03 Beroepenclassificatie

Paritair (sub-)Comité nr.:
200.00.00-00.00

Bijwerking: 19/11/2009
Geldig vanaf: 01/01/2010
Geldig tot: 30/06/2016

In het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden werd op 29 mei 1989 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 6 augustus 1990 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1990.

Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2009.  Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 6 oktober 2009 onder het nr. 94722/CO/218; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 23 oktober 2009.  Artikel 2 en artikel 3 werden gewijzigd en de wijzigingen treden in werking op 1 januari 2010.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de beroepenclassificatie. Uit praktische overwegingen hebben wij de door de aangeslotenen van Groep S - Sociaal Secretariaat vzw te gebruiken codes voor de beroepskwalificatie geïntegreerd in de tekst van de CAO ; het gaat om de cijfers en letters in vetjes.

A. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK  I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen, welke tot de bevoegdheid behoren van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden.

Onder "bedienden" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

HOOFDSTUK  II - Beroepsindeling

Artikel 2

De functies van de bedienden worden in vier klassen ingedeeld welke door de hierna vermelde algemene maatstaven worden bepaald:

Klasse A

Uitvoerend: functies gekenmerkt door het verrichten van een bepekt aantal zich herhalende eenvoudige taken.

Codes:

1B: Klasse A: bij indiensttreding

1C: Klasse A: 1 jaar in dezelfde onderneming

Klasse B

Ondersteunend: welke een bijdrage levert tot de realisatie van een grotere opdracht.

Codes:

2B: Klasse B - bij indiensttreding

2C: Klasse B - 1 jaar in dezelfde onderneming

Klasse C

Beherend: functies gekenmerkt door het realiseren van afgerond geheel van taken die samen één opdracht vormen.

Codes:

3B: Klasse C - bij indiensttreding

3C: Klasse C - 1 jaar in dezelfde onderneming

Klasse D

Adviserend: functies gekenmerkt door het bewaken en ontwikkelen van één bedrijfsproces in het kader van een bepaalde doelstelling.

Codes:

4B: Klasse D - bij indiensttreding

4C: Klasse D - 1 jaar in dezelfde onderneming

De niveauonderscheidende criteria per klasse evenals de lijst van voorbeeldfuncties per klasse zijn bovendien opgenomen in bijlage aan deze CAO.  Deze bijlage maakt integraal deel uit van de CAO.

De specifieke inhoud van de voorbeeldfuncties opgenomen in de lijst van functies per klasse, opgenomen in bijlage van deze CAO, zullen ter kennis van de werkgevers en de werknemersvertegenwoordigers worden gesteld via het Sociaal Fonds.

Artikel 3

§1. Deze indeling van de bediendenfuncties in klassen heeft tot doel, de ondememingen een richtlijn mee te geven om de toepassing te vergemakkelijken van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde beloningsminima.

Daarom steunt deze functieclassificatie op niveauonderscheidende criteria, zoals complexiteit, probleemoplossing, impact van fouten, bijdrage, autonomie, werkindeling, toezicht, kennis, opleiding, informatieoverdracht, contacten en kennis van vreemde talen.

§2. De werkgever draagt de verantwoordelijkheid voor de indeling in klassen van de functies op basis van de reële functie-inhoud in de ondememing.

§3. De functies die in elke klasse zijn aangegeven gelden uitsluitend als voorbeeld. De benaming van de functie geldt slechts als indicatie voor de inhoud ervan.

§4. Inschaling van de concrete functies

Elke functie dient beoordeeld te worden op basis van de concrete functie-inhoud in de ondememing in vergelijking met de niveau-onderscheidende criteria en de functie-inhoud van de voorbeeldfunctie.

Bij de vergelijking van de functie-inhoud zijn verschillende hypothesen mogelijk:

a) De functie in de ondememing stemt volledig overeen met de functie-inhoud en de niveauonderscheidende criteria van de voorbeeldfunctie:

indeling in de sectoraal voorziene klasse.

b) De functie in de ondememing wijkt minimaal af van de functie-inhoud en de niveauonderscheidende criteria van de voorbeeldfunctie:

indeling in de sectoraal voorziene klasse.

