35 Kleine flexibiliteit en nieuwe arbeidsregelingen

Paritair (sub-)Comité nr.:
200.00.00-00.00

Bijwerking: 06/02/2017
Geldig vanaf: 01/07/2016

1. KLEINE FLEXIBILITEIT (art. 20bis wet 16/03/1971)

In de ondernemingen waar de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis per week 38 uur of minder bedraagt mag de normale arbeidsduur worden verkort of verlengd en mag het normale uurrooster worden vervangen door bijzondere uurroosters.

Bijzonderheden:

  • de referteperiode waarin de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur moet worden bereikt, is een kalenderjaar (of een andere periode van een jaar bepaald op ondernemingsvlak);
  • de dagelijkse arbeidsduur mag maximaal met 1 uur worden vermeerderd;
  • de wekelijkse arbeidsduur mag maximaal met 5 uur worden vermeerderd;
  • de bijzondere uurroosters moeten opgenomen worden in het arbeidsreglement via de wettelijke procedure tot wijziging van het arbeidsreglement.

2. NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN

2.1. ZONDAG- EN FEESTDAGARBEID

Mogelijkheid om gedurende 6 zon- of feestdagen per kalenderjaar personeel te werk te stellen met recht op een inhaalrust die gelijk is aan 50 % van de op zon- of feestdag gepresteerde arbeidstijd.

2.2. REGIME VAN 10 UUR/DAG EN 4 DAGEN/WEEK

Mogelijkheid om gedurende een bepaalde periode een arbeidsregime van 10 uur dagprestaties te organiseren met maximaal 4 dagen per week (behalve op zondagen), binnen de grenzen en volgens de modaliteiten voorzien in deze CAO.

De ondernemingen mogen evenwel een vijfde dag laten werken op voorwaarde dat:

  • een weekgrens van 50 uur wordt in acht genomen,
  • de oproeping van de werknemers een prestatie van ten minste 5 uur omvat,
  • voor zover voor het aantal gewerkte uren een bijkomende compensatie wordt toegekend volgens de regels voorzien in de CAO.

2.3. REGIME VAN 12 UUR/DAG EN 3 DAGEN/WEEK

Mogelijkheid om een arbeidsregime van 12 uur per dag in te voeren gespreid over drie dagen per week met recht op een voltijds loon.

Indien in dit systeem een 12 urenprestatie op zondag valt (of op een feestdag met inbegrip van de feestdag die valt op een zondag), bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 28 uur per week; deze arbeidsduur geeft recht op een
voltijds loon. In dit geval kan het werk niet georganiseerd worden binnen een cyclus korter dan 2 weken.

2.4. INFORMATIE MEDE TE DELEN AAN DE WERKNEMERS

De werkgever moet voorafgaandelijk aan de OR, bij gebrek, de VA, bij gebrek, de werknemers schriftelijke informatie verstrekken omtrent het soort van arbeidssysteem en omtrent de factoren die de invoering ervan rechtvaardigen.

2.5. PROCEDURE TOT WIJZIGING VAN HET ARBEIDSREGLEMENT

De werkgever dient de juiste modaliteiten van deze nieuwe dienstregeling vast te leggen in overleg met de syndicale delegatie of, bij ontstentenis hiervan, met de betrokken bedienden. Het arbeidsreglement wordt automatisch in overeenstemming gebracht met de nieuwe arbeidsregeling (zonder dat de wettelijke procedure tot wijziging moet gevolg worden).

2.6. RECUPERATIE OP JAARBASIS

De periode voor recuperatie van overschrijdingen van de arbeidsduur wordt verlengd tot een periode van maximum één jaar (= het kalenderjaar of een andere periode van één jaar bepaald op ondernemingsvlak).

3. INSTELLING VAN ANDERE AFWIJKENDE REGIMES

Andere arbeidsregimes dan deze voorzien in de CAO kunnen worden ingesteld op ondernemingsvlak, na onderhandeling overeenkomstig de termijnen en procedures voorzien in de wet van 17 maart 1987 en na voorlegging van deze akkoorden aan het paritair comité.

In het kader van en binnen de voorwaarden bepaald door de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 12 juni 1987) en door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad (algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 juni 1987 en verschenen in het Belgisch Staatsblad van 26 juni 1987), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42bis van 10 november 1987 (algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 14 januari 1988 en verschenen in het Belgisch Staatsblad van 3 februari 1988) is het mogelijk af te wijken van de wettelijke bepalingen inzake zondagsarbeid, nachtarbeid, arbeidsduur en tewerkstelling tijdens feestdagen.

