070203 Bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
128.06.00-00.00

Bijwerking: 12/03/1999
Geldig vanaf: 01/01/1997

In het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels werd op 30 juni 1997 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 5 juli 1998 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 september 1998.

In hetzelfde paritair comité werd op 2 juni 1997 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de uitvoering van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 – Hoofdstuk II – Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming – houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, §2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 17 juni 1998 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 september 1998.

Wij geven u hierna de integrale tekst van beide CAO’s.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels.

Onder "arbeiders" verstaat men de arbeiders en de arbeidsters.

Artikel 2 - Inspanning voor de tewerkstelling en de integratiemogelijkheden van personen uit de risicogroepen.

§1        De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen voor de jaren 1997 en 1998 een bijdrage van 0,10 % per kwartaal, berekend op grond van het volledige loon van de arbeiders en de arbeidsters. Voor het ganse jaar 1997 wordt bovenvermeld percentage (4 x 0,10 %) uitzonderlijk geïnd in het vierde kwartaal. Het is een financiële inspanning die strikt beperkt wordt tot de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

             1.   Doelstelling

                   1.1.      Aanwerving van:

                                -     jonge werkzoekende schoolverlaters;

                                -     werkzoekenden die aangeworven worden om reden van een wettelijke verplichting tot vervanging;

                                -     stagiairs van de RVA die aangeworven worden na afloop van de stage;

                                -     vervanging van een arbeider die op brugpensioen gaat.

                   1.2.      Bijscholing van werknemers in het kader van de accreditatie of het halen van de kwaliteitsnorm.

             2.   Het fonds voor bestaanszekerheid van de sector zal een eenmalig bedrag uitkeren als aanmoediging tot de vorming van de nieuw aangeworven arbeider.

§2        Het eenmalig forfaitair bedrag bedraagt 112.500 fr. per aanwerving van een voltijdse arbeider. Het wordt uitgekeerd door het fonds voor bestaanszekerheid a rato van één twaalfde per effectieve maand tewerkstelling van de betrokken arbeider.

§3        De aanwerving dient te gebeuren onder de vorm van een individuele arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. De minimumduur van tewerkstelling bedraagt drie maanden. Voor de evaluatie worden de tewerkstellingsgegevens van de RSZ-aangifte van het derde kwartaal van 1996 en 1997 in aanmerking genomen.

§4        Het totaal bedrag dat door het fonds voor bestaanszekerheid kan besteed worden voor de uitvoering van deze overeenkomst is beperkt tot de voor dit doel geïnde bijdragen.

§5        De in artikel 2, §2, vermelde aanwervingspremie, of een gedeelte van dit bedrag in functie van de duurtijd van de tewerkstelling, zal worden toegekend voor aanwervingen die:

             1.   een netto hoofdelijke aanwerving zijn;

             2.   gebeuren in het kader van de vervangingsplicht bij brugpensioen

§6        Voor tussenkomst voor de aanwerving van de betrokken werknemers richten de werkgevers een
principe-aanvraag aan het fonds voor bestaanszekerheid voor de orthopedische schoeisels, Oudergemselaan 26 - 1040 Brussel. De vormvoorwaarden worden door de raad van bestuur van het fonds voor bestaanzekerheid vastgelegd.

§7        Het opmaken van de uitvoeringsmodaliteiten wordt toevertrouwd aan de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.

Artikel 3

De ondernemingsraad of, bij ontstentenis, het comité voor veiligheid en gezondheid, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging wordt belast met de controle over de uitvoering van deze overeenkomst. Bij ontstentenis van hierboven vermelde overlegorganen gebeurt de controle in de schoot van het fonds voor bestaanszekerheid. De uiteindelijke evaluatie wordt toevertrouwd aan het bevoegd paritair subcomité.

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen voor de jaren 1997 en 1998 een bijdrage van 0,10 % berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters, zoals bedoeld bij artikel 23 van de wet van
29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.

Artikel 3

De opbrengst van de inning van de bijdrage van 0,10 % is bestemd voor de medefinanciering van opleidingsinitiatieven van personen die behoren tot de risicogroepen.

Deze initiatieven kunnen hetzij collectief, hetzij individueel of hetzij voor een groep van ondernemingen georganiseerd worden.

De modaliteiten van de financiering voor de algemene kosten, de ontwikkelingskosten en de rechtstreekse opleidingskosten zullen in de raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de orthopedische schoeisels" bepaald worden.

Artikel 4

In het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten, rekening houdend met de bijzondere concurrentiedruk die op de sector uitgeoefend wordt, als risicogroepen beschouwd worden :

–      de ongeschoolden of laaggeschoolde werknemers en/of werkzoekenden ;

–      de werknemers waarvan de tewerkstelling bedreigd wordt door gebrek aan scholing of herscholing van de vakbekwaamheid ;

–      de werknemers die een activiteit uitoefenen die de nakomende activiteiten dermate beïnvloeden dat bij gebrek aan bestendige aanpassing de tewerkstelling in cascade bedreigd wordt: voorbeeld CAD-CAM operators ;

–      de werknemers die bijscholingen dienen te volgen in het kader van de accreditatie of het halen van de kwaliteitsnorm.

Artikel 5

De bijdrage bedoeld in artikel 3 wordt geïnd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid en overgemaakt aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de orthopedische schoeisels", Oudergemselaan 26, 1040 Brussel dat zal instaan voor de uitbetaling van de in artikel 3 voorziene gelden en aanwervingspremie.

De totaliteit van de financiering in het kader van de bijdrage van 0,10 % mag de totaliteit van de ontvangsten niet overschrijden.

Artikel 6

Jaarlijks zal, in de schoot van het paritair subcomité, een evaluatie worden gemaakt van de bestaande opleidingsinitiatieven en bestedingen zoals voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.


Historiek
01/01/1997 31/12/2999 070203 Bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen