43 Gelegenheidsarbeid

Paritair (sub-)Comité nr.:
145.00.00-00.00, 145.01.00-00.00, 145.03.00-00.00, 145.04.00-00.00, 145.05.00-00.00, 145.07.00-00.00

Bijwerking: 01/03/2023
Geldig vanaf: 01/01/2023

In de land- en tuinbouwsector geldt een specifiek systeem van gelegenheidsarbeid. Het is erop gebaseerd dat de bijdragen voor gelegenheidsarbeiders niet worden berekend op het werkelijke loon, maar op een forfaitair dagloon.

1. Toepassingsgebied

Een gelegenheidsarbeider in het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf betreft de arbeider tewerkgesteld bij een of meer werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de tuinbouw met uitzondering van:

  • Het aanplanten en onderhouden van parken en tuinen
  • De witloofteelt
  • De champignonteelt

gedurende maximaal 65 dagen per kalenderjaar.

Een arbeider die ressorteert onder het paritair comité voor de uitzendarbeid kan ook als gelegenheidsarbeider worden beschouwd als hij is tewerkgesteld bij een gebruiker die ressorteert onder het paritair comité voor de tuinbouw cf. de hieronder vermelde voorwaarden.

Voor de champignonteelt moet de tewerkstelling van gelegenheidsarbeiders plaatsvinden tijdens een periode van intense activiteit, beperkt tot 156 dagen per kalenderjaar per werkgever.

Handarbeiders tewerkgesteld in de champignonteelt kunnen nog 35 dagen extra als gelegenheidsarbeider actief zijn, maar niet in de hoedanigheid van uitzendarbeider. Er is geen cumul voorzien bij overschrijding van de eerste 65 dagen met een andere vorm van gelegenheidsarbeid in de land- of tuinbouw. Dit wil dus zeggen dat enkel gebruik kan gemaakt worden van de extra 35 dagen als de gelegenheidswerknemer de 65 dagen daarvoor ook in de champignonteelt actief was. Dit systeem werd retroactief ingevoerd vanaf 1 januari 2013. De tewerkstelling van gelegenheidsarbeiders is niet beperkt tot de periode van 156 dagen 'intense activiteit' als de werkgever de voorwaarden vervult om werknemers 35 extra dagen als gelegenheidswerknemer te laten werken.

2. Aantal dagen extra

  • maximum 30 dagen per kalenderjaar bij één of meerdere werkgevers
  • maximum 65 dagen per kalenderjaar ingeval van gelijktijdige tewerkstelling als gelegenheidsarbeider in de landbouw- en de tuinbouwsector. Hetzelfde geldt indien de gelegenheidsarbeider in de landbouw gelijktijdig ook een gelegenheidsactiviteit uitoefent in de horecasector
  • 65 dagen + 35 extra dagen per kalenderjaar als gelegenheidsarbeider in de witloofteelt.
  • 156 dagen tijdens een periode van intense activiteit + 35 extra dagen per kalenderjaar als gelegenheidsarbeider in de champignonteelt.

Voorwaarde voor tewerkstelling als gelegenheidsarbeider :

Is geen gelegenheidsarbeider, de arbeider die, in de loop van de 180 voorafgaande dagen, in dezelfde onderneming heeft gewerkt in een andere hoedanigheid dan die van gelegenheidsarbeider. Met 'dezelfde onderneming' wordt bedoeld het geheel van juridische entiteiten die worden bestuurd door dezelfde bestuurders en /of beheerders of die behoren tot dezelfde technische bedrijfseenheid. In afwijking daarop

  • wordt geen rekening gehouden met een tewerkstelling uitgevoerd in het kader van een contract voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal 6 opeenvolgende kalenderweken
  • en is de 180-dagenregel niet van toepassing op de werknemer die als gelegenheidswerknemer in dezelfde onderneming wenst te werken nadat zijn arbeidsovereenkomst op de wettelijke pensioenleeftijd werd beëindigd.

3. Dimona ingeval van tewerkstelling als gelegenheidswerknemer

De dimona moet dagelijks gedaan worden. Voor elke dag van tewerkstelling moet er een dimona worden gedaan met het beginuur en het verwachtte einduur.

Om het voordeel van de berekening op het forfaitair dagloon te kunnen genieten moet de Dimona-aangifte tijdig gedaan worden.

Als dat niet het geval is dan zal het forfaitaire voordeel gelegenheidswerk niet kunnen toegepast worden en er zullen bijdragen verschuldigd zijn zoals voor een gewone werknemer.

