13 Klein verlet

Paritair (sub-)Comité nr.:
129.00.00-00.00

Bijwerking: 27/03/2024
Geldig vanaf: 01/01/2023
Geldig tot: 31/12/2024

De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van enkele gebeurtenissen. Deze sector heeft gunstigere bepalingen voorzien dan het wettelijk minimum.

De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van familiegebeurtenissen, voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor het gerecht. Deze gebeurtenissen worden opgesomd in het KB van 28 augustus 1963. Dit KB legt bovendien voor iedere gebeurtenis die wordt opgesomd, het aantal dagen toegestane afwezigheid vast alsook de periode waarin zij moeten genomen worden.

De hierboven uiteengezette basisreglementering heeft een aanvullend karakter. De verschillende sectoren kunnen gunstigere bepalingen voorzien dan deze die zij voorziet (betaald klein verlet gedurende langere periodes of om andere redenen).

In het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton werd op 26 juni 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende arbeids- en loonsvoorwaarden (nr. 181212/CO/129), gewijzigd door de cao van 7 maart 2024 (nr. 186882/CO/129).

1. Tabel

Gebeurtenis

Duur van afwezigheid

1. Huwelijk van de werknemer

PC 129

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week.

2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer

De dag van het huwelijk

3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer

De dag van de plechtigheid

4. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner

10 dagen waarbij 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

Wat de aanrekening op het gewaarborgd loon betreft: aangezien de sector vóór de wijziging van de wetgeving inzake klein verlet 5 dagen klein verlet voorzag, zal de aanrekening op het gewaarborgd loon pas vanaf de 6de dag klein verlet gebeuren indien alle andere voorwaarden inzake aanrekening op het gewaarborgd loon vervuld zijn.

4bis. Overlijden van de inwonende ouder (1ste graad) PC 129: 5 dagen. Voor zowel dagwerknemers als werknemers in ploegen dienen deze dagen opgenomen te worden binnen een termijn van 15 kalenderdagen volgend op de dag van het overlijden. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

5. Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

6. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont

Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Er kan van deze periode worden afgeweken op vraag van de werknemer mits een akkoord van de werkgever.

7. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont

De dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits een akkoord van de werkgever.

8. Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden

 

De dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits een akkoord van de werkgever.

9. Plechtige communie van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner

De dag van de plechtigheid of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt

10. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaats heeft

De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt

11. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum

De nodige tijd met een maximum van drie dagen

12. Verblijf van de werknemer gewetensbezwaarde op het Bestuur van de medische expertise of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig die wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen

De nodige tijd met een maximum van drie dagen

13. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

14. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraads­verkiezingen

De nodige tijd

15. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau van stemopneming bij de parlementen, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

2. Commentaar

2.1. Deeltijdse werknemers

De deeltijdse werknemers hebben het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, gedurende de dagen en periodes die samenvallen met de dagen en periodes waarop zij normaal gewerkt zouden moeten hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde grenzen.

2.2. Wettelijk en feitelijk samenwonende werknemers

De wettelijk samenwonende werknemers genieten altijd dezelfde rechten als de gehuwde werknemers in het kader van het klein verlet m.b.t. de familiegebeurtenissen.

Opmerking: De wettelijke samenwoning is de situatie waarbij twee personen een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats overhandigd wordt.

De feitelijk samenwonende partners genieten alleen dezelfde rechten als gehuwde werknemers in de gevallen zoals vermeld in 4., 5., 6., 7. en 8. van de bovenvermelde tabel.

2.3. Kinderen

Voor de toepassing van deze reglementering wordt het geadopteerd of erkend natuurlijk kind steeds gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

Tot 25 juli 2021 was er in de regelgeving klein verlet niets voorzien met betrekking tot pleegkinderen.

Vanaf 25 juli 2021 is er recht op:

  • 10 dagen klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de werknemer (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een langdurige  pleegzorg[1] op het moment van het overlijden of in het verleden;
  • 1 dag klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de werknemer (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een kortdurende pleegzorg[2] op het moment van overlijden.

