2502 Bijzondere vormingspremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
128.06.00-00.00

Bijwerking: 20/06/1994
Geldig vanaf: 01/01/1993

In het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels werd op 24 februari 1992 een collectieve arbeids-overeenkomst gesloten betreffende de toekenning van een bijzondere vormingspremie door het Fonds voor bestaanszekerheid voor de orthopedische schoeisels ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 20 oktober 1992 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 november 1992. Het artikel 4 van deze overeenkomst werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1993, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 april 1994 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 14 juni 1994. De wijziging treedt in werking op 1 januari 1993.

Wij geven U hierna de integrale tekst van deze CAO

 

1. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna genoemd "werklieden" van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels.

Artikel 2

In uitvoering van de artikelen 2 en 7 van de statuten vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, wordt aan de werklieden een bijzondere vormingspremie toegekend ten laste van voornoemd fonds.

2. Rechthebbenden en bedrag

Artikel 3

De bijzondere vormingspremie wordt toegekend aan de rechthebbenden die, op 30 september van het sociaal dienstjaar lopende van 1 oktober tot 30 september, terzelfdertijd :

a)    lid zijn van één van de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels ;

b)    krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden zijn bij een in artikel 1 bedoelde onderneming.

Artikel 4

Het bedrag van de bijzondere vormingspremie bedraagt 2.000 fr. per dienstjaar.

3. Toepassingsmodaliteiten

Artikel 5

Elk jaar, uiterlijk op 15 oktober, worden de werkgevers bedoeld in artikel 1, door toedoen van het Fonds voor bestaanszekerheid voor de orthopedische schoeisels, in het bezit gesteld van de nodige attesten genaamd "bijzondere vormingspremie".

Deze attesten worden door de werkgevers, in driedubbel, ingevuld op naam van elk lid van hun werklieden-personeel dat tijdens het sociaal dienstjaar krachtens een arbeidsovereenkomst in het personeelsregister was ingeschreven.

Uiterlijk op 15 november, volgend op het sociaal dienstjaar, worden deze "attesten bijzondere vormings-premie" in dubbel exemplaar door de werkgevers individueel aan alle leden van het in vorig lid bedoeld werk-liedenpersoneel uitgereikt.

Artikel 6

Op voorlegging van het door de werkgever afgeleverd "attest bijzondere vormingspremie", betalen de repre-sentatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoei-sels, vanaf 31 december, de "bijzondere vormingspremie" aan de rechthebbende werklieden uit.

Indien een rechthebbende op het ogenblik van de betaling overleden is, wordt de bijzondere vormingspremie betaald aan de overlevende echtgeno(o)t(e).

Het "attest bijzondere vormingspremie" wordt, bij wijze van onderlinge controle, door de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, afge-stempeld.

Artikel 7

De representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de ortho-pedische schoeisels, zenden een afrekening van de uitbetaalde bedragen aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de orthopedische schoeisels die het door de werknemersorganisaties voorgeschoten bedrag en die werk-nemersorganisaties terugbetaalt vóór 31 januari volgend op het jaar waarin de operatie "bijzondere vormings-premie" plaats had. 

Artikel 8

De rechten en de plichten alsmede het actief en het passief van de Belgische Vereniging van Orthopedische-Schoentechnici, voor wat betreft de toekenning van een bijzondere vormingspremie, worden vanaf 1 oktober 1991 overgedragen aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de orthopedische schoeisels.

4. Geldigheid

Artikel 9

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1991, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de toekenning van een bijzondere vormingspremie.

Zij treedt in werking op 1 oktober 1991 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

(...)


Historiek
01/01/1993 31/12/2999 2502 Bijzondere vormingspremie