2301 Syndicale afvaardiging

Paritair (sub-)Comité nr.:
126.00.00-00.00

Bijwerking: 13/08/1997
Geldig vanaf: 01/01/1987
Geldig tot: 31/12/2000

In het Paritair Comité voor de stoffering en houtbewerking werd op 6 mei 1987 een collectieve arbeids-overeenkomst gesloten betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen. Deze collectieve arbeids-overeenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 25 april 1988 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 mei 1988. Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een bondige commentaar.

 

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking ressorteren.

Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld.

 

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen (Belgisch Staatsblad van 1 juli 1971) en aangevuld met deze van 30 juni 1971 (Belgisch Staatsblad van 7 augustus 1971).

De werkgevers verbinden er zich toe de vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van de werknemers-organisatie in de ondernemingen direct noch indirect te hinderen.

 

HOOFDSTUK II - Algemene bepalingen

Artikel 3

In elke onderneming van de stoffering en de houtbewerking wordt het syndicaal feit aanvaard ; daar waar gewoonlijk gemiddeld ten minste 20 werklieden onder arbeidsovereenkomst zijn tewerkgesteld gedurende de twaalf maanden die de aanduiding voorafgaan en waarvan ten minste 25 pct. bij de ondertekenende vak-organisaties zijn aangesloten, kan een syndicale afvaardiging worden opgericht.

 

Artikel 4

De bij deze overeenkomst betrokken vakorganisaties zullen zich onderling verstaan om onder hun leden de syndicale afgevaardigden aan te duiden.

Indien tussen de vakorganisaties geen akkoord kan worden bereikt, kan de betwisting aan het verzoenings-comité van het paritair comité worden voorgelegd.

Ten einde het aantal beschermde personen in de onderneming niet te verhogen, gaan de ondertekenende vakorganisaties de morele verbintenis aan in de ondernemingen, waar een comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen en/of een ondernemingsraad bestaat, de syndicale afgevaardigden aan te duiden onder de werklieden die onder arbeidsovereenkomst zijn tewerkgesteld en die reeds bescherming genieten ingevolge de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (Belgisch Staatsblad van 27 en 28 september 1948) en de wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de veilig-heid van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 19 juni 1952).

In uitzonderlijke gevallen en bij gemeenschappelijk akkoord tussen de directie en de vakorganisaties kunnen andere onder arbeidsovereenkomst tewerkgestelde werklieden worden aangeduid.

Bij betwisting op het vlak van de onderneming kan het geval worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het paritair comité.

De aanduiding van de syndicale afgevaardigden zal zoveel mogelijk rekening houden met de interne structuur en organisatie van de onderneming.

Ten einde de syndicale afvaardiging toe te laten in goede overeenstemming en in een positief klimaat te werken, zullen de vakorganisaties voorafgaandelijk de namen van de voorgestelde syndicale afgevaardigden schriftelijk mededelen aan het ondernemingshoofd.

Binnen de acht werkdagen zal het ondernemingshoofd eventuele bezwaren nopens de voorgestelde afgevaardigden aan de betrokken vakorganisaties schriftelijk mededelen. In dit geval zal een minnelijke regeling tussen partijen worden gezocht. Indien geen overeenkomst wordt bereikt, kunnen de betwiste gevallen voor bemiddeling worden voorgelegd aan het verzoeningscomité van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking. Voor de door de vakbonden regelmatig aangegeven kandidaten begint de in de artikelen 9, 10 en 11 bepaalde bescherming te lopen vanaf de postdatum vermeld op het schrijven waarvan sprake in artikel 4.

 

HOOFDSTUK III - Samenstelling en aanwijzing

Artikel 5

Het aantal leden van de syndicale afvaardiging wordt als volgt vastgesteld :

-      ondernemingen die 20 tot 49 werklieden onder arbeidsovereenkomst tewerkstellen : 2 afgevaardigden ;

-      ondernemingen die 50 tot 100 werklieden onder arbeidsovereenkomst tewerkstellen : 3 afgevaardigden ;

-      ondernemingen die 101 tot 200 werklieden onder arbeidsovereenkomst tewerkstellen : 5 afgevaardigden ;

-      ondernemingen die 201 tot 500 werklieden onder arbeidsovereenkomst tewerkstellen : 7 afgevaardigden ;

-      ondernemingen die meer dan 500 werklieden onder arbeidsovereenkomst tewerkstellen : 9 afgevaardigden.

Indien de vastgestelde minimumpersoneelsbezetting niet langer bereikt is en na verloop van het bestaande mandaat er bijgevolg geen aanleiding is tot vernieuwing van de syndicale afvaardiging genieten de tijdens de vorige periode aangestelde afgevaardigden het voordeel voorzien in artikel 11, gedurende zes maanden te rekenen vanaf de eerste dag die in aanmerking zou komen voor de verlenging of hernieuwing van het mandaat van syndicaal afgevaardigde.

