0604 Tijdelijke jaarpremie in aanloop naar een aanvullend pensioen

Paritair (sub-)Comité nr.:
200.00.00-00.00

Bijwerking: 28/08/2023
Geldig vanaf: 18/11/2021

Bedrag

  • Een eenmalige premie ten belope van het brutomaandloon (november 2019) x 5,5% (1,1 % x 5 maanden) wordt toegekend aan de bedienden in dienst op 1/9/2019 met het loon van december 2019 pro rata van de prestaties geleverd gedurende de referteperiode 1/9/2019 - 31/12/2019;

  • Vanaf het jaar 2020 wordt een tijdelijke jaarpremie toegekend ten belope van het brutomaandloon (november refertejaar) x 15,31 % (1,1 % x 13,92). Deze premie wordt uitbetaald met het loon van december aan de bedienden in dienst op 1/9/2019 pro rata van de prestaties geleverd gedurende de referteperiode 1/1 - 31/12.

Toekenningsvoorwaarden

Van toepassing op de bedienden van de werkgevers, die zowel bedienden als arbeiders tewerkstellen in dezelfde ondernemingsactiviteit én:

  • waarbij de arbeiders genieten van een aanvullende pensioenregeling die hetzij ingericht is op sectoraal niveau (in het spiegel paritair (sub)comité) hetzij ingericht is op ondernemingsvlak op grond van een opting out van het sectoraal pensioenstelsel of op basis van een zgn. buiten toepassingsgebied van de betrokken sectorale cao tot inrichting van een aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders (de bijlage van deze cao kan gebruikt worden om uit te maken of  de werkgever valt onder deze situatie);
  • én die bovendien geen of een minder gunstige aanvullende pensioenregeling hebben voor de bedienden dan de pensioenregeling die van toepassing is op hun arbeiders in dezelfde ondernemingsactiviteit.

Modaliteiten

Het bedrag van de tijdelijke jaarpremie en de eenmalige premie wordt berekend in verhouding tot de effectieve en gelijkgestelde dagen tijdens de referteperiode. Met effectieve en gelijkgestelde dagen worden bedoeld: de dagen effectieve prestaties en schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor loon is betaald, vermeerderd met de dagen vaderschapsverlof en moederschapsverlof.

De pro rata regeling geldt eveneens voor de bedienden welke in de loop van de referteperiode voor de uitbetaling van de premie uit dienst zijn gegaan.

De tijdelijke jaarpremie en de eenmalige premie zijn niet van toepassing voor de bedienden die op 31 augustus 2019 worden betaald aan het minimumbarema.

Voor bedienden die op 31 augustus 2019 minder dan 1,1% boven het minimumbarema worden betaald, wordt op 1 september 2019 het brutoloon verhoogd tot het minimumbarema van toepassing na de verhoging met 1,1 %. Deze bedienden ontvangen ook de tijdelijke jaarpremie en de eenmalige premie, met dien verstande dat voor hen deze premies gelijk zijn aan respectievelijk:

- 13,92 x het percentage betaald boven het minimumbarema op 31 augustus 2019 x het brutomaandloon van november van het refertejaar, wat betreft de tijdelijke jaarpremie;

- 5 x het percentage betaald boven het minimumbarema op 31 augustus 2019 x het brutomaandloon van november 2019, wat betreft de eenmalige premie;

In de ondernemingen met een syndicale afvaardiging zal de werkgever de syndicale delegatie tegen uiterlijk de loonbetaling van september 2019 de nodige toelichting verschaffen in geval de bijzondere regeling op de onderneming van toepassing is.

In de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging, informeert de werkgever de bedienden schriftelijk en individueel in geval de bijzondere regeling op de onderneming van toepassing is, op het ogenblik van de betaling van het loon van september 2019.