4. Berekening van de RSZ-bijdragen

Het systeem van gelegenheidsarbeid is erop gebaseerd dat de bijdragen voor gelegenheidsarbeiders niet worden berekend op het werkelijke loon, maar op een forfaitair dagloon. Aangezien deze arbeiders niet onder de vakantieregeling vallen, wordt dit forfaitair dagloon niet verhoogd met 8%.

De dagen waarop de gelegenheidsarbeider effectief prestaties levert, ongeacht het aantal uren dat hij op een dag werkt, worden aangegeven met een forfaitair dagloon, zolang de grens van 65 wordt gerespecteerd.

Het forfaitair dagloon in de tuinbouw bedraagt 24,80 EUR (vanaf 1 januari 2023).

Let op : wanneer de Dimona gelegenheidsarbeid niet is uitgevoerd of het gelegenheidsformulier niet werd ingevuld, mag men de bijdragen niet berekenen op het forfaitair dagloon. De werknemers worden dan beschouwd als gewone arbeiders voor wie ook de bijdragen jaarlijkse vakantie en de loonmatigingsbijdrage verschuldigd zijn. De bijdrageberekening gebeurt bijgevolg op basis van het werkelijke loon (i.e. het volledige loon aan 108%).

De gelegenheidswerknemers genieten een gedeeltelijke bijdrageplicht. De bijdragen worden beperkt tot de sectoren ziekte- en invaliditeitsverzekering, werkloosheid, pensioenen, kinderbijslag, arbeidsongevallen, beroepsziekten, kinderopvang en educatief verlof.

5. De situatie van de student-gelegenheidsarbeider

De student zal het RSZ-voordeel voor een tewerkstelling als student mogen combineren met het voordeel in geval van tewerkstelling als gelegenheidsarbeider. De student moet dus niet eerst het contingent van uren studentenarbeid met de solidariteitsbijdrage opgebruiken alvorens als gelegenheidsarbeider tewerkgesteld te mogen worden. De werkgever kan dus kiezen welk statuut hij zal hanteren: dat van gelegenheidswerknemer of dat van student.

Omdat dit zowel voor de werknemer als de werkgever gevolgen heeft, raden we aan om deze keuze schriftelijk en voorafgaandelijk aan de tewerkstelling, bijvoorbeeld in de studentenovereenkomst, overeen te komen.

6. De situatie van de gelegenheidsarbeider in de land- en tuinbouw en in de horeca

In de land- en tuinbouw wordt het aantal dagen gepresteerd als gelegenheidsarbeider in de horeca afgetrokken van het maximum aantal dagen gepresteerd als gelegenheidswerknemer in land- of tuinbouw. Als er bijgevolg 50 dagen in de horeca werden gepresteerd als gelegenheidsarbeider, dan zullen er nog slechts 15 dagen mogen gepresteerd worden tegen een voordelig forfaitair dagloon in de sector landbouw-tuinbouw (want hoogstens 65 dagen gelegenheidswerk in deze sectoren).

De werkgever en de uitzendkantoren kunnen via de Multi-Dimona nagaan of de gelegenheidswerknemer in de loop van het kalenderjaar al werd tewerkgesteld als gelegenheidswerknemer.

7. En fiscaal?

De inkomsten van werknemers die per stuk worden betaald, worden belast tegen 11,11% bedrijfsvoorheffing.

8. Gelegenheidsformulier

Voor de werknemers die nog niet in het bezit zijn van het gelegenheidsformulier, moet de werkgever, vóór de tewerkstelling van deze werknemers, het gelegenheidsformulier aanvragen bij het fonds voor bestaanszekerheid van zijn sector.

In geval van terbeschikkingstelling vraagt het uitzendkantoor het formulier aan bij het fonds van de gebruiker.

Gelegenheidswerknemers die gelegenheidsprestaties leveren bij meerdere werkgevers onder deze verschillende paritaire comités, moeten per paritair comité een gelegenheidsformulier bezitten.

9. Historiek van de bedragen

  • 01/04/2020: 20,62 EUR
  • 01/10/2021: 21,04 EUR
  • 01/04/2022: 22,91 EUR
  • 01/07/2022: 23,37 EUR
  • 01/01/2023: 24,80 EUR

Meer informatie over gelegenheidsarbeid in de tuinbouwsector vind u op de portaalsite van de sociale zekerheid via volgende link.


Historiek
01/07/2016 31/12/2050 43 Gelegenheidsarbeid
01/01/2023 31/12/2050 43 Gelegenheidsarbeid
01/01/2016 30/06/2016 43 Gelegenheidsarbeid