Deze nieuwe arbeidsregelingen dienen voorzien te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (paritair comité of subcomité), of, bij ontstentenis van een dergelijke overeenkomst, in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de onderneming. In artikel 7 van de voormelde CAO nr. 42 werd evenwel bepaald dat de onderhandeling op ondernemingsniveau maar kan geschieden bij ontstentenis van een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het paritair comité binnen zes maanden vanaf de aanhangigmaking bij de voorzitter van het paritair comité door de meest gerede partij.

In het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden werd op 9 juni 2016 een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende nieuwe arbeidsregimes. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 augustus 2016 onder het nr. 134423/CO/200. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 17 augustus 2016.

Wij geven U hierna de tekst van deze CAO en vervolgens enige commentaar.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het APCB.

Voor de nieuwe arbeidsregimes bedoeld in de hoofdstukken III en IV van de huidige conventie, wordt door de partijen overeengekomen dat deze nieuwe regimes zowel van toepassing zijn op voltijdse als deeltijdse bedienden.

HOOFDSTUK II - Toepassing van de bestaande overeenkomsten

Artikel 3

Indien er een flexibele regeling van toepassing is op de arbeiders, is ze ook van toepassing op de technische bedienden.

HOOFDSTUK III - Instelling van de flexibele uurroosters

Artikel 4

In de ondernemingen waar de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis per week 38 uur of minder bedraagt mag de normale arbeidsduur, zoals vastgesteld in het arbeidsreglement, worden verkort of verlengd en mag het normale uurrooster worden vervangen door bijzondere uurroosters, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971.
Het aantal te werken uren over het kalenderjaar of over elke andere periode van 12 opeenvolgende maanden wordt als volgt vastgesteld : 52 maal het aantal uren gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de onderneming op jaarbasis. De wekelijkse arbeidsduur waarin door bijzondere uurroosters wordt voorzien kan maximum vijf uur langer zijn dan de arbeidsduur voorzien in het normale uurrooster.
De dagelijkse arbeidsduur waarin door bijzondere uurroosters wordt voorzien kan evenwel maximum één uur langer zijn dan de arbeidsduur waarin in het normale uurrooster is voorzien.
Op jaarbasis moet de onderneming de gemiddelde arbeidsduur, van toepassing krachtens de collectieve arbeidsovereenkomsten respecteren en dit conform de bepalingen van artikel 8 hierna.
De bijzondere uurroosters worden ingevoerd en toegepast krachtens de procedure voorzien in artikel 6.1 en artikel 14bis van de wet van 8 april 1965 met betrekking tot de arbeidsreglementen.

HOOFDSTUK IV - Nieuwe arbeidsregimes

Artikel 5

In uitvoering van de wet van 17 maart 1987 en van de overeenkomst nr. 42 en mits respect van de hiernavolgende voorwaarden, kunnen de ondernemingen in afwijking van de bepalingen van de wet van 16 maart 1971 de volgende nieuwe arbeidsregimes instellen:

5.1      Zondag- en feestdagarbeid

In alle ondernemingen mag gedurende zes zon- of feestdagen per kalenderjaar personeel worden tewerkgesteld; binnen deze grenzen mag elke individuele werknemer gedurende maximum 6 zon- of feestdagen per jaar worden tewerkgesteld, volgens de in de onderneming geldende regels en bij ontstentenis ervan op vrijwillige basis.
Onverminderd de toepassing van de arbeidswet van 16 maart 1971 geeft de tewerkstelling op zon- en feestdag, in het kader van deze bepaling, enkel recht op een inhaalrust die gelijk is aan 50 % van de op zon- of feestdag gepresteerde arbeidstijd. Arbeidsregimes ingericht op basis van de mogelijkheden van de arbeidswet van 16 maart 1971 worden hierdoor niet geviseerd.

5.2      Regime van 10 uur per dag/4 dagen per week

Elke onderneming kan een arbeidsregime organiseren van 10 uren dagprestaties, op voorwaarde dat voor de betrokken werknemers gedurende de bepaalde periode er maximaal 4 dagen per week wordt gewerkt, behalve op zondagen, onverminderd de mogelijkheden in 5.1.