Vanaf 25 mei 2023 is er opnieuw een uitbreiding gebeurd van de gelijkstelling van een pleegkind met een kind in het kader van langdurige pleegzorg[3] en dit voor de in punt 2., 3., 9. en 10. van de in de bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen die het recht openen op klein verlet.

Voorwaarde is wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:

  • hetzij tijdens de plaatsing,
  • hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.

Halfbroers en halfzusters worden gelijkgesteld met broers en zussen.

2.4. Gelijkstellingen in geval van langdurige pleegzorg

Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven. 

De inschrijvingsvoorwaarde van het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin, de pleegouder of pleegouders zijn/hun verblijfplaats heeft/hebben werd vanaf 25 mei 2023 geschrapt in deze definitie.

Rouwverlof

Sinds 25 juli 2021 heeft een werknemer reeds recht op:

  • 10 dagen klein verlet waarvan de eerste 3 dagen moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis en de overige 7 dagen binnen het jaar na de dag van het overlijden kunnen opgenomen worden in geval van overlijden van zijn of haar pleegkind (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van langdurige pleegzorg die ofwel nog loopt op het ogenblik van overlijden ofwel in het verleden plaatsvond;
  • 3 dagen klein verlet die moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis in geval van overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden.

Vanaf 25 mei 2023 worden de in punt 4. en 5. van de in bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is wel dat het overlijden zich moet voordoen, hetzij tijdens de plaatsing, hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.

Ook in de in punt 6. en 7. van de in bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen worden vanaf 25 mei 2023 de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is hier wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:

  • hetzij tijdens de plaatsing,
  • hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.

Andere gebeurtenissen

Vanaf 25 mei 2023 worden de in de punt 2., 3., 9. en 10. van de in bovenvermelde tabel voorziene gevallen de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:

  • hetzij tijdens de plaatsing,
  • hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.

[1] Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven. 

[2] Kortdurende pleegzorg omvat alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

[3] De gelijkstelling betreft hier enkel langdurige pleegzorg en geen andere vorm van pleegzorg (= kortdurende pleegzorg).

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
26/06/2023
Registratienr
181212
Geldig van
01/01/2023
Geldig tot
31/12/2024
Neerleggingsdatum
04/07/2023
Registratiedatum
27/07/2023
Onderwerp
Arbeids- en loonvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
08/08/2023
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
LONEN, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, EINDEJAARSPREMIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID, KLEIN VERLET, MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, OPZEGGING/ONTSLAG, SOCIALE VREDE, MINIMUMUUR- EN MAANDLONEN, INDEXERINGSBEPALINGEN, LOONNORM, LOON - ADMINISTRATIEVE EN UITBETALINGSMODALITEITEN, WEKELIJKSE ARBEIDSDUUR OF OP JAARBASIS, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT EN OVERUREN - ARBEIDSORGANISATIE, OVERUREN - QUOTUM, TIJDELIJKE ARBEID (GEEN UITZENDARBEID), KLEIN VERLET, MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, OPZEGGING/ONTSLAG - ORGANISATIE EN PROCEDURE, SOCIALE VREDE, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, EINDEJAARSPREMIE, EENMALIGE PREMIE, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN (EXCL. E-COMMERCE), PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING
Tekst aangepast op
29/07/2023

Datum CAO
07/03/2024
Registratienr
186882
Geldig van
01/01/2023
Geldig tot
31/12/2024
Neerleggingsdatum
20/03/2024
Registratiedatum
22/03/2024
Onderwerp
Arbeids- en loonvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
02/04/2024
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
-
Tekst aangepast op
27/03/2024

Historiek
01/01/2023 31/12/2024 13 Klein verlet
01/01/2021 31/12/2022 13 Klein verlet
01/01/2019 31/12/2020 13 Klein verlet
01/01/2017 31/12/2018 13 Klein verlet
01/11/2015 31/12/2016 13 Klein verlet
01/01/2013 31/12/2014 13 Klein verlet