Het gaat hier om volgende gevallen:

> de uitoefening van de functie in de onderneming omvat minder of meer activiteiten zonder dat daardoor de algemene doelstelling van de functie, zoals beschreven in de voorbeeldfunctie, wordt aangetast.

> de afwijkingen bij één of meerdere beoordelingscriteria (kennis, verantwoordelijkheid, leidinggeven enz.) zijn op zichzelf niet niveaubepalend voor de functie.

c) De functie in de onderneming wijkt in ernstige mate af van de functie-inhoud en de niveauonderscheidende criteria van de voorbeeldfunctie:

Het gaat hier om de situatie waarbij de essentie van de functie wordt aangetast en de doelstelling, opgenomen in de voorbeeldfunctie, stemt niet met de concrete ondernemingsfunctie overeen.

In dit geval moet de werkgever ofwel:

A. de intrinsieke waarde van de functie zoals uitgeoefend in de onderneming vergelijken respectievelijk met een andere referentiefunctie in dezelfde klasse, van een lagere klasse en van een hogere klasse. Indien overeenstemming wordt gevonden met een andere voorbeeldfunctie, dan geldt het resultaat van deze vergelijking als inschaling voor de afwijkende functie.

B. de intrinsieke waarde van de functie zoals uitgeoefend in de ondememing vergelijken met alle niveauonderscheidende criteria. Is de overeenkomst met deze criteria voor het grootste deel gerealiseerd tav een bepaalde voorbeeldfunctie, dan geldt deze laatste als referentiepunt.

d) De functie in de onderneming werd niet opgenomen in de sectorale functieclassificatie:

In dit geval moet de werkgever ofwel:

A. in de bestaande sectorale functiebeschrijvingen een functie zoeken waarvan de intrinsieke waarde overeenstemt met de niet-opgenomen functie. Bestaat een dergelijke functie dan wordt de nieuwe functie in dezelfde klasse ondergebracht.

B. zich uitsluitend verlaten op de niveau-onderscheidende criteria.

§5. Wanneer een gebaremiseerde bediende de bekwaamheid bezit om een hogere functie uit te oefenen, houdt dit niet in dat hij in de overeenstemmende weddecategorie wordt geplaatst. Dit kan enkel gebeuren indien de betreffende functie effectief ook wordt uitgeoefend.

§6. Wanneer een gebaremiseerde bediende gelijktijdig en bestendig meerdere functies van diverse klassen vervult dient hiermee rekening te worden gehouden bij de vaststelling van zijn loon.

§7. De verwezenlijking van deze classificatie mag geen aanleiding geven tot een herziening van de classificaties die op ondernemingsvlak zijn overeengekomen en opgesteld volgens andere normen.

§8. De werkgever is ertoe gehouden elke gebaremiseerde bediende schriftelijk mee te delen in welke klasse zijn functie werd ondergebracht.

§9. In geval de functie van een bediende, in dienst op het ogenblik van de overgang naar de nieuwe functieclassificatie, in een lagere klasse zou vallen, behoudt deze bediende zijn bestaande loon en de voorziene baremastappen van de vroegere loonklasse.

§10. De toepassing van deze cao in de onderneming maakt het voorwerp uit van:

Informatie en overleg met de syndicale delegatie. Bij ontstentenis, met de werknemers zelf.

De gebruikelijke overlegkanalen en -procedures zijn van toepassing.

§11. Een Paritairtoezichtscomité "Functieclassificatie" wordt opgericht voor een periode van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van deze cao. Dit comité kan kennis nemen van betwistingen aangaande de toepassing van deze cao. Deze periode kan eventueel worden verlengd indien beide partijen dit na evaluatie noodzakelijk achten.
 

(...)

