Gerechtvaardigde afwezigheid om familiale redenen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>Deze afwezigheid geeft geen recht op loon.</p>
<p>De betrokken bedienden moeten al de nodige schikkingen treffen om de directie van de ondernemingen tijdig op de hoogte te stellen en, desgevallend, rechtvaardigingen te verstrekken.</p>
</div> |
26/04/2017
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
18
|
Werkkledij
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>Het technisch werkplaatspersoneel en het technisch laboratoriumpersoneel, tewerkgesteld onder dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werklieden aan wie werkkleding wordt verstrekt, ontvangen eveneens een dergelijke kleding.</p>
</div> |
14/12/1990
|
01/01/1989
|
31/12/2999
|
1901
|
Fonds voor bestaanszekerheid: statuten
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Naam</strong>: Sociaal Fonds</p>
<p><strong>Adres</strong>: Stuiverstraat 8, 1000 Brussel.</p>
</div> |
20/11/2019
|
01/01/2020
|
31/12/2021
|
1902
|
Fonds voor bestaanszekerheid: bijdragen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Bijdragen</strong><strong>: </strong>0,23% van de brutolonen van de bedienden.</p>
<p><strong>Periode: </strong>van 1<sup>ste</sup> kwartaal 2024 t.e.m. 4<sup>de</sup> kwartaal 2025.</p>
<p><strong>Geïnd door:</strong> RSZ.</p>
</div>
|
12/04/2024
|
01/01/2024
|
31/12/2025
|
1903
|
Risicogroepen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Bijdrage:</strong> 0,05% van de loonmassa.</p>
<p><strong>Geïnd door:</strong> RSZ.</p>
</div>
|
12/04/2024
|
01/01/2024
|
31/12/2025
|
2102
|
SWT 60 jaar - 35 jaar - zwaar beroep
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Leeftijd:</strong> 60 jaar</p>
<p><strong>Loopbaan:</strong> 35 jaar</p>
<p><strong>Zwaar beroep</strong></p>
</div>
|
12/01/2022
|
01/07/2023
|
30/06/2025
|
2103
|
SWT 60 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Leeftijd:</strong> 60 jaar</p>
<p><strong>Loopbaan:</strong> 33 jaar</p>
<p><strong>Nachtarbeid/zwaar beroep</strong></p>
</div>
|
17/08/2023
|
01/07/2023
|
30/06/2025
|
2104
|
SWT 60 jaar - 40 jaar loopbaan
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Leeftijd:</strong> 60 jaar</p>
<p><strong>Loopbaan:</strong> 40 jaar</p>
</div>
|
17/08/2023
|
01/07/2023
|
30/06/2025
|
2106
|
Waarborg van vereffening van de aanvullende vergoeding SWT door het sociaal fonds
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>Wanneer de werkgever in gebreke blijft de aanvullende vergoeding te betalen aan de bediende in het SWT, waarborgt het sociaal fonds van het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden de betaling.</p>
<p>Dit fonds keert zich vanzelfsprekend nadien tegen de werkgever om het bedrag van de aanvullende vergoeding verhoogd met de gemaakte kosten te recupereren.</p>
</div> |
27/01/2021
|
01/01/1991
|
31/12/2999
|
2201
|
Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
|
<p>De toegang tot dit type SWT (58 jaar - lange loopbaan) is niet meer mogelijk sinds 2015, behalve als het kliksysteem wordt toegepast.</p>
|
27/01/2021
|
01/01/2014
|
31/12/2014
|
2202
|
Historiek SWT 60 jaar – Kliksysteem
|
<p>De toegang tot dit type SWT (60 jaar) is niet meer mogelijk sinds 2018, behalve als het kliksysteem wordt toegepast.</p>
|
28/07/2015
|
01/01/2015
|
31/12/2017
|
2301
|
Syndicale afvaardiging
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Oprichting: </strong></p>
<ul>
