In het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunsten- en dagbladbedrijf werd op 30 november 1990 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het collectief contract. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 14 september 1992 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1992.

De bepalingen inzake carenzdag werden herhaaldelijk gewijzigd en laatst door een CAO van 19 juni 2003 (geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen op 25 september 2003 onder het nr. 67732/CO/130; bericht van neerlegging in het Belgisch Staatsblad van 14 oktober 2003).

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de carenzdag en vervolgens een commentaar.

A. Tekst CAO

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en op de werknemers tewerkgesteld in deze ondernemingen, met uitsluiting van de werkgevers en/of werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen, afgesloten op 25 oktober 1995 in voornoemd paritair comité (K.B. van 25 juni 1997).

(...)

Algemene bepalingen

(...)

Artikel 31 - Ziekte van korte duur

In geval van ziekte van korte duur waarvoor een carenzdag wordt toegepast, komen de partijen overeen aan de werknemer een vergoeding te betalen gelijk aan het barema-uurloon (100 %) vermenigvuldigd met het aantal uren dat werkelijk zou moeten gepresteerd zijn, met een maximum van 8 uren, en dit voor de eerste carenzdag van elk burgerlijk jaar. Dit artikel is van toepassing vanaf 1 april 2001.

In de ondernemingen waar een voordeel bestaat dat tenminste gelijkwaardig is aan dit bedoeld in dit artikel, geldt het reeds bestaand voordeel en de hier vermelde beschikking is niet cumuleerbaar.

Vanaf 1 januari 2004, in geval van ziekte van korte duur waarvoor een carenzdag wordt toegepast, komen de partijen overeen aan de werknemer een vergoeding te betalen gelijk aan het barema-uurloon (100 %) vermenigvuldigd met het aantal uren dat werkelijk zou moeten gepresteerd zijn, met een maximum van 8 uren per dag, en dit voor de twee eerste carenzdagen van elk jaar.

Vanaf 1 december 2004, in geval van ziekte van korte duur waarvoor een carenzdag wordt toegepast, komen de partijen overeen aan de werknemer een vergoeding te betalen gelijk aan het barema-uurloon (100 %) vermenigvuldigd met het aantal uren dat werkelijk zou moeten gepresteerd zijn, met een maximum van 8 uren per dag, en dit voor de drie eerste carenzdagen van elk kalenderjaar wanneer het een werknemer betreft die ten minste 15 jaar anciënniteit heeft in de onderneming.

In de ondernemingen waar een voordeel bestaat dat tenminste gelijkwaardig is aan dit bedoeld in dit artikel, geldt het reeds bestaand voordeel en de hier vermelde beschikking is niet cumuleerbaar.

(...)

Slotbepalingen

(...)

Artikel 35

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 30 november 1990. Zij is gesloten voor een bepaalde duur waarvan de vervaldag is bepaald op 30 juni 1993.

Zij wordt stilzwijgend verlengd van jaar tot jaar in geval van gemis aan opzegging ten laatste drie maanden voor haar vervaldag of voor het verstrijken van ieder verlengingsjaar.

(…)

B. Commentaar

Deze CAO legt een supplementaire verplichting op aan de werkgever.

In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte die minder dan veertien dagen duurt, is de werkgever verplicht per kalenderjaar tot betaling van:

• vanaf 1 april 2001 tot 31 december 2003: de eerste carenzdag (en vervolgens het gewaarborgd loon gedurende een periode van zeven kalenderdagen), ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.
• vanaf 1 januari 2004: de twee eerste carenzdagen (en vervolgens het gewaarborgd loon gedurende een periode van zeven kalenderdagen), ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.
• vanaf 1 december 2004: een derde carenzdag voor de werknemers met ten minste 15 jaar anciënniteit in de onderneming.

Voorbeeld

1. Een arbeider is arbeidsongeschikt van 2 februari tot en met 5 februari 2004. De duur van de arbeidsongeschiktheid bedraagt dus vier dagen.
2. Vervolgens is hij een tweede keer arbeidsongeschikt van 14 juni tot en met 22 juni 2004.
3. Ten einde is hij arbeidsongeschikt van 6 september tot en met 16 september 2004.

De arbeider werkt normaal vijf dagen per week, van maandag tot vrijdag. De werkgever is verplicht als volgt te betalen:

1° periode arbeidsongeschiktheid

2° periode arbeidsongeschiktheid

3° periode arbeidsongeschiktheid

Legende

• CD = carenzdag
• GWL = gewaarborgd weekloon
• TW = tweede week