 HOOFDSTUK  X - Slotbepalingen

Opheffingsbepaling

Artikel 32

Worden opgeheven :

- de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976 met betrekking tot de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (koninklijk besluit van 30 augustus 1976, Belgisch Staatsblad van 7 september 1976) ;

- de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1979 betreffende de arbeidsvoorwaarden en bezoldigingen (koninklijk besluit van 26 juni 1979, Belgisch Staatsblad van 22 november 1979) gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1980 (koninklijk besluit van 3 april 1981, Belgisch Staatsblad van 12 mei 1981) en stilzwijgend gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 15 maart 1983 (koninklijk besluit van 18 juli 1983, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1983) van 23 februari 1984 (koninklijk besluit van 7 augustus 1984, Belgisch Staatsblad van 7 september 1984) betreffende de aanwending van de loonmatiging voor de tewerkstelling, van 30 januari 1985 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid (koninklijk besluit 22 september 1985, Belgisch Staatsblad van 22 november 1985), van 26 februari 1987 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en de verhoging van de koopkracht (koninklijk besluit van 9 september 1987, Belgisch Staatsblad van 25 september 1987) en van 9 maart 1989 betreffende het sectorieel akkoord 1989-1990 voor de jaren 1989 en 1991 ;

- de artikelen 14 en 20 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1989.

HOOFDSTUK  XI - Duur van de overeenkomst

Artikel 33

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1989.

Commentaar: de bepalingen van de CAO gesloten op 28 september 2009 (artikel 2 en artikel 3 werden gewijzigd) treden in werking op 1 januari 2010 en zijn gesloten voor onbepaalde duur.

Met uitzondering van artikel 30, wordt zij gesloten voor een onbepaalde duur en kan door één der partijen opgezegd worden, mits een opzegging van drie maanden, gericht bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Aanvullende Nationaal Paritair Comité voor de bedienden en aan de ondertekenende organisaties.

(...)

 

 

Klasse A

Klasse B

Klasse C

Klasse D

Klassegrenzen

0 - 89,5 ORBA-punten

90,0 - 119,5 ORBA-punten

120,0 - 149,5 ORBA-punten

150,0 - 179,5 ORBA-punten

Voorbeeldfuncties

Aanvuller
Administratief medewerker redactie
Chauffeur bestelwagen
Facturencontroleur
Huisbewaarder
Kassamedewerker
Medewerker verzending/post
Typist/ gegevensinbrenger

Administratief medewerker
Administratief medewerker aankoop
Bediende economaat
Bediende gegevensverwerking
Hulplaborant
Kassier
Kwaliteitsassistent
Medewerker logistiek
Merchandiser
Telefonist/receptionist
Technicus buitendienst
Tele-operator (call center)

Baliemedewerker verkoop
Bediende boekhouding
Bediende debiteuren-crediteurenadministratie
Bediende expeditie
Bediende personeelsadministratie
Commercieel administratief
medewerker binnendienst
Dispatcher
Documentalist
Helpdesk operator
Kwaliteitscontroleur
Laborant
Magazijnchef
Medewerker dienst na verkoop
Medewerker lay-out
Meet-en regeltechnicus
Magazijnier
Operator ICT
PC technicus
Reisbegeleider
Reisconsulent
Search assistant
Secretariaatsmedewerker
Technisch bediende werkplaats
Tele-adviseur
Verantwoordelijke gebouwen

Aankoper
Analist labo
Assistent personeelszaken
Bediende planning en voorbereiding
(bouw)
Boekhouder
Calculator
Communicatiemedewerker
Consultant werving en selectie
(selectiebureau)
Databasebeheerder
Diensthoofd
Kostprijsanalist
Marketing analist
Medewerker directiesecretariaat
Meestergast
Ontwerptekenaar
Preventieadviseur
Programmeur
Redacteur
Systeembeheerder
Team leader (call center)
Technisch-commercieel medewerker
Vertaler
Vertegenwoordiger
Webmaster

Generieke typering

Functies gekenmerkt door het
verrichten van een beperkt aantal zich herhalende eenvoudige taken.

 

Uitvoerend

Functies gekenmerkt door het
vervullen van duidelijk omlijnd
takenpakket welke een bijdrage levert tot de realisatie van een grotere opdracht.