De ondernemingen mogen evenwel een vijfde dag laten werken op voorwaarde dat een weekgrens van 50 uur wordt in acht genomen, de oproeping van de werknemer een prestatie van ten minste 5 uren omvat en voor zover voor het aantal gewerkte uren een bijkomende compensatie wordt toegekend volgens de volgende regels :

  • * 1 uur bijkomende compensatie voor een globale arbeidsduur boven 40 tot en met 44 uur;
  • * 2 uur voor een globale arbeidsduur boven 44 tot en met 48 uur;
  • * 3 uur voor een globale arbeidsduur boven 48 tot en met 50 uren.

Het hierboven vermelde basisregime, dat normaal 4 dagen van 10 uren omvat kan ook anders worden gemoduleerd binnen de volgende grenzen en volgens de volgende modaliteiten:

  • * minimum één prestatie van 10 uur per dag moet worden voorzien ;
  • * op een totaal van 4 dagen moet de arbeidsduur ten minste 36 uur belopen en minstens gelijk zijn aan de van toepassing zijnde conventionele arbeidsduur;
  • * de regeling inzake minimum duur van de terugroeping (5 uur) en bijkomende compensatie (boven de 40 uur) ook op gemoduleerde regimes van toepassing zijn.

5.3      Regime 12 uur/dag en 3 dagen/week

Elke onderneming kan een arbeidsregime invoeren van 12 uur per dag, gespreid over drie dagen per week. Dit regime geeft recht op een voltijds loon.
Indien in dit systeem een 12 urenprestatie op zondag valt (of op een feestdag met inbegrip van de feestdag die valt op een zondag), bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 28 uren per week ; deze arbeidsduur geeft recht op een voltijds loon.
In dit geval kan het werk niet georganiseerd worden binnen een cyclus korter dan 2 weken.

In een tweewekelijkse regeling zal het systeem als volgt worden georganiseerd:

  • eerste week : zaterdag en zondag 12 uur;
  • tweede week : zaterdag en zondag 12 uur en maandag 8 uur.

In een driewekelijkse regeling zal het systeem als volgt worden georganiseerd:

  • eerste week en tweede week: zaterdag en zondag : 12 uur;
  • derde week : zaterdag, zondag en maandag 12 uur.

De zaterdag en maandag waarvan sprake hierboven kunnen vervangen worden door gelijk welke andere dag van de werkweek.

Artikel 6 - Informatie

Wanneer de werkgever voornemens is nieuwe arbeidsregelingen in te voeren, moet hij voorafgaandelijk aan de werknemers schriftelijke informatie verstrekken omtrent het soort van arbeidssysteem en omtrent de factoren die de invoering ervan rechtvaardigen.
De ondernemingsraad ontvangt deze informatie. Bij ontstentenis van ondernemingsraad wordt de informatie aan de vakbondsafvaardiging gegeven. Bij ontstentenis van vakbondsafvaardiging wordt de informatie aan elke werknemer individueel verstrekt.

Artikel 7 - Procedure tot wijziging van het arbeidsreglement

Conform artikel 5 van de wet van 17 maart 1987 dient de werkgever die beslist één van de nieuwe arbeidsregelingen, voorzien bij artikel 5 van de huidige collectieve overeenkomst, door te voeren, de juiste modaliteiten vast te leggen van deze nieuwe dienstregeling in overleg met de syndicale delegatie of, bij ontstentenis hiervan, met de betrokken bedienden.
Het arbeidsreglement wordt automatisch in overeenstemming gebracht met de nieuwe arbeidsregeling ingevoerd conform de voornoemde procedure.

HOOFDSTUK V - Recuperatie op jaarbasis

Artikel 8

In uitvoering van artikel 26bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971 wordt de periode voor recuperatie van overschrijdingen van de arbeidsduur verlengd tot een periode van maximum één jaar. In principe is de periode van één jaar een burgerlijk jaar, tenzij een andere periode van 12 maand wordt bepaald op ondernemingsvlak. De overschrijdingen zullen bij voorkeur worden gecompenseerd door volledige rustdagen.

