200102 Bestaanszekerheid in de ondernemingen van de handschoennijverheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
128.03.00-00.00

Bijwerking: 30/05/2016
Geldig vanaf: 01/01/2011
Geldig tot: 31/03/2016

In het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid werd op 2 juni 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de handschoennijverheid (registratienummer: 94313/CO/128.03). Zij werd algemeen verbindend verklaard door een konoklijk besluit van 4 maart 2010 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 oktober 2010.

Zij werd gewijzigd door:

Artikelen 6 tot 23 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden dd. 2 juni 2009 (registratienummer 94313) worden opgeheven met ingang van 1 april 2016 (CAO van 09/12/2015 - nr. 132758/CO/128.03).
Voor de nieuwe bepalingen inzake bestaanszekerheid, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 20 van PC 128.

Bovendien voorziet de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011 in de verplichting voor de werknemer om een minimale uitkering te betalen. Deze arbeidsovereenkomst werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 31 januari 2012 onder het nr 108056/CO/128.03. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 13 februari 2012.

Klik op de hier beneden link om de teksten van de CAO's te consulteren.

Om te weten welke codes er moeten gebruikt worden op de prestatieopgaven, worden de klanten van GROUP S – Sociaal Secretariaat vzw verzocht hun dossierbeheerder te contacteren.

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de bestaanszekerheid en vervolgens enkele praktische schikkingen.

Door de werkgever te betalen uitkeringen aan de arbeiders in geval van tijdelijke werkloosheid (economisch, technisch, slecht weer) met max. 70 uitk./ jaar
Voorwaarde: onder contract bij de werkgever sinds het begin van het jaar; zoniet wordt het aantal uitkeringen proportioneel beperkt tot het aantal volledige maanden sinds de indiensttreding.
Uitsluitingen:
- Arbeiders in proefperiode of vervangingscontract van een zieke werknemer
- Overmacht
Bedragen : zie Hoofdst. 2002

Sinds 1 januari 2011, indien geen recht op uitkeringen of overschrijding van het maximum, uitkering van 2 EUR/d door de werkgever te betalen.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna aangeduid met “werklieden”, tewerkgesteld in de ondernemingen van de handschoennijverheid welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid.

Onder handschoennijverheid wordt verstaan de handschoenmakerij in leder, snij- en naaiwerk inbegrepen; de vervangingsartikelen worden gelijkgesteld met lederartikelen voor zover een gelijkaardige beroepskennis is vereist.

(…)

Artikel 6

De werkgevers verbinden zich ertoe alle maatregelen te treffen om, zoveel mogelijk, werkloosheid te vermijden.

Artikel 7

Wanneer het niet mogelijk is werkloosheid te vermijden, voeren de werkgevers een regeling van werkloosheid met beurtwisseling in.

Artikel 8

De werkloos gestelde werklieden hebben recht op een bestaanszekerheidsvergoeding per dag onvrijwillige werkloosheid. Deze is nochtans niet verschuldigd wanneer de werkloosheid aan een geval van overmacht te wijten is.

Artikel 9

Het dagelijks bedrag vanaf 1 april 2009 van deze vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de volgende tabel:

Commentaar: Voor de geactualiseerde bedragen, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 2002.

Artikel 10

De betaling van deze vergoeding valt ten laste van de werkgever.

Artikel 11

De bestaanszekerheidsvergoeding is, per werkman, verschuldigd ten belope van maximum 70 dagen onvrijwillige werkloosheid per kalenderjaar.

Artikel 12

Voor de werkman die in dienst is getreden bij een werkgever in de loop van het jaar, zijn de bestaanszekerheidsvergoedingen verschuldigd ten belope van het aantal dagen onvrijwillige werkloosheid in verhouding tot het aantal volle maanden tewerkstelling bij deze werkgever in de loop van de referteperiode.