Ondersteunend

Functies gekenmerkt door het
realiseren van een afgerond geheel
van taken die samen één opdracht
vormen.

Beherend

Functies gekenmerkt door het
bewaken en ontwikkelen van één bedrijfsproces in het kader van een bepaalde doelstelling.
Adviserend

Niveau-onderscheidende criteria:

       

Complexiteit

a. Behandelt concrete, steeds
terugkerende routineproblemen

a. Behandelt concrete, gelijkaardige problemen en vragen binnen een duidelijk afgelijnd takenpakket.

a. Behandelt minder concrete en
regelmatig wisselende
problemen en vragen binnen een
afgelijnde opdracht.

a. Behandelt concrete en abstracte problemen en vragen binnen een ruim gestelde doelstelling.

Probleemoplossing

b. Routinematige
probleembehandeling: lost
problemen op door gebruik te
maken van strikte instructies en
regels.

b. Vergelijkende
probleembehandeling: lost
problemen op a.d.h.v.
uitvoerende voorschriften en
maakt keuzes uit gekende reeds gehanteerde oplossingsaanpak

b. Interpolerende probleembehandeling: behandelt problemen vanuit de beheersing van een vakgebied en op grond van door ervaring verkregen
inzichten.

b. Afwegende probleembehandeling:
behandelt problemen d.m.v. het
analyseren, interpreteren van
situaties en het ontwikkelen
(binnen gestelde normen) van
oplossingen

Impact van fouten

c. Fouten in de taakvervulling
verstoren beperkt de
werkprocessen van anderen
(intern).

c. Fouten worden niet onmiddellijk bemerkt en kunnen leiden tot beperkt tijdsverlies, geldverlies of
imagoverlies (extern).

c. Fouten hebben duidelijke
consequenties op vlak van tijds-,
geld- en/of imagoverlies.

c. Foutieve beslissingen en adviezen kunnen leiden tot aanzienlijk tijds-, geld- en/of imagoverlies.

Bijdrage

d. De bijdrage zit hem in het
werkverlichtend karakter van de functie t. b.v. andere werknemers.

d. De bijdrage van de functie is te situeren in het voorbereiden van werkzaamheden en het partieel realiseren van een
resultaatsgebied.

d. De toegevoegde waarde van de
functie situeert zich in de interne
en (beperkt) externe
klanttevredenheid dankzij het op
kwalitatieve en creatieve wijze
afhandelen van opdrachten.

d. De toegevoegde waarde van de functie situeert zich op het nemen van beslissingen of verstrekken van adviezen (intern/extern) die op langere termijn een positief effect
hebben.

Autonomie

e. Taken zijn duidelijk gesteld. Er is geen tot weinig vrijheid inzake de wijze van uitvoering.

e. Opdrachten zijn duidelijk gesteld. Maakt keuzes binnen duidelijke
normen.

e. Doelstellingen zijn duidelijk
gesteld. Neemt op creatieve
wijze beslissingen binnen een
duidelijk kader.

e. Doelstellingen zijn mede
voorbereid en vastgesteld.
Neemt innoverende beslissingen
binnen een ruim kader (budget).

Werkindeling

f. Voert de taken uit overeenkomstig de opgedragen werkprocedure.

f. Voert opdrachten uit in de
aangegeven volgorde. Kan per
opdracht de taakvolgorde
bepalen. Bepaalt zelf de volgorde van de uitvoering van de taken binnen de opgegeven tijdslimiet.

f. Bepaalt mede de werkprioriteiten
in overleg met de chef.

 

f. Bepaalt, in functie van de
opgedragen doelstelling, naast de eigen werkprioriteiten ook deze van andere werknemers.

Toezicht

g. De werkzaamheden worden door een chef gecontroleerd en
beoordeeld op basis van vooraf
gedefinieerde taakelementen.

g. Controle van de eigen
werkzaamheden is ingebouwd in de werkprocedures. Wordt
gecontroleerd en beoordeeld op
basis van tussenresultaten.

g. Controle van de eigen
werkzaamheden is ingebouwd in
de werkprocedures. Wordt
gecontroleerd en beoordeeld op
basis van het eindresultaat van
de opdracht

g. Wordt voornamelijk gecontroleerd en beoordeeld op grond van de realisatie van vooraf gestelde doelstellingen.