Uitzonderingen 

De tijdelijke jaarpremie moet niet langer betaald worden aan de bedienen die ressorteren onder het PC 200 én waarvoor de werkgever:

  • ofwel krachtens de kader-cao van 12 mei 2022 tot inrichting van een aanvullend pensioen voor de PC 200 bedienden in de ondernemingsactiviteit "steenbakkerij" (nr. 174187/CO/200) een aanvullend pensioen heeft voorzien dat minstens gelijkwaardig is aan het sectoraal aanvullend pensioen van de PC 114 arbeiders. Deze uitzondering geldt vanaf 2022;
  • ofwel valt onder het toepassingsgebied van de cao van 8 december 2022 tot inrichting van een sectoraal aanvullend pensioen voor de PC 200 bedienden in de ondernemingsactiviteit "bouw" (nr. 177842/CO/200). Deze uitzondering geldt vanaf 2023. 

Op 1 juli 2019 hebben de sociale partners een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het aanvullend paritair comité voor bedienden betreffende de koopkracht in het kader van het KB van 19 april 2019 tot uitvoering van art. 7 §1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (nr. 152849/CO/200).

De cao voorziet in de betaling van een tijdelijke jaarpremie aan de bedienden van werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de bijzondere regeling zoals voorzien in deze cao.

Deze CAO werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 18 november 2021 (nr. 168827/CO/200) en door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 6 juli 2023 (nr. 181577/CO/200).

De tijd die wordt gegeven om een akkoord te vinden om het budget van de tijdelijke jaarpremie aan te wenden voor een aanvullende pensioenregeling voor de bedienden, die er op gericht is de bestaande verschillen ten nadele van de bedienden van de betrokken ondernemingsactiviteit weg te werken wordt verlengd van 31/12/2024 tot 31/12/2026. De bestaande verschillen moeten tegen uiterlijk 1/1/2030 weggewerkt worden in het kader van de WAP.

1. Toerekening van de verhogingen van het loon en/of andere voordelen in koopkracht die op ondernemingsvlak worden toegekend

Loonsverhogingen  en/of andere voordelen in koopkracht die op ondernemingsvlak worden toegekend, kunnen worden aangerekend op de tijdelijke jaarpremie en de eenmalige premie, De voorwaarden en regels om deze loonsverhogingen en/of andere voordelen in koopkracht aan te rekenen op tijdelijke jaarpremie en de eenmalige premie, zijn dezelfde als deze die gebruikt worden om loonsverhogingen en/of andere voordelen in koopkracht aan te rekenen op de loonsverhoging van 1,1% op 1 september 2019 (zie  hoofdstuk 040101 – algemene regeling).

Het VBO geeft het volgende voorbeeld: Een onderneming die reeds in april 2019 de lonen van de bedienden zou hebben verhoogd met 0,7%, zal deze verhoging kunnen aanrekenen.  De tijdelijke jaarpremie zal 0,4% x 13,92 = 5,568% van het maandloon bedragen i.p.v. 15,31%. De eenmalige premie zal 0,4% x 5 = 2% van het maandloon bedragen i.p.v. 5,5%.

Deze mogelijkheid tot omzetting doet evenwel geen afbreuk aan de verplichtingen om tegen uiterlijk 1/1/2030 de verschillen tussen arbeiders en bedienden in het kader van het aanvullend pensioen weg te werken. Als een werkgever de tijdelijke jaarpremie wil vervangen door een recurrente loonsverhoging van 1,1% of door een recurrent ander voordeel zoals  maaltijdcheques, dat moet hij zich ervan bewust zijn dat hij hiermee zijn verplichting om uiterlijk tegen 1/1/2030 het aanvullend pensioen van zijn bedienden op het niveau van de arbeiders te brengen niet kan ontlopen. Deze verplichting blijft in ieder geval bestaan.

Het VBO raadt bijgevolg de ondernemingen aan om de tijdelijke jaarpremie niet te vervangen door een ander recurrent voordeel om zo te vermijden dat de werkgever later het aanvullend pensioen bovenop deze toegekende voordelen zal moeten betalen.