<li>Ondernemingen met 50 en meer bedienden: wanneer minimum 25 % van van de bedienden gesyndiceerd is met een minimum van 17 gesyndiceerde bedienden.</li>
<li>Ondernemingen met 25 tot 50 bedienden: wanneer ten minste 17 bedienden gesyndiceerd zijn.</li>
</ul>
</div> |
01/10/2020
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
2302
|
Syndicale afvaardiging (bedienden uit de bouwsector)
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>Ondernemingen die, wat hun arbeiders betreft, ressorteren onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf en ten minste <strong>50 werknemers</strong>, waarvan <strong>10 bedienden</strong>, tewerkstellen.</p>
</div>
|
07/03/2019
|
01/01/2016
|
31/12/2999
|
2401
|
Syndicale vorming
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Krediet: </strong>berekend naar rato van 14 dagen voor vier jaar effectief mandaat in de ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk en de vakbondsafvaardiging.</p>
<p><strong>Begunstigden: </strong>Effectieve en plaatsvervangende leden, en in uitzonderlijke gevallen de niet-leden van de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale delegatie.</p>
</div> |
20/03/2017
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
2402
|
Syndicale vorming (bedienden uit de bouwsector)
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Krediet: </strong>32 dagen voor 4 jaar.</p>
<p><strong>Begunstigden: </strong>vakbondsafgevaardigde.</p>
</div> |
14/10/2020
|
01/01/2016
|
|
2601
|
Werkzekerheid
|
<p><strong>Aanbeveling</strong>: wanneer bijzondere economische omstandigheden tot het ontslaan van bedienden nopen, is het aanbevolen om een orde van voorrang in acht te nemen, waarbij o.m. wordt gelet op de bekwaamheid, de verdienste, de leeftijd, de dienstjaren en de gezinslast. Bij wederindienstneming zal evenzo voorrang gegeven worden aan ontslagen bedienden, maar dan in omgekeerde orde als voorzien voor het ontslag.</p>
|
27/05/2021
|
01/01/1989
|
|
2602
|
Outplacement
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2><strong>Datum CAO</strong></h2>
<p>10/07/2014 (nr. 122991/CO/218)</p>
<h2><strong>Geldigheid:</strong></h2>
<p>01/01/2014 – onbepaalde duur (met uitzondering van Afdeling III welke in werking treedt op 10 juli 2014)</p>
<h2><strong>Samenvatting:</strong></h2>
<p>De nieuwe cao bestaat uit 3 afdelingen:</p>
<h3>Afdeling I – Bijzondere regeling van outplacement voor de bedienden van minstens 45 jaar – neemt de artikelen van de cao van 19 juni 2008 integraal en onveranderd over.</h3>
<ul>
<li>Dit betekent dat de bestaande regeling cf. de cao ANPCB van 19 juni 2008 in het kader van de cao 82 onveranderd behouden blijft voor de bedienden met een opzeggingstermijn of een verbrekingsvergoeding van minder dan 30 weken voor zover zij 45+ jaar zijn (standaardregeling 12 maanden begeleiding);</li>
<li>De bestaande “outplacement-light-versie” van maximum 6 maanden begeleiding voor bedienden tussen 35 en 45 jaar blijft ook behouden voor de bedienden met een opzeggingstermijn of een verbrekingsvergoeding van minder dan 30 weken (deze regeling is –zoals in het verleden- niet opgenomen in de cao maar is het resultaat van een beslissing van de Raad van bestuur van Cevora);</li>
<li>zie modelbrief in bijlage van de CAO.</li>
</ul>
<h3>Afdeling II is voorzien voor de bedienden met een te presteren opzeggingstermijn van minstens 30 weken.</h3>
<ul>
