02 Bevoegdheid van het paritair comité

Paritair (sub-)Comité nr.:
126.00.00-01.00

Bijwerking: 19/04/2012
Geldig vanaf: 01/04/2012
Geldig tot: 16/04/2014

De bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) wordt geregeld door een koninklijk besluit van 4 november 1974, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 19 december 1974 en gewijzigd door de koninklijk besluiten  van 13 juni 1999, 30 november 1999, 27 januari 2008 en 7 december 2008 (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 14 januarii 2009).

Wij geven u hierna niet alleen de bevoegdheid van het paritair comité, maar trachten ook duidelijk te maken hoe u het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden dient te onderscheiden van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden. Vervolgens geven wij u nog een korte commentaar bij de uitsluiting van de werknemers- en werkgeversorganisaties en tenslotte volgen enkele praktische schikkingen. 

1. Bevoegdheid

Na het laatste  koninklijk besluit dat in voege trad op 8 maart 2008, is de bevoegdheid van het paritair comité als volgt.

Er wordt een paritair comité opgericht met de naam "Aanvullend Paritair Comité voor Bedienden" dat bevoegd is voor de werknemers die hoofdzakelijk intellectuele arbeid verrichten en voor hun werkgevers en zulks voor :

  • de werknemers die hoofdzakelijk intellectuele arbeid verrichten
  • die niet afhangen van enig bijzonder paritair comité, noch van het Paritair Comité voor de sector van de vrije beroepen noch van het Paritair Comité voor de non profit sector en voor hun werkgevers.

Het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden is niet bevoegd voor de werknemers tewerkgesteld door de representatieve werknemersorganisaties bedoeld in artikel 3 van de Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités.

Sedert de jongste wijziging die in voege trad op 8 maart 2008, wordt het aantal werkgevers dat nog ressorteert onder het P.C. 200, steeds maar kleiner. Feitelijk heeft dit paritair comité nog alleen nog maar een restbevoegdheid want het dient slechts voor de werkgevers  die van geen bijzonder paritair comité voor bedienden afhangen of van enig ander bijzonder gemengd paritair comité(arbeiders en bedienden), noch van het Paritair Comité voor de vrije beroepen (P.C. 336) noch van het Paritair Comité voor de non profit sector (P.C. 337).

Voorbeeld: de Fondsen voor Bestaanszekerheid (de zogenaamde "Sociale fondsen") ressorteren onder het P.C. 200 voor hun bedienden.

Bovendien werden tot op heden de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden niet benoemd en bijgevolg functioneert dit paritair comité nog altijd niet.

Dit heeft tot gevolg dat het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden, opgericht in uitvoering van het bovenvermelde koninklijk besluit van 5 januari 1957 voorlopig verder blijft functioneren. Het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden (200) en het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden (218) bestaan dus naast elkaar. Het eerste is niet operationeel, het tweede wel. 

2. Onderscheid tussen het ANPCB en het APCB

Naast het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden bestaat nog altijd het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden. Het eerstgenoemde paritair comité moet eigenlijk in de plaats treden van het tweede. Dit zal gebeuren de dag waarop het koninklijk besluit in werking treedt waarbij de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden benoemd worden. Maar aangezien men geen representatieve organisaties vindt voor een aantal deelsectoren van het APCB, kunnen de leden van het paritair comité niet benoemd worden en dus functioneert het oude ANPCB verder.

Maar wat zijn nu eigenlijk de verschillen tussen het ANPCB en het APCB ? We wijzen op vier belangrijke aspecten.

A. Benaming

Het in 1957 opgerichte paritair comité telt één woordje meer in de benaming, nl. nationaal. Het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden staat dus tegenover het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden.

B. Nummer

Sedert 1 januari 1995 hebben beide paritaire comités een verschillend nummer gekregen op het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Het in 1957 opgerichte Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden draagt nummer 218. Het in 1974 opgerichte Aanvullend Paritair Comité voor bedienden draagt nummer 200.