Kennis

h. Bezit praktische basiskennis m.b.t. een beperkt aantal de toe te passen procedures en technieken.

 

Ervaringskennis.

h. Bezit praktische kennis m.b.t. de diverse toe te passen procedures en technieken.

 

 

 

Geschoolde en ervaringskennis.

h. Bezit praktische en theoretische
kennis m.b.t. het eigen vakgebied. Moet inzicht hebben inzake de raakvlakken met andere disciplines.

 

Vaktechnische kennis.

h. Bezit grondige praktische en
theoretische kennis van het eigen vakgebied en van de aanverwante vakgebieden.

 

 

 

Specialistische of multidisciplinaire
professionele kennis.

Opleiding

i. Er is geen specifieke vakopleiding vereist. Opleiding in de reële bedrijfssituatie volstaat.

i. Een specifieke beroepsscholing is
noodzakelijk. Via ervaring wordt de bedrijfsspecifieke kennis opgebouwd.

i. Een specifieke technische
opleiding is vereist. Periodieke
bijscholing in de veranderende
wetgevingen en/of technologieën
is noodzakelijk.

i. Gespecialiseerde disciplinaire
voortgezette hogere opleiding.
Constante bijkomende vorming en zelfstudie is noodzakelijk

Informatieoverdracht

j. Signaleert voornamelijk concrete vaststellingen en problemen aan
collega's en chef.

j. Informeert betrokkenen en
belanghebbenden inzake de
stand van zaken en eventuele
problemen.

j. Informeert en overlegt met
betrokkenen en belanghebbenden inzake stand van zaken en eventuele
(concrete) problemen. Tracht via
luisteren en informatieverstrekking tot een gezamenlijke zienswijze te
komen.

j. Informeert, overlegt en
onderhandelt met contactpersonen
met het oog op het veranderen van opinies. Moet ingewikkelde en vaak abstracte materie verklaren.

Contacten

k. Heeft voornamelijk mondelinge contacten met interne medewerkers. Contacten met
externen blijven oppervlakkig.

k. Heeft mondelinge en
(routinematig) schriftelijke
contacten met interne en externe contactpersonen.

k. Heeft mondelinge en schriftelijke
contacten met interne en externe
contactpersonen.

k. Heeft diepgaande mondelinge en schriftelijke contacten met interne
en externe contactpersonen.

Vreemde talen

l. Communiceert (mondeling) in de eigen taal. Hanteert in een
vreemde taal standaardzinnen.

l. Communiceert (mondeling en
schriftelijk) in de eigen taal.
Communiceert in een vreemde
taal m.b.v. standaardzinnen

l. Communiceert (mondeling en
schriftelijk) in de eigen taal en
een vreemde taal.

l. Communiceert (mondeling en
schriftelijk) in de eigen taal en inéén of meerdere talen.

 Om de functiebeschrijving te raadplegen, klik op hiernavolgende link
   

 

B. Praktische schikkingen

Krachtens art. 15 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, moet voor iedere werknemer op de individuele rekening worden vermeld :

- de functie die hij hoofdzakelijk uitoefent bij de werkgever ;

- de beroepskwalificatie die hem door de werkgever wordt toegekend, overeenkomstig de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, of overeenkomstig de bepalingen van de besluiten waarbij forfaitaire lonen worden bepaald voor de toepassing van de wetgeving op de sociale zekerheid.

De aangeslotenen van GROEP S - Sociaal Secretariaat, vzw worden bijgevolg verzocht zowel de functie (omschrijving) als de beroepskwalificatie (code) te vermelden op het identiteitsformulier van iedere nieuw aangeworven bediende en ons tevens iedere wijziging dienaangaande in de loop van de tewerkstelling mede te delen.

 


Historiek
01/07/2016 31/12/2999 03 Beroepenclassificatie van de bedienden
01/01/2010 30/06/2016 03 Beroepenclassificatie