40 Deeltijdse arbeid

Paritair (sub-)Comité nr.:
130.00.00-01.00

Bijwerking: 07/12/2010
Geldig vanaf: 01/01/1997

Minimale wekelijkse arbeidsduur: 15 uren

Minimale dagelijkse arbeidsduur/per prestatie:  3 uren 

In het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf werd op 30 november 1990 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de deeltijdse arbeid. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 23 september 1992 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 oktober 1992.

Zij werd gewijzigd door een CAO van 17 en 29 april 1997 (K.B. 10/02/2000; B.S. 06/04/2000). De nieuwe bepalingen treden in werking op 1 januari 1997.

We geven U hierna de integrale tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en op de werknemers en werk-neemsters, hierna "werknemers" genoemd, die zijn tewerkgesteld in deze ondernemingen, met uitsluiting van de werkgevers en/of werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen, gesloten op 14 mei 1980, in voornoemd Paritair Comité en geregistreerd ter griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen onder het nr. 6405/CO/130.

HOOFDSTUK II - Deeltijdse arbeid

Artikel 2

De deeltijdse arbeid wordt geregeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst overeenkomstig de wettelijke en conventionele bepalingen terzake.

Artikel 3

Deeltijdse arbeid is de arbeid die vrijwillig en op een regelmatige manier krachtens een individuele arbeids-overeenkomst wordt uitgeoefend.

Artikel 4

De deeltijdse tewerkstelling samen met het overeengekomen vast uurrooster moet voor elke werknemer indivi-dueel in een geschrift worden vastgelegd uiterlijk op het ogenblik waarop de werknemer de prestaties aan-vangt. Het overeengekomen vast uurrooster kan de dertien opeenvolgende weken niet overtreffen en herhaalt zich in een zelfde vaste orde.

Artikel 5

De gemiddelde wekelijkse duur van de deeltijdse arbeid bedraagt ten minste 15 uur. De duur van de deeltijdse arbeid bedraagt minstens 3 uren per werkdag. In toepassing van het koninklijk besluit van 18 juni 1990 tot vaststelling van de afwijkingen van de minimumgrens van de duur van de prestaties der werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1990) en het koninklijk besluit van 21 december 1992 betreffende de afwijkingen van de minimale wekelijkse arbeidsduur van de deeltijdse tewerkgestelde werknemers vastgesteld bij artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 30 december 1992), kan van deze minima worden afgeweken voor arbeiders die worden aangeworven in het kader van een vaste arbeidstijd voor het reinigen van lokalen die voor beroepsdoeleinden worden gebruikt door hun werkgevers.

Artikel 6

De deeltijdse arbeid kan als volgt georganiseerd worden:

  • normale voltijdse prestaties, zoals bepaald in het arbeidsreglement van de onderneming voor de voltijdse werknemers van dezelfde afdeling, gedurende één of meerdere dagen van de week ;
  • prestaties over een kortere periode dan een voltijdse dag, maar verdeeld over alle of enkele dagen van een normale arbeidsweek.

Artikel 7

De arbeidsduur per gepresteerde dag kan met niet meer worden onderbroken dan de overeenstemmende rustpauze voor de voltijdse werknemer van de onderneming.

Artikel 8

De werknemer die aanvaard heeft om in dit stelsel van deeltijdse arbeid te werken en die één of meerdere functies uitoefent omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst "loonovereenkomst" genaamd, gesloten op 14 mei 1980 in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 januari 1981 (Belgisch Staatsblad van 24 maart 1981) en zulks in al de bedrijven die één of meerdere van deze activiteiten uitvoeren, geniet, pro rata zijn arbeidsduur in de onderneming ten overstaan van de door de CAO bepaalde voltijdse arbeidsduur, van alle bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten die worden gesloten in het Paritair Comité van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf.

Artikel 9

Als bijkomende uren dienen volgens dit lid te worden verstaan de uren die de overeengekomen arbeidsduur van deeltijdse werknemers zoals vastgelegd in punt 3, overschrijden, zonder dat deze evenwel de normale arbeidsduur, te bovengaan zoals vastgelegd in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 1983 betreffende de vermindering van de arbeidstijd, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 mei 1983, Belgisch Staatsblad van 3 juni 1983.

Artikel 10

Het presteren van bijkomende uren is toegelaten in de gevallen zoals voorzien in de artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit van 7 december 1983, houdende maatregelen met het oog op de beperking van overwerk (Belgisch Staatsblad van 15 december 1983) of in de gevallen voorzien door de artikelen 25 en 26 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971).

Artikel 11

Toeslag voor bijkomende uren moet betaald worden conform het koninklijk besluit van 25 juni 1990, tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijds tewerkgestelde werknemers met overwerk (Belgisch Staatsblad 30 juni 1990).

HOOFDSTUK III - Geldigheid

Artikel 12

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 30 november 1990. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd (...).


Historiek
01/01/1997 31/12/2999 40 Deeltijdse arbeid
30/11/1990 31/12/1996 40 Deeltijdse arbeid