09 Feestdagen

Paritair (sub-)Comité nr.:
130.00.00-01.00

Bijwerking: 19/02/2013
Geldig vanaf: 18/12/1972

Twee bijkomende feestdagen toegekend:

  • één dag te bepalen in gemeen overleg tussen de werkgever en de werknemer ;

  • één dag waarvan de vaststelling aan de keuze van de werkgever wordt overgelaten.

In het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf werd op 1 februari 1971 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de feestdagen. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 22 november 1971 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 februari 1972.

Het artikel 2 van deze CAO werd gewijzigd door een CAO van 18 december 1972 (KB 16/02/1973; BS 01/03/1973). De nieuwe bepalingen treden in werking op 18 december 1972.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

CAO van 01/02/1971 gewijzigd door CAO van 18/12/1972

Artikel 1 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en werkneemsters tewerkgesteld in al de bedrijven die een of meerdere activiteiten, omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de lonen gesloten in het Nationaal Paritair Comité op 26 april en 27 augustus 1971, uitvoeren met uitzondering van de dagbladbedrijven die beheerd zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst neergelegd ter griffie van de dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen onder het nr. 629 en 630/ CO/30.

Artikel 2

Buiten de feestdagen vastgesteld bij het besluit van de Regent van 2 april 1947 te weten:

  • 1 januari;

  • tweede Paasdag;

  • 1 mei;

  • O.H. Hemelvaart;

  • tweede Pinksterdag;

  • 21 juli;

  • O.L.V. Hemelvaart;

  • Allerheiligen;

  • 11 november;

  • Kerstdag.

worden aan de werknemers en werkneemsters, bedoeld in artikel 1, bovendien twee bijkomende feestdagen toegekend:

  • één dag te bepalen in gemeen overleg tussen de werkgever en de werknemer of werkneemster (hetzij de kermis van de plaats waar de onderneming gevestigd is, hetzij het gildefeest, hetzij het plaatselijke of regionale feest, hetzij iedere andere dag);

  • één dag waarvan de vaststelling aan de keuze van de werkgever wordt overgelaten.

Artikel 3

De in artikel 2 vermelde bijkomende feestdagen moeten met volledige effectieve werkdagen overeenstemmen en worden toegekend naar de modaliteiten voorzien in het besluit van de Regent van 2 april 1947.

Artikel 4

Indein een wettelijke feestdag samenvalt met een gewone dag van inactiviteit, andere dan de zondag, wordt hij, bij gemeen overleg, vervangen door een andere betaalde rustdag.

Indien een van de bijkomende feestdagen samenvalt met een zondag of met een andere feestdag of een andere rustdag, wordt hij insgelijks, bij gemeen overleg, vervangen door een andere betaalde rustdag.

Dit akkoord moet ten laatste vijf dagen vóór de te vervangen dag, of vóór de vervangen dag wanneer hij toegekend wordt vóór de feestdag, opgesteld worden.

In geval er geen akkoord is, zoals hierboven voorzien, is de vervangingsdag de eerste werkdag volgende op de feestdag in kwestie.

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 1971.

Opmerking: De CAO van 18/12/1972 treedt in werking op 18 december 1972.

Zij is gesloten voor onbepaalde duur, maar mits opzeggingsmogelijkheid tegen het einde van elk driejaarlijks termijn waarvan de eerste 31 december 1974 is.

Ze mag slechts opgezegd worden door een van de ondertekende partijen van deze overeenkomst, en zulks mits een vooropzeg van drie maanden, ten laatste betekend op 30 september, per aangetekende brief aan de voorzitter van het Nationaal Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en aan de andere organisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend.


Historiek
18/12/1972 31/12/2999 09 Feestdagen