0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen

Paritair (sub-)Comité nr.:
200.00.00-00.00

Bijwerking: 02/01/2024
Geldig vanaf: 01/01/2016

Vanaf 01/01/2024

Bij aanwerving

Na zes maanden dienst

Na twaalf maanden dienst

18 jaar

19 jaar

20 jaar

2.035,97 EUR * 2.035,97 EUR * 2.058,25 EUR

 * Pas op ! Deze sector heeft zijn eigen GGMMI. Na vergelijking blijkt dat dit bedrag onder het nationale GGMMI ligt. Op het einde van het jaar (of van de arbeidsovereenkomst) moet nagegaan worden of de gemiddelde maandelijkse bezoldiging van de werknemer het GGMMI haalt.

In het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden werd op 9 juni 2016 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 augustus 2016 onder het nr. 134431/CO/200. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 17 augustus 2016.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze cao aangevuld met een uitgebreide commentaar.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de bedienden van 18 jaar of ouder die normale voltijdse arbeidsprestaties leveren alsmede van hun werkgevers, welke tot de bevoegdheid behoren van het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (200).

Onder "bedienden" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de bedienden tewerkgesteld in een familie-onderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens niet van toepassing op de werknemers die gewoonlijk tewerkgesteld zijn gedurende een periode die minder dan een kalendermaand bedraagt.

HOOFDSTUK II - Beginselen tot invoering

Artikel 2

Er wordt een gemiddeld minimum maandinkomen van 1585,83 EUR (bedrag op 1/1/2016) gewaarborgd aan de onder artikel 1 bedoelde bedienden die minstens 18 jaar zijn.

In afwijking van de eerste alinea wordt een gemiddeld minimum maandinkomen van 1627,92 EUR (bedrag op 1/1/2016) gewaarborgd aan de werknemers van minstens 19 jaar die ten minste 6 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt.

Eveneens in afwijking van de eerste alinea alsook van de tweede alinea wordt een gemiddeld minimum maandinkomen van 1646,61 EUR (bedrag op 1/1/2016) gewaarborgd aan de werknemers van minstens 20 jaar die ten minste 12 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt.

Commentaar: Voor de evolutie van het bedrag van het gemiddeld minimum maandinkomen, zie onze documentatie Hfdst.0402. Het jaarlijkse overzicht vindt u terug in onze documentatie Hfdst.0404.

Artikel 3

Onder normale voltijdse prestaties worden verstaan de werkelijk gepresteerde arbeid, aan normaal rendement, gedurende de normale wekelijkse arbeidsduur zoals bepaald in de artikelen 2 tot 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2016 gesloten op het vlak van het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (200) betreffende de Arbeidsduur.

Artikel 4

Overeenkomstig artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 gesloten op Nationale Arbeidsraad betreffende sommige bepalingen van het arbeidsrecht ten aanzien van de deeltijdse arbeid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1981 (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 1981), heeft de deeltijdse werknemer recht op een gemiddeld minimum maandinkomen dat, naar rato van zijn arbeidsduur in de onderneming proportioneel wordt berekend op het gemiddeld minimum maandinkomen van de voltijdse werknemer zoals hierboven bepaald.

Artikel 5

Voor de toepassing van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder gemiddeld minimum maandinkomen verstaan:

  • het maandloon gewaarborgd door de barema's vastgesteld door het Paritair comité, de collectieve arbeidsovereenkomsten op ondernemingsvlak of de individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden;

  • de tegenwaarde per maand van de premies en andere voordelen, eventueel in natura betaald, die  toegekend worden ingevolge artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016 gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (200) betreffende de jaarpremie, ingevolge een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak, ingevolge een individuele arbeidsovereenkomst, of ingevolge het gebruik.

Worden evenwel uitgesloten voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen:

  • overlonen betaald als vergoeding voor prestaties die als bijkomende prestaties moeten worden aangezien ten aanzien van de arbeidswet van 16 maart 1971, de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de arbeidsduur evenals het arbeidsreglement;

  • de voordelen bedoeld door artikel 19, §2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der werknemers;

  • de premies of vergoedingen uitgekeerd wegens werkelijke kosten gedragen door de bedienden.

Commentaar :

De voordelen bedoeld in de bepalingen van artikel 19 §2 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 28 november 1969 en die relevant zijn voor het onderhavige paritair comité zijn de volgende :

1°  de vergoedingen toegekend in geval van sluiting van ondernemingen ;

2°  de aan de werknemers verschuldigde vergoedingen, wanneer de werkgever zijn wettelijke, contractuele of statutaire verplichtingen niet nakomt, met uitzondering nochtans van de vergoedingen, verschuldigd naar aanleiding van:

a)  de onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever;

b)  de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor personeelsafgevaardigden;

c)  de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor syndicale afgevaardigden;

d)  de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gemeenschappelijk akkoord;

3. de vergoeding wegens uitwinning van de handelsvertegenwoordigers bedoeld bij artikel 101 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ;

4. de bedragen die gelden als terugbetaling van de kosten die de werknemer heeft verricht om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven, alsook de kosten die ten laste van zijn werkgever vallen ;

5. de voordelen toegekend in de vorm van arbeidsgereedschap of werkkleding ;

6. de bedragen die de werkgever aan de werknemer betaalt ten einde zich te kwijten van zijn verplichting om arbeidsgereedschap of werkkleding te bezorgen of om te zorgen voor kost en inwoning, wanneer de werknemer ver van zijn woning tewerkgesteld is ;

7. de bedragen die aan de werknemers worden toegekend wegens hun aansluiting bij een vakorganisatie ten belope van het bedrag door de Minister van Sociale Voorzorg bepaald ;

8.  (...)