2. Gebruik van de tijdelijke jaarpremie voor een aanvullend pensioen voor de bedienden

De werkgever kan ook op eigen initiatief het budget van de tijdelijke jaarpremie bij prioriteit reeds aanwenden om dit te gebruiken om de achterstand van zijn bedienden t.o.v. de arbeiders inzake aanvullend pensioen (geleidelijk) weg te werken en een bedrijfspensioenstelsel voor zijn bedienden invoeren of zijn bedrijfspensioenstelsel voor de bedienden verbeteren tot op het niveau van het sectorpensioenstelsel van de arbeiders.

Hij kan dit vanaf 2020 jaarlijks doen mits overleg met de vakbondsafvaardiging tegen december van het voorafgaande jaar. Bv. overleg met de vakbondsafvaardiging tegen december 2019 om een aanvullend pensioen in te voeren vanaf 2020.

In geval de werkgever hiervan gebruikt maakt, raadt het VBO de werkgever aan om de sector binnen dezelfde ondernemingsactiviteit, via bv. zijn federatie, hiervan op de hoogte te brengen, om zich er van te verzekeren dat zij dan uitgesloten wordt van het toepassingsgebied van een eventuele sectorale regeling inzake aanvullend pensioen of gebruik kan maken van een zgn. “opting out”.

Gelet op het feit dat het de bedoeling is dat de tijdelijke jaarpremie uiteindelijk zal worden aangewend voor een aanvullend pensioen voor de bedienden dat minstens evenwaardig is aan het sectorpensioenstelsel voor de arbeiders in de onderneming, moet de tijdelijke jaarpremie:

  • sinds 2022 niet meer worden betaald aan de bedienden waarvoor de werkgever krachtens de kader-cao van 12 mei 2022 tot inrichting van een aanvullend pensioen voor de PC 200 bedienden in de ondernemingsactiviteit "steenbakkerij" (nr. 174187/CO/200) een aanvullend pensioen heeft voorzien dat minstens gelijkwaardig is aan het sectoraal aanvullend pensioen van de PC 114 arbeiders (voor meer info, zie hoofdstuk 5203 van de sect. doc.);
  • sinds 2023 niet meer worden betaald aan de bedienden waarvoor de werkgever valt onder het toepassingsgebied van de cao van 8 december 2022 tot inrichting van een sectoraal aanvullend pensioen voor de PC 200 bedienden in de ondernemingsactiviteit "bouw" (nr. 177842/CO/200) (voor meer info, zie hoofdstuk 5202 van de sect. doc.). 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
01/07/2019
Registratienr
152849
Geldig van
01/01/2019
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
03/07/2019
Registratiedatum
24/07/2019
Onderwerp
koopkracht
BS Bericht van neerlegging
05/08/2019
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
09/04/2020
Gepubliceerd in het B.St. van
26/05/2020
Keywords
LONEN, EINDEJAARSPREMIE, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, SOCIALE VREDE, HARMONISERING STATUUT ARBEIDERS/BEDIENDEN

Datum CAO
18/11/2021
Registratienr
168827
Geldig van
18/11/2021
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
24/11/2021
Registratiedatum
13/12/2021
Onderwerp
Wijziging van de cao betreffende de koopkracht
BS Bericht van neerlegging
22/12/2021
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
29/06/2022
Gepubliceerd in het B.St. van
13/12/2022
Keywords
PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING
Tekst aangepast op
15/12/2021

Datum CAO
06/07/2023
Registratienr
181577
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
11/07/2023
Registratiedatum
10/08/2023
Onderwerp
Koopkracht
BS Bericht van neerlegging
29/08/2023
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
03/12/2023
Gepubliceerd in het B.St. van
14/12/2023
Keywords
EINDEJAARSPREMIE, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, EINDEJAARSPREMIE
Tekst aangepast op
12/08/2023

Historiek
18/11/2021 31/12/2050 0604 Tijdelijke jaarpremie in aanloop naar een aanvullend pensioen
01/07/2019 17/11/2021 0604 Tijdelijke jaarpremie in aanloop naar een aanvullend pensioen