070202 Bevordering van tewerkstelling van risicogroepen onder de werkzoekenden

Paritair (sub-)Comité nr.:
128.02.00-00.00

Bijwerking: 03/06/1997
Geldig vanaf: 01/01/1995

In het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers werd op 20 juni 1995 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de uitvoering van de wet van 3 april 1995 - Hoofdstuk 2 - houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling inzake de bijdrage van 0,15 pct. en van 0,20 pct. ter bevordering van de tewerkstelling en integratiemogelijkheden van personen uit de risico-groepen. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 11 juli 1996 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 september 1996.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzen-makers en de maatwerkers.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen voor het jaar 1995 een bijdrage van 0,15 pct., berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters, zoals bedoeld bij artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.

Voor het jaar 1996 wordt het bovengenoemde percentage verhoogd tot 0,20 pct.

Artikel 3

De opbrengst van de inning van de bijdrage van 0,15 pct. en van 0,20 pct. is bestemd voor de mede-financiering van opleidingsinitiatieven van personen die behoren tot de risicogroepen.

Deze initiatieven kunnen hetzij collectief, hetzij individueel of hetzij voor een groep van ondernemingen georganiseerd worden.

De modaliteiten van de financiering voor de algemene kosten, de ontwikkelingskosten en de rechtstreekse opleidingskosten zullen in de raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de schoeisel-industrie, de laarzenmakers en de maatwerkers" bepaald worden.

De projectontwikkeling, de coördinatie, de kostenverrekening en de verslaggeving wordt toevertrouwd aan de werkgeversfederatie.

Artikel 4

In het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten, rekening houdend met de bijzondere concur-rentiedruk die op de sector uitgeoefend wordt, als risicogroepen beschouwd worden :

-      de ongeschoolde of laaggeschoolde werknemers en/of werkzoekenden ;

-      de werknemers waarvan de tewerkstelling bedreigd wordt door gebrek aan scholing of herscholing van de vakbekwaamheid ;

-      de werknemers die een activiteit uitoefenen die de nakomende activiteiten in dermate beïnvloeden dat bij gebrek aan bestendige aanpassing de tewerkstelling in cascade bedreigd wordt : voorbeeld CAD-CAM operators.

Artikel 5

Deze bijdrage wordt geïnd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid en overgemaakt aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers", Oudergemselaan 26, 1040 Brussel dat zal instaan voor de uitbetaling van de in artikel 3 voorziene gelden en aanwervingspremie.

De totaliteit van de financiering in het kader van de bijdrage van 0,15 pct. en van 0,20 pct. mag de totaliteit van de ontvangsten niet overschrijden.

Artikel 6

Jaarlijks zal, in de schoot van het paritair subcomité, een evaluatie worden gemaakt van de bestaande opleidingsinitiatieven en bestedingen zoals voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.


Historiek
01/01/1995 31/12/2999 070202 Bevordering van tewerkstelling van risicogroepen onder de werkzoekenden