C. Bevoegdheid

Het koninklijk besluit van 1957 werd genomen in uitvoering van de besluitwet van 9 juni 1945 tot vaststelling van het statuut der paritaire comités. Deze wet was enkel van toepassing op de sectoren landbouw, industrie en handel. Het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden (218) blijft dus ook per definitie in bevoegd­heid beperkt tot de sectoren landbouw, industrie en handel.

Het koninklijk besluit van 1974 werd daarentegen genomen in uitvoering van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Deze wet is van toepassing op nagenoeg de volledige privé-sector en strekt zich dus niet alleen uit tot de sectoren landbouw, industrie en handel maar eveneens tot vrije beroepen (zoals advocaten, architecten, landmeters, gerechtsdeurwaarders en veeartsen), verenigingen zonder winstoogmerk, beroepsverenigingen, enz. Ipso facto geldt ook voor het Aan­vullend Paritair Comité voor bedienden (200) die ruime bevoegdheid.

D. Werking

Zoals boven al gezegd slaagt men er niet in de leden van het APCB te benoemen bij gebrek aan een aantal representatieve organisaties. De leden van het ANPCB zijn daarentegen wel benoemd. Het gevolg van deze situatie is dat het APCB wel bestaat, maar niet werkt en ook niet kan functioneren zolang de leden niet benoemd zijn. Het tot verdwijnen gedoemde ANPCB werkt daarentegen wel en sluit dus collectieve arbeids-overeenkomsten af.

3. Commentaar op de bevoegdheidswijziging van 1999 en van 2008 : vakbonden en werkgeversorganisaties 

Met ingang van 22 september 1999 is het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden niet meer bevoegd voor de representatieve werknemersorganisaties bedoeld in de CAO-wet, m.a.w. ACV, ABVV, ACLVB. Sedert 8 maart 2008 zijn de representatieve werkgeversorganisaties (VBO, UNIZO, Middenstandsverbond, ....)eveneens uitgesloten uit het bevoegdheidsgebied van het P.C. 200.

Deze wijziging heeft tot gevolg dat deze organisaties wél nog vallen onder de toepassing van de CAO-wet, maar dat geen enkel paritair comité meer bevoegd is voor de werknemers tewerkgesteld in de bedoelde organisaties en hun werkgevers. De collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad blijven echter wél van toepassing.

4. Praktische schikkingen

De bovenstaande tekst moet u in staat stellen na te gaan of u werkelijk ressorteert onder het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden (200). De werkgevers aangesloten bij het erkend sociaal secretariaat Groep S - Sociaal Secretariaat vzw die menen dat dit niet het geval is, worden verzocht zo vlug mogelijk contact te nemen met het kantoor waarbij zij zijn aangesloten.

Het inschrijvingsnummer bij de RSZ van werkgevers die ressorteren onder het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden en die niet gebonden zijn door de collectieve arbeidsovereenkomsten van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden wordt, vanaf 1 april 2012, voorafgegaan door een van de volgende kengetallen:

  • 011 voor de werkgevers die geen bijdrage verschuldigd zijn aan het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen;
  • 002 voor de werkgevers die voor arbeiders bijdrageplichtig zijn aan het Fonds PC 100, maar voor de bedienden niet bijdrageplichtig zijn aan een Fonds.

Historiek
01/04/2021 31/12/2050 02 Bevoegdheid van het paritair comité
01/04/2015 01/03/2021 02 Bevoegdheid van het paritair comité
17/04/2014 31/03/2015 02 Bevoegdheid van het paritair comité
01/04/2012 16/04/2014 02 Bevoegdheid van het paritair comité
24/01/2009 31/03/2012 02 Bevoegdheid van het paritair comité
08/03/2008 23/01/2009 02 Bevoegdheid van het paritair comité
22/09/1999 07/03/2008 02 Bevoegdheid van het paritair comité