<li>Bedienden met een te presteren opzeggingstermijn van 30 weken of meer - vanaf nu ook bedienden die minder dan 45 jaar zijn - volgen de reeds bestaande standaardregeling van 12 maanden begeleiding welke is voorzien voor Afdeling I, mits rekening te houden met de specifieke wettelijke bepalingen die voor deze groep zijn voorzien, zoals o.m. de procedure;</li>
<li>Eventuele verdere praktische uitwerking van deze principes zal desgevallend gebeuren door de raad van bestuur van Cevora;</li>
<li>zie modelbrief in bijlage van de CAO.</li>
</ul>
<h3>Afdeling III voorziet een specifieke regeling voor de bedienden met een verbrekingsvergoeding van 30 weken en meer:</h3>
<ul>
<li>Het gaat om een vrijwillige regeling voor de werkgever (de werkgever kan dus ook een regeling buiten de Cevoraregeling kiezen);</li>
<li>Indien de werkgever de regeling van Cevora kiest kan de bediende geen andere outplacementregeling opeisen;</li>
<li>De Cevora-outplacementbegeleiding bestaat uit 3 categorieën afhankelijk van het jaarloon van de bediende:
<ol>
<li>Categorie I: waarde van € 3000 voor bedienden met 1/12e jaarloon van € 3000 of minder;</li>
<li>Categorie II: waarde van € 4.200 voor bedienden met 1/12e jaarloon tussen € 3.001 en € 4200;</li>
<li>Categorie III: waarde van € 5.500 voor bedienden met 1/12e jaarloon van € 4.201 en meer.</li>
</ol>
</li>
<li><strong>De werkgever betaalt 1/12e jaarloon (min. € 1800 en maximum € 5500) cf. wettelijk regeling aan Sociaal Fonds en houdt 4 weken opzegvergoeding in cf. wettelijke regeling</strong>;</li>
<li>Bediende ontvangt een kostenvergoeding van € 70 per tranche van 20 uren voltooide begeleiding - maximum 60 uren = maximum € 210;<br />
Deze specifieke regeling treedt in werking op 10 juli 2014, maar voor ontslagen die zich hebben voorgedaan vanaf 1 januari 2014 kan de werkgever die nog een outplacement moet aanbieden van deze specifieke regeling gebruik maken.</li>
<li>Deze specifieke regeling komt voor deze bedienden – voor zover zij 45+ zijn - in de plaats van de bestaande cao-regeling voor de bedienden 45+ jaar van Afdeling I; Dit betekent dat men voor deze groep bedienden geen mogelijkheid heeft om de standaardregeling van Afdeling I 45+ jaar te kiezen in plaats van de specifieke regeling voor deze bedienden. Tijdens een overgangsperiode is deze keuzemogelijkheid echter wel voorzien, namelijk wanneer de verbreking van de individuele arbeidsovereenkomst plaatsvindt voor 1 september 2014;</li>
<li>zie modelbrief in bijlage van de CAO.</li>
</ul>
<h2>Overzichtstabel:</h2>
<table>
<tbody>
<tr>
<th colspan="5">
<p>ARBEIDSOVEREENKOMST BEEINDIGD MET EEN<br />
VERGOEDING DIE OVEREENSTEMT MET DE<br />
DUUR VAN EEN OPZEGGINGSTERMIJN</p>
</th>
<th colspan="5">
<p>ARBEIDSOVEREENKOMST BEEINDIGD DOOR<br />
MIDDEL VAN EEN OPZEGGINGSTERMIJN</p>
</th>
</tr>
<tr>
<td colspan="3">
<p><strong>- 30 weken</strong></p>
</td>
<td colspan="2">
<p><strong>30 weken en meer</strong></p>
</td>
<td colspan="3">
<p><strong>- 30 weken</strong></p>
</td>
<td colspan="2">
<p><strong>30 weken en meer</strong></p>
</td>
</tr>
<tr>
<td>
<p><strong>Minder dan 35 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Tussen 35 en 45 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Vanaf 45 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Minder dan 45 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Vanaf 45 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Minder dan 35 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Tussen 35 en 45 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Vanaf 45 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Minder dan 45 jaar</strong></p>