HOOFDSTUK VI - Instelling van andere afwijkende regimes

Artikel 9

Andere arbeidsregimes dan deze voorzien in bovenstaand akkoord kunnen worden ingesteld op ondernemingsvlak, na onderhandeling overeenkomstig de termijnen en procedures, voorzien in artikel 6 en 7 van de wet van 17 maart 1987 en na voorlegging van deze akkoorden aan het paritair comité. Het paritair comité onderzoekt de inhoud van het ontwerp van akkoord binnen de termijn van 2 maanden  na ontvangst van het ontwerp door de voorzitter van het paritair comité; het kan het ontwerp verwerpen indien de meerderheid van de aanwezige leden zich daartoe uitspreekt of indien alle aanwezige leden die hetzij de werkgeversorganisaties, hetzij de werknemersorganisaties vertegenwoordigen zich daartoe uitspreken.

HOOFDSTUK VII - Algemene bepalingen

Artikel 10

10.1 Indien niet alle werknemers van de onderneming of van een afdeling van de onderneming bij de invoering van nieuwe arbeidsregimes zijn betrokken, mag de inschakeling van de werknemers in die regimes slechts op vrijwillige basis gebeuren.

10.2 De regelingen inzake arbeidsduur en compensatierust, die verbonden zijn aan de instelling van nieuwe arbeidsregimes, gelden alleen voor de werknemers die effectief tewerkgesteld zijn in de nieuwe arbeidsregimes en zijn beperkt tot de periode waarin ze in deze regimes zijn tewerkgesteld.

10.3 De compensatietijd heeft als uitdrukkelijke bedoeling een positieve weerslag te hebben op de tewerkstelling, zoals bedoeld in cao nr. 42. Over de toepassing van deze bepaling zal regelmatig overleg worden gepleegd en ten minste één maal per jaar met de vakbondsafvaardiging.

10.4 Het probleem van de syndicale vertegenwoordiging van de bedienden betrokken bij de nieuwe arbeidsregelingen zal eveneens het voorwerp uitmaken van overleg tussen de vakbondsafvaardiging en de werkgever.

10.5 Voor de toepassing van hoofdstuk IV worden de werknemers en de vakbondsafvaardiging 5 werkdagen op voorhand ingelicht van een eventuele wijziging van het uurrooster.

10.6 Bij het inschakelen en het behouden in een flexibel arbeidsregime zal rekening worden gehouden met familiale en gezondheidsoverwegingen, alsmede met de bijzondere vervoersvoorwaarden van de betrokken bedienden.

10.7 De bij de invoering van de nieuwe arbeidsregelingen betrokken werknemers moeten zijn tewerkgesteld in het kader van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. Zij mogen evenwel worden tewerkgesteld in het kader van een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk in de bedrijfstakken, de ondernemingen en voor de categorieën van werknemers waarvoor deze vorm van arbeidsovereenkomst strookt met het gebruik.

Artikel 11 - Duur van de overeenkomst

Deze cao treedt in werking op 1 juli 2016 en wordt afgesloten voor onbepaalde tijd. Deze cao heft de cao van 29 september 1988 gesloten in het ANPCB betreffende nieuwe arbeidsregimes (geregistreerd onder het nr. 21299) op, zoals integraal overgenomen door de cao van 1.04.2015 gesloten in de schoot van het PC 200 m.b.t. de continuïteit van de collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden gesloten op het niveau van het paritair comité nr. 218 (geregistreerd onder het nr. 126638) en zoals opgenomen in de inventaris in bijlage van deze laatste cao.

Elke gerede partij kan om gemotiveerde redenen de overeenkomst opzeggen, mits een opzeggingstermijn van één jaar, gericht bij aangetekende brief aan de Voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden en aan de ondertekenende organisaties. De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst strikt na te leven en uit te voeren.

Commentaar

1. Instelling van flexibele uurroosters

De instelling van flexibele uurroosters zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, heeft als dusdanig niet rechtstreeks iets te zien met de wet van 17 maart 1987 en de CAO nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. De instelling van flexibele urenroosters is integendeel mogelijk in toepassing van artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971.

2. Wijziging van het arbeidsreglement

In artikel 4 van de onderhavige CAO wordt bepaald dat de flexibele uurroosters moeten worden ingevoerd en toegepast krachtens de procedure voorzien in artikel 6, 1° en artikel 14 bis van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. Wij geven U hierna de tekst van deze artikelen.

