10 Anciënniteitverlofdagen

Paritair (sub-)Comité nr.:
128.06.00-00.00

Bijwerking: 13/07/2001
Geldig vanaf: 01/01/1999
Geldig tot: 31/12/2000

In het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels werd op 22 juni 1999 en 30 november 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 februari 2000 onder het nummer 53.842/CO/128.06. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 16 februari 2000.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de anciënniteitverlofdagen.

 

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden, de werksters en op de huisarbeiders en -arbeidsters, hierna genoemd "werklieden" en op de werkgevers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels.

Wanneer de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts van toepassing zijn op de "regelmatige huisarbeiders" wordt hiervan telkens melding gemaakt.

Onder "regelmatige huisarbeider" wordt verstaan, de huisarbeider die, tijdens de betrokken toepassingsperiode, een loon verdiende dat ten minste gelijk is aan 90 % van het referteloon van een fabriekarbeider die is tewerkgesteld in dezelfde functieklasse als de belanghebbende. In het loon is noch de vergoeding voor het gebruik van eigen machine of materiaal, noch de vergoeding voor de levering van bijhorigheden begrepen.

Het in vorig lid bedoelde referteloon wordt vastgesteld door het conventioneel minimumuurloon te vermenigvuldigen met het hierna vastgestelde aantal uren, eventueel verminderd met het aantal uren verloren wegens ziekte, bevalling, militaire dienst, betaalde vakantie, ongeval van de belanghebbende, evenals met zijn gecontroleerde werkloosheidsdagen voor de in aanmerking genomen periode.

Dit aantal uren wordt voor vijf  werkdagen per week op acht uur per dag vastgesteld.

 

(...)

 

HOOFDSTUK IX - Anciënniteitverlofdagen

Artikel 18

De anciënniteitverlofdagen worden als volgt vastgesteld :

-      vanaf 5 tot en met 9 jaren dienst in de bedrijfstak : 1 dag ;

-      vanaf 10 tot en met 14 jaren dienst in de bedrijfstak : 2 dagen ;

-      vanaf 15 tot en met 19 jaren dienst in de bedrijfstak : 3 dagen ;

-      vanaf 20 tot en met 24 jaren dienst in de bedrijfstak : 4 dagen ;

-      vanaf 25 jaren en meer dienst in de bedrijfstak : maximum 5 dagen.

De toepassingsmodaliteiten van de in dit hoofdstuk bepaalde anciënniteitverlofdagen worden vastgesteld op het vlak van de onderneming, rekening houdend met de specifieke bevoegdheden terzake van de ondernemingsraad, van de vakbondsafvaardiging of van de syndicale vertegenwoordiger.

 

(...)

HOOFDSTUK XII - Geldigheid

Artikel 21

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd door één van de partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden, mits voorafgaandelijk overleg met de betrokken partijen, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels.

De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt gestuurd. De opzeggingstermijn mag evenwel ten vroegste een aanvang nemen op 1 oktober 2000.

 

 


Historiek
01/01/2009 31/12/2999 10 Anciënniteitverlofdagen
01/01/2007 31/12/2008 10 Anciënniteitverlofdagen
01/01/2005 31/12/2006 10 Anciënniteitverlofdagen
01/01/2003 31/12/2004 10 Anciënniteitverlofdagen
01/01/2001 31/12/2002 10 Anciënniteitverlofdagen
01/01/1999 31/12/2000 10 Anciënniteitverlofdagen