</td>
<td>
<p><strong>Vanaf 45 jaar</strong></p>
</td>
</tr>
<tr>
<td>
<p>Geen recht op outplacement</p>
</td>
<td>
<p>Cevora</p>
<p>(buiten CAO)</p>
</td>
<td>
<p>Werkgever doet binnen een termijn van 15 dagen<br />
schriftelijk aan de rechthebbende<br />
bediende het aanbod om een<br />
outplacementbegeleiding te volgen georganiseerd door CEVORA</p>
</td>
<td>
<p>Werkgever doet binnen een termijn van 15 dagen<br />
schriftelijk aan de rechthebbende<br />
bediende het aanbod om een<br />
outplacementbegeleiding te volgen georganiseerd door CEVORA en <strong>betaalt 1/12e jaarloon</strong> aan Sociaal Fonds en houdt 4 weken opzegvergoeding in </p>
</td>
<td>
<p>Werkgever doet binnen een termijn van 15 dagen<br />
schriftelijk aan de rechthebbende<br />
bediende het aanbod om een<br />
outplacementbegeleiding te volgen georganiseerd door CEVORA en <strong>betaalt 1/12e jaarloon</strong> aan Sociaal Fonds en houdt 4 weken opzegvergoeding in </p>
</td>
<td>
<p>Geen recht op outplacement</p>
</td>
<td>
<p>Cevora</p>
<p>(buiten CAO)</p>
<p> </p>
</td>
<td>
<p>Werkgever doet binnen een termijn van 15 dagen<br />
schriftelijk aan de rechthebbende<br />
bediende het aanbod om een<br />
outplacementbegeleiding te volgen<br />
georganiseerd door CEVORA</p>
</td>
<td>
<p>De werkgever doet uiterlijk 4 weken schriftelijk aan de rechthebbende bediende een<br />
outplacementaanbod georganiseerd door CEVORA</p>
</td>
<td>
<p>De werkgever doet uiterlijk 4 weken schriftelijk aan de rechthebbende bediende een<br />
outplacementaanbod georganiseerd door CEVORA</p>
</td>
</tr>
</tbody>
</table>
<p> </p>
<h2><strong>Adres van het Fonds of instelling die zich met outplacement bezig houdt:</strong></h2>
<p><strong>CEVORA VZW</strong></p>
<p>Silver Building A, 5e verdieping<br />
Reyerslaan 70<br />
1030 Schaarbeek</p>
<p>www.cevora.be</p>
<p><a href="tel:+3228894901">02/889.49.01</a></p>
</div>
|
24/08/2023
|
01/01/2014
|
31/12/2999
|
2801
|
Tijdskrediet met motief
|
<p>Deze sector heeft een cao gesloten betreffende <strong>tijdskrediet met motief</strong> voor een <strong>maximumduur</strong> van 24/36/51 maanden.</p>
|
24/08/2023
|
01/01/2024
|
31/12/2025
|
2802
|
Tijdskrediet eindeloopbaan (recht)
|
<p class="exclamation"><strong>! Dit hoofdstuk is niet langer van toepassing !</strong></p>
|
21/09/2015
|
01/01/2014
|
31/10/2015
|
2803
|
Tijdskrediet eindeloopbaan (uitkeringen)
|
<p>Deze sector heeft een cao gesloten betreffende het recht op <strong>UITKERINGEN voor tijdskrediet eindeloopbaan</strong> vanaf de afwijkende leeftijd van 55 jaar (tijdskrediet ½ en 1/5).</p>
|
24/08/2023
|
01/07/2023
|
30/06/2025
|
2804
|
Tijdskrediet (drempel)
|
<div>
<p>Deze sector heeft een cao gesloten betreffende een drempel die inzake tijdskrediet van toepassing is en vastgesteld is op <strong>5 %</strong> (bedienden die een 1/5e landingsbaan starten, voor zover zij de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, worden niet toegerekend op de drempel van 5 %)</p>
</div>
|
26/10/2021
|
01/01/2024
|
31/12/2025
|
2805
|
Tijdskrediet (uitsluiting van het recht)
|
<p>Deze sector heeft sommige personeelscategorieën uitgesloten van het recht op tijdskrediet.</p>
|
29/10/2019
|
01/07/2019
|
30/06/2021
|
280601
|
Tijdskrediet (organisatie)
|
<p>Deze sector heeft regels van organisatie in geval van tijdskrediet voorzien.</p>
|
08/04/2021
|
01/07/2019
|
30/06/2021
|
280602
|
Tijdskrediet (toeslag van het Sociaal Fonds)
|
<div>
<p><strong>Begunstigers:</strong> bedienden die vanaf 55 jaar of later een 1/5e landingsbaan starten</p>
<p><strong>Bedrag (01/01/2023):</strong> 86,05 EUR</p>
</div>
|
24/08/2023
|
01/01/2022
|
31/12/2025
|
280603
|
Tijdskrediet (vlaams opleidingskrediet)
|
<p>Vlaams opleidingskrediet: algemene regel.</p>
|
07/09/2017
|
01/07/2017
|
30/06/2019
|
30
|
Industrieel leerlingwezen
|
|
09/04/2015
|
01/01/1998
|
31/03/2015
|
35
|
Kleine flexibiliteit en nieuwe arbeidsregelingen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2>1. KLEINE FLEXIBILITEIT (art. 20bis wet 16/03/1971)</h2>
<p>In de ondernemingen waar de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis per week 38 uur of minder bedraagt mag de normale arbeidsduur worden verkort of verlengd en mag het normale uurrooster worden vervangen door bijzondere uurroosters.</p>
<p>Bijzonderheden:</p>
<ul>
<li>de referteperiode waarin de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur moet worden bereikt, is een kalenderjaar (of een andere periode van een jaar bepaald op ondernemingsvlak);</li>
<li>de dagelijkse arbeidsduur mag maximaal met 1 uur worden vermeerderd;</li>
<li>de wekelijkse arbeidsduur mag maximaal met 5 uur worden vermeerderd;</li>
<li>de bijzondere uurroosters moeten opgenomen worden in het arbeidsreglement via de wettelijke procedure tot wijziging van het arbeidsreglement.</li>
</ul>
<h2>2. NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN</h2>
<h2>2.1. ZONDAG- EN FEESTDAGARBEID</h2>
<p>Mogelijkheid om gedurende 6 zon- of feestdagen per kalenderjaar personeel te werk te stellen met recht op een inhaalrust die gelijk is aan 50 % van de op zon- of feestdag gepresteerde arbeidstijd.</p>
<h2>2.2. REGIME VAN 10 UUR/DAG EN 4 DAGEN/WEEK</h2>
<p>Mogelijkheid om gedurende een bepaalde periode een arbeidsregime van 10 uur dagprestaties te organiseren met maximaal 4 dagen per week (behalve op zondagen), binnen de grenzen en volgens de modaliteiten voorzien in deze CAO.</p>
<p>De ondernemingen mogen evenwel <strong>een vijfde dag </strong>laten werken op voorwaarde dat:</p>
<ul>
<li>een weekgrens van 50 uur wordt in acht genomen,</li>
<li>de oproeping van de werknemers een prestatie van ten minste 5 uur omvat,</li>
<li>voor zover voor het aantal gewerkte uren een bijkomende compensatie wordt toegekend volgens de regels voorzien in de CAO.</li>
</ul>
<h2>2.3. REGIME VAN 12 UUR/DAG EN 3 DAGEN/WEEK</h2>
<p>Mogelijkheid om een arbeidsregime van 12 uur per dag in te voeren gespreid over drie dagen per week met recht op een voltijds loon.</p>
<p>Indien in dit systeem een 12 urenprestatie op zondag valt (of op een feestdag met inbegrip van de feestdag die valt op een zondag), bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 28 uur per week; deze arbeidsduur geeft recht op een<br />
voltijds loon. In dit geval kan het werk niet georganiseerd worden binnen een cyclus korter dan 2 weken.</p>
<h2>2.4. INFORMATIE MEDE TE DELEN AAN DE WERKNEMERS</h2>
<p>De werkgever moet voorafgaandelijk aan de OR, bij gebrek, de VA, bij gebrek, de werknemers schriftelijke informatie verstrekken omtrent het soort van arbeidssysteem en omtrent de factoren die de invoering ervan rechtvaardigen.</p>
<h2>2.5. PROCEDURE TOT WIJZIGING VAN HET ARBEIDSREGLEMENT</h2>
<p>De werkgever dient de juiste modaliteiten van deze nieuwe dienstregeling vast te leggen in overleg met de syndicale delegatie of, bij ontstentenis hiervan, met de betrokken bedienden. Het arbeidsreglement wordt automatisch in overeenstemming gebracht met de nieuwe arbeidsregeling (zonder dat de wettelijke procedure tot wijziging moet gevolg worden).</p>