"Artikel 6

Het arbeidsreglement moet vermelden :

1°  de aanvang en het einde van de gewone arbeidsdag, het tijdstip en de duur van de rusttijden, de dagen van regelmatige onderbreking van de arbeid. Voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers worden die vermeldingen afzonderlijk voor iedere deeltijdse arbeidsregeling opgenomen. Wanneer in opeenvolgende ploegen wordt gewerkt, worden die vermeldingen voor elke ploeg afzonderlijk opgenomen. Het ogenblik en de wijze waarop de ploegen elkaar afwisselen worden bovendien aangegeven.

In geval van toepassing van de bij artikel 20bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971 bedoelde afwijking, moet het daarenboven melding maken van :

  • de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur en het aantal arbeidsuren dat over een jaar moet worden gepresteerd ;
  • het begin en het einde van de periode waarbinnen de wekelijkse arbeidstijd gemiddeld moet worden nageleefd ;
  • de aanvang en het einde van de arbeidsdag, het tijdstip en de duur van de rusttijden van de urenregelingen die als alternatief gelden voor die bepaald in het eerste lid.

Wat de ondergrondse werken in de mijnen, graverijen en groeven betreft, wordt de vermelding van de aanvang en van het einde van de gewone arbeidsdag vervangen door de vermelding van de uren waarop het afdalen en het opstijgen van elke ploeg een aanvang respectievelijk een einde neemt.

Met betrekking tot de werknemers die in de lokalen van de onderneming slechts aanwezig zij om er de grondstoffen en alle andere voorwerpen of documenten betreffende hun arbeid te nemen of om er de opbrengst van hun arbeid of enig ander document dienaangaande te brengen wordt de vermelding van de aanvang en van het einde van de gewone arbeidsdag vervangen door de vermelding van dag en uren waarop de lokalen toegankelijk zijn" ;

"Artikel 14bis

Wanneer de werkgever met toepassing van artikel 20bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971 de normale urenregeling wil vervangen door een van de andere urenregelingen opgenomen in het arbeidsreglement overeenkomstig artikel 6, 1°, vierde lid, c), moet hij deze vervanging ten minste zeven dagen vooraf ter kennis brengen van de betrokken werknemers door een in de lokalen van de inrichting aangeplakt bericht.

Dit bericht moet aangeplakt blijven zolang de alternatieve urenregeling van toepassing blijft.

Het bericht wordt gedagtekend en ondertekend ; het vermeldt de datum van inwerkingtreding van de aangeduide urenregeling alsmede de periode tijdens welke ze van toepassing is.

Dit bericht moet bewaard worden tot zes maanden na het einde van de periode gedurende welke de wekelijkse arbeidsduur gemiddeld moet worden nageleefd".

3. Initiatief op ondernemingsvlak

Zoals boven vermeld kan men door het invoeren van nieuwe arbeidsregelingen afwijken van de normale wettelijke bepalingen inzake zondagsarbeid, nachtarbeid, arbeidsduur en tewerkstelling tijdens feestdagen. In de onderhavige CAO werden uitsluitend afwijkingen voorzien inzake zondagsarbeid en arbeidsduur.

In artikel 9 werd evenwel uitdrukkelijk bepaald dat op ondernemingsvlak andere "nieuwe arbeidsregelingen" kunnen voorzien worden mits naleving van de wettelijk voorziene procedure en voorlegging van de akkoorden aan het paritair comité dat beslissingsbevoegdheid heeft.

Onze aangeslotenen mogen steeds het advies inwinnen van onze juridische dienst om een naar vorm en inhoud correcte overeenkomst betreffende nieuwe arbeidsregelingen af te sluiten.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
13/10/2016
Registratienr
136163
Geldig van
01/07/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
27/10/2016
Registratiedatum
29/11/2016
Onderwerp
wijziging van de cao van 9 januari 2016 betreffende nieuwe arbeidsregimes
BS Bericht van neerlegging
19/12/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/05/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
18/05/2017
Keywords
ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, DEELTIJDSE ARBEID

Datum CAO
09/06/2016
Registratienr
134423
Geldig van
01/07/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
23/06/2016
Registratiedatum
03/08/2016
Onderwerp
nieuwe arbeidsregelingen
BS Bericht van neerlegging
17/08/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/05/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
18/05/2017
Keywords
ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, DEELTIJDSE ARBEID

Historiek
01/07/2016 31/12/2999 35 Kleine flexibiliteit en nieuwe arbeidsregelingen
01/01/2003 30/06/2016 35 Kleine flexibiliteit en nieuwe arbeidsregelingen