9.  (...)

10. de vergoeding, voor de periode van arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon tweede week, alsook de vergoeding verschuldigd voor de periode van arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 13bis ;

11. het verschaffen van eetmalen beneden de kostprijs in het bedrijfsrestaurant;

12. (...)

13. (...)

14. de geschenken in natura, in speciën of in de vorm van betaalbons, geschenkcheques genaamd, als ze een totaal bedrag van 24,79 EUR per jaar per werknemer en 24,79 EUR per jaar voor elk kind ten laste van deze werknemer niet overschrijden en toegekend worden naar aanleiding van het Sinterklaasfeest, Kerstmis of Nieuwjaar.  De geschenken in speciën of in de vorm van geschenkcheques die aan een werknemer worden overhandigd wanneer hij een eervolle onderscheiding ontvangt of ter gelegenheid van zijn pensionering, als ze een totaal bedrag van 74,37 EUR per jaar per werknemer niet overschrijden;

15. het voordeel betreffende het persoonlijk en individueel gebruik van een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever;

16. de kilometervergoeding toegekend door de werkgever aan de werknemer voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, voor een bedrag van maximaal 0,15 EUR per kilometer;

17. (...)

18. het voordeel opgeleverd door opties op aandelen, zoals bepaald bij artikel 42 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, behalve indien de prijs van de uitoefening van de optie lager is dan de op het ogenblik van het aanbod geldende waarde van de aandelen waarop de optie betrekking heeft.

In artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt bepaald dat dit inkomen evenmin omvat "de sociale uitkeringen die toegekend worden naar aanleiding van schorsingsperioden van de arbeidsovereenkomst" (o.a. dus het dubbel vakantiegeld). Deze zinsnede komt evenwel niet voor in de onderhavige CAO van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden. Hieruit kan besloten worden dat men in het onderhavige paritair comité mag rekening houden met het dubbel vakantiegeld om na te gaan of het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen werd gerespecteerd.

HOOFDSTUK III -  Invoering

Artikel 6

§1 Voor de toepassing van de bepalingen van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, wordt op het ogenblik van de betaling van de premie voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016 gesloten in het  aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (200) betreffende de eindejaarspremie een afrekening opgemaakt van de betaalde maandlonen alsook van de andere toegekende voordelen waarvan sprake in artikel 5, tweede alinea, gedurende de twaalf voorafgaande maanden.

§2  Wanneer de afrekening waarvan sprake in §1 van dit artikel lager is dan het totaal van de maandbedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen gewaarborgd door onderhavige overeenkomst voor de periode waarvoor de afrekening vermeld in §1 van dit artikel werd opgemaakt, zal het verschil bovenop betaald worden op het ogenblik van de betaling van de premie waarvan sprake in de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016 gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (200) betreffende de eindejaarspremie.

Commentaar:  Voor de bepalingen betreffende de eindejaarspremie verwijzen wij u naar onze documentatie Hfdst. 05.

Artikel 7

Voor de werknemers die volledig of gedeeltelijk met een veranderlijke bezoldiging worden betaald, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens van de laatste twaalf maanden. De eerste periode van twaalf maanden vangt aan op 1 januari 2016. Voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt geen rekening gehouden met onvolledige maanden.

Artikel 8

Wanneer aan de overeenkomst een einde wordt gemaakt vóór het verstrijken van de twaalf maanden, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van de maanden tijdens dewelke de werknemer was tewerkgesteld.

HOOFDSTUK IV- Koppeling aan de afgevlakte gezondheidsindex

Artikel 9

Het bedrag van het gemiddeld minimummaandinkomen, beoogd in artikel 11 is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten bepaald in hoofdstuk IV van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK V - Opheffingsbepalingen

Artikel 10

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft artikel 10 tot en met 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 1989 gesloten binnen het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden op betreffende de loon-en arbeidsvoorwaarden (geregistreerd onder het nr. 23740) zoals integraal overgenomen door de cao van 1.04.2015 gesloten in de schoot van het PC 200 m.b.t. de continuïteit van de collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden gesloten op het niveau van het paritair comité nr.218 (geregistreerd onder het nr. 126638), en zoals opgenomen in de inventaris in bijlage van deze laatste cao.

HOOFDSTUK VI - Duur

Artikel 11

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2016 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Ze kan door één der partijen opgezegd worden, mits een opzegging van 3 maanden, gericht bij aangetekende brief aan de Voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden en aan de ondertekenende organisaties.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/06/2016
Registratienr
134431
Geldig van
01/07/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
23/06/2016
Registratiedatum
03/08/2016
Onderwerp
gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
BS Bericht van neerlegging
17/08/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/05/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
19/06/2017
Keywords
LONEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Historiek
01/01/2016 31/12/2999 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/1989 31/12/2015 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen