05 Eindejaarspremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
128.02.00-00.00

Bijwerking: 14/04/2016
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2015

CAO 2 juni 2009 (reg.nr 94211)
Geldigheid: 01/01/2009 - 31/12/2015

Bedrag

8,33 % van het tussen 1 december van het voorgaande jaar en 30 november van het lopende jaar verdiende loon, met volgend minimum voor de meerderjarige werklieden en regelmatige huisarbeiders, die gedurende ten minste 12 maanden verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst :

-   123,95 EUR (functieklassen 1 tot 5);

-   111,55 EUR (functieklassen 6 tot 9).

Met «verdiende loon» bedoelt men het brutoloon tijdens de referteperiode verdiend, de betaalde feestdagen, klein verlet, gewaarborgd loon en vergoedingen bestaanszekerheid inbegrepen.

Voor minderjarige werknemers gelden verlaagde bedragen naar gelang van de leeftijd van de betrokkenen op 31 december van het kalenderjaar. Voor de 20-jarigen vermindering met 5 % per schijf van 6 maanden.

Voor minderjarigen van 19 en 19,5 jaar bedragen deze percentages respectievelijk 90 en 95.  

Toekenningsvoorwaarden

- 1/12 voor iedere maand of gedeelte van een maand aanwezigheid in de onderneming;

- gelijkstelling : gedeeltelijke of toevallige onvrijwillige werkloosheid : de hele periode; ziekte of ongeval : maximum 2 maanden; zwangerschap en bevalling met of zonder ziekte of ongeval : 3 maanden;

- voor de gewesten en ondernemingen waar gunstigere toepassingsvoorwaarden bestaan, blijven deze laatste behouden.

Uitbetalingsdatum

Tussen 15 en 31 december of bij de laatste loonuitbetaling in geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst in de loop van het jaar.

In het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers werd op 2 juni 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94211/CO/128.02. 

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de eindejaarspremie en vervolgens enkele praktische schikkingen.

De artikelen 20 tot 23 en 30 tot 32bis van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters dd. 2 juni 2009 (registratienummer 94211) wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2016 (CAO 09/12/2015 - nr. 132535). Voor de nieuwe bepalingen inzake de eindejaarspremie, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 05 van PC 128.

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden, werksters en op de huisarbeiders en -arbeidsters, hierna genoemd "werklieden" en op de werkgevers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, te weten voor de volgende bedrijfssectoren, met inbegrip van de voorbereiding en/of de afwerking :

a) de vervaardiging van schoenen en pantoffels en de gedeelten in leder ervan; de laarzenmakers en de maatwerkmakers; de vervangingsartikelen worden gelijkgesteld met lederartikelen voor zover een gelijkaardige beroepskennis is vereist; het herstellen van schoenen;

b) de ondernemingen welke zich hoofdzakelijk inlaten met de groot- of kleinhandel van de onder a) vermelde voorwerpen.

Wanneer de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts van toepassing zijn op de "regelmatige huisarbeiders" zal hiervan telkens melding worden gemaakt.

Onder "regelmatige huisarbeider" wordt verstaan, de huisarbeider die, tijdens de betrokken toepassingsperiode, een loon verdiende dat ten minste gelijk is aan 90 pct. van het referteloon van een fabrieksarbeider die is tewerkgesteld in dezelfde klasse van functies als de belanghebbende. In het loon is noch de vergoeding voor het gebruik van eigen machine of materiaal, noch de vergoeding voor de levering van bijhorigheden begrepen.

Het in vorig lid bedoelde referteloon wordt vastgesteld door het conventioneel minimumuurloon te vermenigvuldigen met het hierna vastgestelde aantal uren, eventueel verminderd met het aantal uren verloren wegens ziekte, bevalling, militaire dienst, betaalde vakantie, ongeval van de belanghebbende, evenals met zijn gecontroleerde werkloosheidsdagen voor de in aanmerking genomen periode.

(...)

HOOFDSTUK VII - Eindejaarspremie

Bedrag en gelijkgestelde dagen

Artikel 20

De werklieden hebben, ten laste van hun werkgever, recht op een eindejaarspremie. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vastgesteld op 8,33 pct. van het door de werklieden bij hun werkgever verdiende loon in de loop van elk dienstjaar dat gaat van l december van het voorgaande jaar tot 30 november van het lopende jaar.

Onder "verdiend loon" wordt verstaan het brutoloon dat door de werkman tijdens de referteperiode wordt verdiend, zoals bepaald bij de wet van 12 april 1965, betreffende de bescherming van het loon der werknemers, zonder evenwel de vergoedingen voor betaalde feestdagen, kort verzuim, gewaarborgd loon en vergoedingen voor bestaanszekerheid uit te sluiten.

Artikel 21

Vanaf 1977, worden aan de meerderjarige werklieden en regelmatige huisarbeiders die ten minste twaalf maanden door een arbeidsovereenkomst zijn gebonden, volgende minimumbedragen gewaarborgd, naar gelang zij tot de eerste vijf of de laatste vier klassen van functies behoren :

  • klassen van functies 1 tot 5 : 123,95 EUR;
  • klassen van functies 6 tot 9 : 111,55 EUR.

De minderjarige werklieden en regelmatige huisarbeiders genieten dezelfde gewaarborgde minimumbedragen, herleid evenwel, naar gelang van de leeftijd van de betrokkenen op 31 december van het kalenderjaar, tot de percentages vastgesteld bij artikel 6.

Gelet op de opleidingsperiode van toepassing op jong arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt voor de minderjarigen van 19 en 19 1/2 jaar bedragen deze percentages respectievelijk 90 en 95.

Deze minimumbedragen worden verleend per twaalfde voor iedere maand of breuk van maand aanwezigheid in de onderneming, met dien verstande dat de hierna vermelde afwezigheden met aanwezigheden worden gelijkgesteld ten belope van maximum :

a)    gedeeltelijke of toevallige onvrijwillige werkloosheid : de totaliteit;

b)    ziekte en/of ongeval : twee maanden;

c)    zwangerschap en bevalling met of zonder ziekte en/of ongeval : drie maanden.

Betalingsdatum

Artikel 22

De eindejaarspremie wordt betaald tussen 15 en 31 december van het jaar waarop de premie betrekking heeft.

Wanneer evenwel de arbeidsovereenkomst in de loop van het jaar wordt verbroken, dan geschiedt de betaling tegelijkertijd met de laatste uitbetaling van het loon.

Artikel 23

Voor de gewesten en ondernemingen waar, in verband met de eindejaarspremie, gunstiger toepassingsmodaliteiten bestaan, blijven deze laatste behouden.

(...)

HOOFDSTUK XIII - Slotbepalingen

Artikel 37

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij treedt in werking op 1 januari 2009 en mag worden opgezegd door één van de partijen met een opzeggingstermijn van 3 maanden, mits voorafgaandelijk overleg met de betrokken partijen, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers.

De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt gestuurd.

De opzeggingstermijn mag evenwel ten vroegste een aanvang nemen op 1 oktober 2009.

B. Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangeslotenen van Group S - Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbe­reide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de arbeiders vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de arbeiders toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/12/2015
Registratienr
132535
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
13/01/2016
Registratiedatum
06/04/2016
Onderwerp
verlenging en opheffing van bepaalde cao's en cao-bepalingen
BS Bericht van neerlegging
20/04/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
20/12/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
08/02/2017
Keywords
LONEN, MAALTIJDCHEQUES, EINDEJAARSPREMIE, ANCIËNNITEITSPREMIE, AFSCHEIDSPREMIE, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, KLEIN VERLET, MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE PREMIE

Datum CAO
02/06/2009
Registratienr
94211
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
11/06/2009
Registratiedatum
14/09/2009
Onderwerp
arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
30/09/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/04/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
01/04/2011
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, EINDEJAARSPREMIE, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, KLEIN VERLET, SYNDICALE VORMING

Historiek
01/01/2009 31/12/2015 05 Eindejaarspremie
01/01/2007 31/12/2008 05 Eindejaarspremie
01/01/2005 31/12/2006 05 Eindejaarspremie
01/01/2005 31/12/2004 05 Eindejaarspremie
01/01/2003 31/12/2004 05 Eindejaarspremie
01/01/2001 31/12/2002 05 Eindejaarspremie
01/01/1999 31/12/2000 05 Eindejaarspremie