Artikel 13

De vergoedingen voor bestaanszekerheid worden betaald op de in de ondernemingen van kracht zijnde gebruikelijke betaaldag, op voorlegging van de stempelkaart van de werkloos gestelde werkman.

Zij worden door de werkgever op de individuele rekening van de werkman ingeschreven.

Bij elke betaling wordt aan de betrokkene een loonstrook overhandigd.

Artikel 14

De werkgevers verbinden zich ertoe, zoveel mogelijk, ontslag te vermijden.

Artikel 15

Wanneer het blijkt dat er in een groep voortdurend werkloosheid is, wat op een teveel aan arbeidskrachten wijst, en voor zover de werkgever ze niet in een andere groep kan tewerkstellen, mogen de overtollige werklieden worden ontslagen.

Alvorens tot dit ontslag over te gaan, laat de werkgever aan de ondernemingsraad weten of, bij ontstentenis ervan, aan de vakbondsafvaardiging of wanneer er geen bestaat, aan de werkliedenafgevaardigden van de representatieve werknemersorganisaties. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de sociale en economische factoren, zoals de leeftijd van de werklieden, hun diensttijd, hun technische bekwaamheid… Tijdens de periode van werkloosheid met beurtwisseling en gedurende de opzeggingstermijn mogen geen werklieden in dienst worden genomen om de opgezegde werklieden of degenen die aan beurtwisseling deelnemen, te vervangen.

Artikel 16

Na het verstrijken van de wettelijke opzeggingstermijn betekend door de werkgever, heeft de ontslagen werkman, als afscheidsvergoeding, recht op vergoedingen voor bestaanszekerheid waarvan het bedrag is bepaald bij artikel 9 en dit voor een aantal gecontroleerde werkloosheidsdagen waarvan de duur is vastgesteld volgens het aantal jaren ononderbroken dienst in de onderneming, zijnde:

Nochtans zijn de vergoedingen enkel verschuldigd voor de dagen waarvoor de werkman bewijst dat hij volledig werkloos was. De perioden van werkloosheid mogen al dan niet worden gescheiden door werkperioden gelegen in een periode van drie of zes maanden naargelang de werkman minder of meer dan 5 jaar dienst telt.

Bij het verstrijken van de wettelijke opzeggingstermijn, moet de afscheidsvergoeding, zoals voorzien in het eerste lid, volledig en onmiddellijk worden uitbetaald aan de werklieden die ten minste 5 jaar dienst tellen in de onderneming, zonder rekening te houden met het aantal dagen dat deze werklieden na hun ontslag werkloos zijn gebleven.

Artikel 17

De ontslagen werkman minder dan één jaar ononderbroken dienst in de onderneming heeft geen recht op de in artikel 16 voorziene vergoedingen.

Artikel 18

Wanneer het de werkgever niet meer mogelijk is een werkman in zijn oorspronkelijke groep tewerk te stellen, mag hij hem zijn overplaatsing naar een andere groep voorstellen, met behoud van zijn loon gedurende zes maanden, waarna enkel het regelingsloon van de nieuwe functie is verschuldigd. Wanneer een dergelijke overplaatsing wordt geweigerd, mag de betrokken werkman worden ontslagen met inachtneming van de wettelijke opzeggingstermijn.

Artikel 19

Het ontslag van een werkman, gerechtvaardigd door dringende redenen, valt niet onder de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 20

De huisarbeiders en -arbeidsters hebben recht op de in artikel 9 voorziene bestaanszekerheidsvergoedingen voor elke behoorlijk gecontroleerde werkloosheidsdag van een lopende maand, op voorwaarde de vorige maand een loon te hebben verdiend, dat gelijk is aan 90% van het loon van een werkman in de werkplaats die is ingedeeld in dezelfde categorie van functies als de betrokkenen.