 

Artikel 6

De syndicale afgevaardigden worden aangeduid voor een termijn van vier jaar. Na verloop van die vier jaar wordt het mandaat van de syndicale afgevaardigde stilzwijgend verlengd, met dien verstande evenwel dat de werkgevers vóór het einde van de periode van vier jaar hun bezwaren kunnen kenbaar maken aan de betrokken vakorganisaties door middel van een aangetekend schrijven.

De betrokken vakorganisatie kan binnen de acht werkdagen op deze bezwaren reageren. In dit geval wordt naar een minnelijke regeling tussen de partijen gezocht. Indien er geen overeenkomst wordt bereikt, kunnen de betwiste gevallen ter bemiddeling worden voorgelegd aan het verzoeningscomité van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

De mandaten zijn hernieuwbaar en kunnen vroegtijdig een einde nemen :

a)    bij beslissing van de vertegenwoordigde vakorganisatie ;

b)    door het overlijden van de syndicale afgevaardigde ;

c)    door de ontslagname als syndicale afgevaardigde ;

d)    wanneer de afgevaardigde ophoudt lid te zijn van het personeel van de onderneming ;

e)    wanneer de afgevaardigde de pensioenleeftijd heeft bereikt (65 jaar voor de mannen, 60 jaar voor de vrouwen).

De betrokken vakorganisatie voorziet in de vervanging van de syndicale afgevaardigde met inachtneming van de voorwaarde vermeld in artikel 4.

 

Artikel 7

Om als syndicale afgevaardigde te kunnen worden aangeduid, moet aan volgende voorwaarden worden voldaan :

a)    ten minste 18 jaar oud zijn ;

b)    sedert ten minste één jaar in de onderneming zijn tewerkgesteld of gebeurlijk sedert de oprichting van de onderneming ;

c)    zich niet in opzegging bevinden dertig dagen vóór de indiening van zijn kandidatuur, dit wil zeggen nadat de werkgever bericht ontvangt van één van de vakorganisaties - per aangetekend schrijven - van de oprichting van een syndicale afvaardiging in de onderneming ;

d)    over het gezag en de nodige bevoegdheid beschikken om aan de verplichtingen als syndicale afgevaardigde te kunnen voldoen.

 

Artikel 8

De syndicale afgevaardigden genieten de normale promoties en bevorderingen van de categorie werklieden waartoe zij behoren.

De syndicale afgevaardigden kunnen alleen naar een andere afdeling worden overgeplaatst indien hiervoor een geldige reden bestaat, erkend door de syndicale afvaardiging.

 

Artikel 9

De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet worden ontslagen of meer gedeeltelijk werkloos worden gesteld dan de andere werknemers van de onderneming om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat.

De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende reden, af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie, welke de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van de verzending.

De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling zal gebeuren bij aan-getekend schrijven ; de periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

Het uitblijven van reactie van de syndicale organisatie moet worden beschouwd als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.

Indien de syndicale organisatie weigert de geldigheid van het voorgenomen ontslag te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen. De maatregel tot ontslag mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van deze procedure.

Indien het verzoeningsbureau tot geen of geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenkomst, zal het geschil betreffende de geldigheid van de redenen welke door de werkgever wordt ingeroepen om het ontslag te verantwoorden, ter beoordeling aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd. Gelet op de goede sociale betrekkingen tussen de patronale en syndicale organisaties zullen deze alles in het werk stellen om het eenzijdig ontslag van een syndicale afgevaardigde te vermijden.

 

Artikel 10

In geval van ontslag van een syndicale afgevaardigde wegens een zware fout zal de werkgever de syndicale afvaardiging en de betrokken vakorganisatie onmiddellijk op de hoogte brengen van dit besluit.

 

Artikel 11

Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen :

1)    indien hij en syndicale afgevaardigde ontslaat, zonder de in voornoemd artikel 9 bepaalde procedure na te leven ;

2)    indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van ontslag, rekening houdend met de bepaling van artikel 9, lid 1, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;

3)    indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen om dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard ;

4)    indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever welke voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst.

De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de brutobezoldiging van een jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 59 en 60 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt, bepaald in artikel 21, paragraaf 7, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (Belgisch Staatsblad van 27 en 28 september 1948), en in artikel 1bis, paragraaf 7, van de wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de veiligheid van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 19 juni 1952).

 

Artikel 12

De leden van de syndicale afvaardiging zullen over de nodige tijd en faciliteiten beschikken, zonder loonverlies, om de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene syndicale opdrachten en activiteiten uit te oefenen.

Door syndicale opdrachten en activiteiten worden in het bijzonder bedoeld de syndicale opdrachten en activiteiten in de onderneming.

Er wordt bovendien gepreciseerd dat de syndicale afgevaardigden de werkplaats niet mogen verlaten zonder de voorafgaande toestemming van de werkgever of zijn afgevaardigde, die niet willekeurig zijn toestemming kan weigeren.

Naargelang de aard van de opdracht en de belangrijkheid van de tussenkomst zal tussen de directie van de onderneming en de syndicale afvaardiging worden overeengekomen hoeveel tijd deze laatste nodig heeft om de taak naar behoren uit te voeren. De normale gemiddelde tijd wordt geschat op 4 uur per maand per afge­vaardigde.