<h2>2.6. RECUPERATIE OP JAARBASIS</h2>
<p>De periode voor recuperatie van overschrijdingen van de arbeidsduur wordt verlengd tot een periode van maximum één jaar (= het kalenderjaar of een andere periode van één jaar bepaald op ondernemingsvlak).</p>
<h2>3. INSTELLING VAN ANDERE AFWIJKENDE REGIMES</h2>
<p>Andere arbeidsregimes dan deze voorzien in de CAO kunnen worden ingesteld op ondernemingsvlak, na onderhandeling overeenkomstig de termijnen en procedures voorzien in de wet van 17 maart 1987 en na voorlegging van deze akkoorden aan het paritair comité.</p>
</div>
|
06/02/2017
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
3801
|
Collectief ontslag
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Specifieke sectorale maatregel</strong>: versturen van een kopie van de kennisgeving naar de voorzitter van het PC 200 die normaal enkel aan de directeur van de subregionale tewerkstellingsdienst moet meegedeeld worden.</p>
</div>
|
06/11/2020
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
40
|
Deeltijdse arbeid in de erkende rijscholen
|
<div class="paragraphe-encadre">
<h2>Toepassingsgebied</h2>
<p>Van toepassing op rijscholen die door de bevoegde regionale Ministers erkend zijn, met uitzondering van de erkende rijscholen die organisaties zijn die geen winstgevend doel nastreven, en op alle bedienden die in dienst zijn van deze werkgevers, of die laatste nu natuurlijke personen dan wel handelsvennootschappen zijn.</p>
<h4>Een erkende rijschool opgericht onder de vorm van een vzw zal dus niet onder het toepassingsgebied van deze cao vallen.</h4>
<h2>Afwijking op de 1/3 norm voor deeltijdse werknemers</h2>
<ul>
<li>het is mogelijk om voor de deeltijdse en losse medewerkers een wekelijkse arbeidsduur overeen te komen die lager ligt dan een derde van de arbeidsduur van de voltijdse werknemers;</li>
<li>geldt voor de werknemers die met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid in dienst genomen werden en die hetzij:
<ul>
<li>lesgever theorie en/of praktijk zijn;</li>
<li>administratieve kracht zijn.</li>
</ul>
</li>
<li>De werknemers moeten in dienst genomen zijn met een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde duur en bovendien dient er gemiddeld een weekprestatie van tenminste 6 uren voorzien te zijn.</li>
<li>Voor de losse medewerkers kan eveneens afgeweken worden van de 1/3 regel; voor hen geldt geen minimum aan gemiddelde weekprestaties.</li>
<li>Het totaal aantal gepresteerde uren mag niet meer bedragen dan 25 pct. van het totaal volume aan werkuren dat in totaliteit in de betrokken rijschool wordt verricht. Dit percentage moet berekend worden rekening houdende met alle uitbatingszetels waaruit de rijschool bestaat</li>
</ul>
<h2>Flexibele arbeidsregeling en variabel uurrooster</h2>
<p>Voor de deeltijdse werknemers en de losse medewerkers wordt de referteperiode voor de berekening van de gemiddelde arbeidsduur bij variabele deeltijdse arbeidsovereenkomsten vastgelegd op een jaar. Voor wat het bereiken van dit gemiddelde betreft, neemt "het jaar" een aanvang op 1 oktober en loopt dit tot 30 september van het daaropvolgende jaar.</p>
<h2>Meerurenkrediet in het kader van een flexibele deeltijdse arbeidsregeling</h2>