Artikel 21

Het in artikel 20 bedoelde loon wordt vastgesteld door het minimumuurloon van de werkman of de werkster in de werkplaats te vermenigvuldigen met het aantal gepresteerde uren tijdens de voorgaande maand, verminderd met het aantal verloren uren wegens ziekte, bevalling, legerdienst, betaalde vakantie, ongeval, dagen werkloosheid, tijdens de in aanmerking genomen periode.

Artikel 22

In geval een wet of een interprofessioneel paritair akkoord, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, houdende invoering van een stelsel voor bestaanszekerheid gelijkwaardig aan dat van deze collectieve arbeidsovereenkomst, in werking zou treden gedurende de geldigheidsperiode van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zou deze laatste ambthalve door de nieuwe wettelijke of reglementaire bepalingen worden vervangen.

Nochtans blijven de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst welke voor de werklieden gunstiger zijn, van toepassing.

In geen geval mag de last, welke voortkomt uit de samenvoeging van de voordelen toegekend door deze collectieve arbeidsovereenkomst en door de wet, deze voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst te boven gaan.

Artikel 23

In geval van betwisting nopens de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, onderzoekt de werkgever het geval met de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, met de vakbondsafvaardiging of wanneer er geen bestaat, met de werkliedenafgevaardigden van de representatieve werknemersorganisatie.

(…)

Artikel 32

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2017.

Commentaar: Artikelen 6 tot 23 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden dd. 2 juni 2009 (registratienummer 94313) worden opgeheven met ingang van 1 april 2016 (CAO van 09/12/2015 - nr. 132758/CO/128.03).

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de arbeiders en arbeidsters en op hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid.

Artikel 2

De arbeiders en arbeidsters hebben ten laste van de werkgever recht op een supplement bovenop de werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, in geval van toepassing van de artikelen 49, 50 of 51 Wet 3 juli 1978.

Artikel 3

Onverminderd gunstigere overeenkomsten op sectoraal- of bedrijfsvlak, wordt dit supplement bepaald op 2 euro per dag waarop hij of zij niet gewerkt heeft.

Deze 2 euro per dag is niet cumuleerbaar met hogere, reeds bestaande supplementen, besloten in een overeenkomst op sectoraal- of op bedrijfsniveau.

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité.

Om te weten welke codes er moeten gebruikt worden op de prestatieopgaven worden de aangeslotenen van GROUP S – Sociaal Secretariaat vzw verzocht hun dossierbeheerder te contacteren.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/10/2011
Registratienr
108056
Geldig van
01/01/2011
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
06/01/2012
Registratiedatum
31/01/2012
Onderwerp
bestaanszekerheid
BS Bericht van neerlegging
13/02/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
20/02/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
06/06/2013
Keywords
WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN)

Datum CAO
21/10/2011
Registratienr
108053
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
06/01/2012
Registratiedatum
31/01/2012
Onderwerp
verlenging van de volgende collectieve arbeidsovereenkomsten : 94313-94314-94318-94319-94321-94322-94324
BS Bericht van neerlegging
13/02/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
20/02/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
23/05/2013
Keywords
BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, BRUGPENSIOEN

Datum CAO
02/06/2009
Registratienr
94313
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
31/12/2013
Neerleggingsdatum
08/06/2009
Registratiedatum
14/09/2009
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
30/09/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
04/03/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
04/10/2010
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, EINDEJAARSPREMIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN)

Historiek
01/01/2011 31/03/2016 200102 Bestaanszekerheid in de ondernemingen van de handschoennijverheid
01/01/2009 31/12/2010 200102 Bestaanszekerheid in de ondernemingen van de handschoennijverheid
01/01/2007 31/12/2008 200102 Bestaanszekerheid in de ondernemingen van de handschoennijverheid
01/01/2005 31/12/2006 200102 Bestaanszekerheid in de ondernemingen van de handschoennijverheid
01/01/2003 31/12/2004 200102 Bestaanszekerheid in de ondernemingen van de handschoennijverheid
01/07/2002 31/12/2002 200102 Bestaanszekerheid in de ondernemingen van de handschoennijverheid