In het Paritair Subcomité voor de pelslooierijen werd op 5 mei 1980 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van een eindejaarspremie voor de ondernemingen van bereiden en verven van pelterijen andere dan konijnevellen (K.S. van 22/12/1980, B.S. van 24/02/1981). Zij werd gewijzigd bij CAO van:

• 25 april 1989 (K.B. van 14/08/1989, B.S. van 5/10/1989);
• 3 september 1991 (K.B. van 17/04/1992, B.S. van 5/06/1992).

1. Toekenningsvoorwaarden

De werkgever betaalt een eindejaarspremie aan de werklieden die een anciënniteit hebben van minstens 20 dagen in zijn onderneming gedurende een referteperiode waarin de eindejaarspremie wordt uitbetaald.

De werklieden die door de werkgevers worden ontslagen of die de onderneming verlaten wegens pensioengerechtigde leeftijd, vervroegd pensioen en brugpensioen inbegrepen, behouden hun recht op de eindejaarspremie. In deze gevallen wordt de premie uitbetaald samen met hun laatste loonsuitbetaling.

De perioden van schorsing van de arbeidsovereenkomst voor werklieden worden in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit van 20 dagen.

2. Wie betaalt de eindejaarspremie?

De werkgever.

3. Betalingsdatum

De eindejaarspremie wordt uitbetaald op een datum het dichst mogelijk gelegen bij 31 december van het jaar waarop ze betrekking heeft.

4. Bedrag

Het bedrag van de eindejaarspremie gelijk aan 6 % van de brutolonen verdiend tijdens de referteperiode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar tot 30 november van het lopend jaar waarin de eindejaarspremie wordt uitbetaald, verhoogd met 49,58 EUR, met een maximum van 285,08 EUR.

5. Referteperiode

De periode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar tot 30 november van het lopend jaar waarin de eindejaarspremie wordt uitbetaald.

6. Prorata eindejaarspremie

7. Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangesloten bij het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociale Samenwerking vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de einde­jaarspremie, slechts de arbeiders vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dient U de arbeiders toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.

8. CAO van 5 mei 1980

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair subcomité voor het bereiden en verven van pelterijen andere dan konijnevellen.

Artikel 2

De werkgever betaalt een eindejaarspremie aan de werklieden die een anciënniteit hebben van minstens 20 dagen in zijn onderneming gedurende een referteperiode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar tot 30 november van het lopend jaar waarin de eindejaarspremie wordt uitbetaald.

De perioden van schorsing van de arbeidsovereenkomst voor werklieden worden in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit van 20 dagen.

Artikel 3

Het bedrag van deze eindejaarspremie is gelijk aan 3 % van de brutolonen verdiend tijdens de referteperiode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar tot 30 november van het lopend jaar waarin de eindejaarspremie wordt uitbetaald, met een maximum van 7.000 BEF.

Dit bedrag  wordt voor het jaar 1989 verhoogd met 1,5 % tot 4,5 % van de brutolonen verdiend tijdens de referteperiode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar tot 30 november van het lopend jaar waarin de eindejaarspremie wordt uitbetaald, met een maximum van  8.500 BEF .

Dit bedrag  wordt voor het jaar 1990 verhoogd met 1,5 % tot 6 % van de brutolonen verdiend tijdens de referteperiode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar tot 30 november van het lopend jaar waarin de eindejaarspremie wordt uitbetaald, met een maximum van  9.500 BEF .

Dit bedrag  wordt voor het jaar 1991 verhoogd met  1.000 BEF  tot een maximum van 10.500 BEF.

Dit bedrag wordt voor het jaar 1992 nogmaals verhoogd met  1.000 BEF  tot een maximum van  11.500 BEF.

Nota : vanaf 1992, is dus het bedrag van de eindejaarspremie gelijk aan 6 % van de brutolonen verdiend tijdens de referteperiode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar tot 30 november van het lopend jaar waarin de eindejaarspremie wordt uitbetaald, verhoogd met 49,58 EUR, met een maximum van 285,08 EUR.

Artikel 4

De eindejaarspremie wordt uitbetaald op een datum het dichst mogelijk gelegen bij 31 december van het jaar waarop ze betrekking heeft.

Artikel 5

De werklieden die vrijwillig hun arbeidsovereenkomst verbreken verliezen hun recht op de eindejaarspremie.

De werklieden die door de werkgevers worden ontslagen of die de onderneming verlaten wegens pensioengerechtigde leeftijd, vervroegd pensioen en brugpensioen inbegrepen, behouden hun recht op de eindejaarspremie. In deze gevallen wordt de premie uitbetaald samen met hun laatste loonsuitbetaling.

Artikel 6

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 1980 en is gesloten vooe en onbepaalde tijd.