<p>Voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers die prestaties leveren in het kader van een flexibele deeltijdse arbeidsregeling wordt een krediet aan meeruren voorzien en dit op de volgende wijze:</p>
<ul>
<li>
<p>Er wordt een krediet aan meeruren voorzien van gemiddeld 3 uren per week. Dit krediet kan gebaseerd worden over dezelfde periode als deze waarin de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur moet gerespecteerd worden dit wil zeggen op jaarbasis. Het jaarlijks beschikbaar meeruren krediet bedraagt dan ook 156 uren.</p>
</li>
<li>
<p>Het jaar is de periode van 1 oktober tot 30 september.</p>
</li>
<li>
<p>Het krediet aan meeruren wordt aangewend wanneer ten minste vijf werkdagen vooraf bekend gemaakte uurroosters overschreden worden alsook bij overschrijding van de (in toepassing van de geldende flexibele deeltijdse arbeidsregeling) gehanteerde gemiddelde wekelijkse arbeidsduur.</p>
</li>
</ul>
<h2>Meerurenkrediet in het kader van een vaste deeltijdse arbeidsregeling in het kader van een cyclus</h2>
<p>Voor wat de werknemers betreft die deeltijdse prestaties leveren in het kader van een vaste deeltijdse arbeidsregeling (al dan niet gecombineerd met een vast dan wel een variabel uurrooster) of in het kader van een cyclus, wordt het krediet aan overschrijdingsuren van de bekendgemaakte uurroosters vastgesteld op 12 uren per periode van 4 weken.</p>
<h2>Minimumduur van de werkperiodes</h2>
<p>De beschikkingen aangaande de minimumnorm worden als volgt aangepast:</p>
<ul>
<li>elke werkperiode mag niet korter zijn dan twee uren;</li>
<li>voor zover er voor dezelfde werknemer meerdere, niet aaneensluitende werkperiodes van twee uren voorzien worden, mag het tijdvak tussen twee opeenvolgende werkperiodes niet meer bedragen dan twee uren behalve indien deze onderbreking tenminste vier uren bedraagt.</li>
</ul>
<p>Per kalenderdag mogen er maximum twee niet aaneensluitende werkperiodes worden verricht per werknemer.</p>
</div> |
06/08/2019
|
01/04/2015
|
31/12/2999
|
42
|
Flexi-jobs
|
<div class="paragraphe-encadre">
<div>
<p><span><span><span>De werkgever die een werknemer met een flexi-jobovereenkomst tewerkstelt, moet aan de werknemer enkel een flexi-loon en flexi-vakantiegeld betalen. Deze lonen zijn fiscaal vrijgesteld en er wordt enkel een bijzondere werkgeversbijdrage van <a>28% </a>ingehouden.</span></span></span></p>
<p><span lang="NL"><span><span><strong>Flexiloon: </strong>sectoraal minimumuurloon<strong> </strong>of GMMI of het voorziene minimumloon (behalve voor de horeca: zie Hfst 0402 bij PC 302) + 7,67 % flexivakantiegeld.</span></span></span></p>
</div>
</div>
|
02/01/2024
|
01/01/2024
|
31/12/2050
|
48
|
Individueel opleidingsrecht
|
<p><strong>Ondernemingen met minder dan 10 werknemers: </strong>4 collectieve opleidingsdagen voor een periode van 2 jaar waarvan 1 individuele opleidingsdag per jaar</p>
<p><strong>Ondernemingen met minstens 10 en minder dan 20 werknemers: </strong>4,5 collectieve opleidingsdagen voor een periode van 2 jaar waarvan 1 individuele opleidingsdag per jaar</p>
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Ondernemingen met minstens 20 werknemers:</strong></p>
<ul>
<li>Vanaf 2023: 2 individuele opleidingsdagen per jaar </li>
<li>Vanaf 2024: 3 individuele opleidingsdagen per jaar </li>
<li>Vanaf 2026: 4 individuele opleidingsdagen per jaar </li>
<li>Vanaf 2028: 5 individuele opleidingsdagen per jaar </li>
</ul>
</div>
|
21/11/2023
|
01/01/2024
|
31/12/2028
|
5201
|
Algemeen: Aanvullend pensioen bedienden ter vervanging van de tijdelijke jaarpremie