 

Artikel 13

De tijd welke de syndicale afvaardiging besteedt aan de besprekingen met het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger wordt als normale arbeidsprestatie vergoed, ongeacht de tijd besteed aan de syndicale opdrachten zoals voorzien in artikel 12.

Voor besprekingen tussen afgevaardigden wordt een lokaal ter beschikking gesteld.

 

HOOFDSTUK IV - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Artikel 14

De bevoegdheid van de syndicale afvaardiging heeft onder meer betrekking op :

1)    de arbeidsverhoudingen ;

2)    de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de collectieve arbeids-overeenkomsten of akkoorden die op andere vlakken zijn gesloten ;

3)    de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de arbeidsovereenkomsten alsook de toepassing van het Algemeen Reglement op de arbeidsbescherming, daar waar geen comité voor veiligheid bestaat ;

4)    de naleving van de algemene beginselen bepaald in de artikelen 2 tot en met 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen.

De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger te worden gehoord naar aanleiding van elk geschil of betwisting van collectieve aard welke zich in de onder-neming voordoet; zij heeft hetzelfde recht wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan.

Elke individuele klacht wordt langs de gewone hïerarchische weg ingediend door de belanghebbende werkman, die op zijn verzoek wordt bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde. De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden gehoord naar aanleiding van elk individueel geschil of betwisting welke langs deze weg niet kon worden opgelost.

Ten einde de in voorgaande paragrafen bedoelde geschillen of betwistingen te voorkomen, moet de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk door de werkgever worden ingelicht over de veranderingen welke de contractuele of gebruikelijke arbeids- en beloningsvoorwaarden kunnen wijzigen, met uitzondering van inlichtingen van individuele aard.

Zij zal inzonderheid worden ingelicht over de wijzigingen welke voortvloeien uit de wet, de collectieve arbeidsovereenkomsten of de bepalingen van algemene aard welke in de individuele arbeidsovereenkomsten

zijn opgenomen, voornamelijk de bepalingen welke een weerslag hebben op de loonschalen en de regelen van de beroepenclassificatie.

Bij ontstentenis van ondernemingsraad zal de syndicale afvaardiging de taken, rechten en opdrachten kunnen uitoefenen welke aan deze raad worden toegekend in de hoofdstukken 3, 4 en 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1970, gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad, betreffende de voorlichting en de raadplegingen van de ondernemingsraden omtrent de algemene vooruitzichten en de tewerkstellingsproblemen in de ondernemingen, gecoördineerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972 (Belgisch Staatsblad van 25 november 1972).

 

Artikel 15

De syndicale afvaardiging kan mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel, zonder dat zulks de organisatie van het werk mag storen.

Deze mededelingen moeten van professionele of syndicale aard zijn.

Voorlichtingsvergaderingen voor het personeel van de onderneming kunnen worden belegd door de syndicale afvaardiging, met de instemming van de werkgever, op de werkplaats en gedurende de werkuren, telkens als daartoe een grondige reden bestaat.

De werkgever mag niet willekeurig zijn instemming weigeren.

 

HOOFDSTUK V -          Tussenkomst van de permanente afgevaardigden van de werknemers- en de werkgeversorganisaties

Artikel 16

In geval van noodzaak, erkend door de syndicale afvaardiging of door het ondernemingshoofd, kunnen de partijen, na de andere partij vooraf te hebben verwittigd, een beroep doen op de vrijgestelden van hun respectieve organisaties.

In geval van blijvend meningsverschil kunnen zij eveneens een dringend verhaal indienen bij het verzoenings-bureau van het paritair comité.

 

HOOFDSTUK VI - Eindbeschikkingen

Artikel 17

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1974 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van de ondernemingen in de stoffering en de hout-bewerking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 juni 1974 (Belgisch Staatsblad van 14 december 1974) gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 27 september 1978, 19 december 1979, 19 april 1983 en 23 april 1985, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van respectievelijk 11 mei 1979, 17 juli 1980, 16 september 1983 en 16 oktober 1985, gekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 1979, 3 oktober 1980, 24 november 1983 en 3 december 1985.

Deze overeenkomst is voor onbepaalde tijd gesloten en treedt in werking op 1 januari 1987.

 

B. Commentaar

Wij nemen aan dat artikel 17 slecht werd geredigeerd. De in dat artikel vermelde collectieve arbeids-overeenkomst van 23 januari 1974 werd immers vervangen door de eveneens vermelde collectieve arbeids-overeenkomst van 23 april 1985.

Artikel 17 van de CAO van 6 mei 1987 had dus moeten luiden als volgt :  "Deze collectieve arbeids-overeenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1985 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van de ondernemingen in de stoffering en houtbewerking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 oktober 1985 (Belgisch Staatsblad van 3 december 1985)".

 

 


Historiek
01/01/2003 31/12/2999 2301 Syndicale afvaardiging
01/01/2001 31/12/2002 2301 Syndicale afvaardiging
01/01/1987 31/12/2000 2301 Syndicale afvaardiging