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>Er wordt aanbevolen om zo snel mogelijk een aanvullende pensioenregeling uit te werken.</p>
<p>Dit gebeurt door middel van het sluiten van een cao in PC 200 die van toepassing zal zijn op de werkgevers en hun bedienden die onder het toepassingsgebied vallen van de bijzondere regeling en die behoren tot de betrokken ondernemingsactiviteit.</p>
<p>Het is de bedoeling om daartoe vanaf 1/1/2021 het budget van de Tijdelijke Jaarpremie aan te wenden voor een aanvullend pensioenstelsel dat van toepassing zal zijn op de bedienden van de betrokken ondernemingsactiviteit.</p>
<p>Indien slechts een deel van het budget van de Tijdelijke Jaarpremie moet worden aangewend om het volledige verschil met het sectoraal aanvullend pensioen van de arbeiders weg te werken, waarbij dit deel eenduidig bepaald wordt in de tekst van het pensioenreglement, blijft het resterende saldo verder bestaan als Tijdelijke Jaarpremie of kan het desgevallend een gelijkwaardig voordeel worden.</p>
<p>Zulk eventueel saldo wordt bepaald op het ogenblik van de inrichting van het aanvullend pensioen door de sociale partners van de betrokken ondernemingsactiviteit, of in het kader van ondernemingspensioenstelsels.</p>
<p>Indien op 31/12/2022 wordt vastgesteld dat voor de betrokken ondernemingsactiviteit geen cao gesloten werd in PC 200, met uiterlijk uitwerking op 1/1/2025, om een aanvullende pensioenregeling toe te passen, vervalt voor de werkgever de verplichting om de Tijdelijke Jaarpremie te betalen vanaf 1/1/2025 en moet de werkgever het budget van de jaarpremie aanwenden voor een aanvullend pensioen in het kader van de harmonisering arbeiders- bedienden.</p>
</div>
|
10/07/2019
|
01/01/2019
|
|
5202
|
Aanvullend pensioen voor de bedienden in de bouwsector
|
<p><strong>Inrichter:</strong> Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf (fbzp-fsep Constructiv)</p>
<p><strong>Beheerder:</strong> Pensio B</p>
<p><strong>Bijdrage:</strong> patronale bijdrage van 1,30 % </p>
<p><strong>Wie int de bijdragen:</strong> RSZ</p>
|
12/04/2024
|
01/01/2023
|
31/12/2050
|
5203
|
Aanvullend pensioen voor de bedienden in de ondernemingsactiviteit steenbakkerij
|
<p>Kader-CAO waarbij werkgevers die voor hun bedienden die ressorteren onder het PC 200 én arbeiders tewerkstellen die ressorteren onder het PC 114 (steenbakkerij), verplicht worden om vanaf 1 januari 2022 voor de bedienden die actief zijn in de ondernemingsactiviteit "steenbakkerij" een aanvullend pensioen te voorzien dat minstens gelijkwaardig is aan het sectoraal aanvullend pensioen van de PC 114 arbeiders. </p>
|
09/02/2023
|
01/01/2022
|
|
54
|
Ecocheques
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p><strong>Bedrag: </strong>250 EUR voor een voltijdse met een volledige referteperiode (pro rata deeltijdse en onvolledige referteperiode).</p>
<p><strong>Referteperiode: </strong>1 juni tot 31 mei.</p>
<p><strong>Betalingsdatum: </strong>juni van elk jaar.</p>
<p><strong>Mogelijkheid tot omzetting: </strong>Ja, vóór 31 oktober van het jaar waarin ecocheques werden uitbetaald.</p>
</div>
|
08/07/2020
|
01/07/2016
|
31/12/2999
|
64
|
Coronavirus: sectorale gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan
|
<div class="paragraphe-encadre">
<p>Op het niveau van deze sector werd een sectorgids opgesteld om de werknemers toe te laten in alle veiligheid te werken in de context van het coronavirus.</p>
</div> |
04/05/2020
|
30/04/2020
|
|