In het Nationaal Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking werd op 29 juli 1964 een beslissing gesloten tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 12 februari 1965 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 februari 1965.

Zij werd herhaaldelijk gewijzigd, o.a. door een collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2003. Deze CAO bepaalt het bedrag en de toekenningsmodaliteiten van sociale voordelen

Wij geven u hierna een overzicht van de belangrijkste bepalingen betreffende het statuut van het fonds voor bestaanszekerheid en vervolgens enkele praktische beschikkingen.

Bepalingen in verband met de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vastelling van zijn statuten Benaming, zetel, doel, duur

Met ingang van 1 januari 1965 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van de stoffering en de houtbewerking".

De maatschappelijke zetel van het Fonds is gevestigd te 1070 Anderlecht,Hof ter Vleestdreef 5, bus 2.

Het Fonds zorgt voor de financiering, de toekenning en de vereffening van aanvullende sociale voordelen ten voordele van de werklieden en werksters die werken of gewerkt hebben in ondernemingen voor zover zij tewerkgesteld zijn of geweest zijn in België, en gebeurlijk aan hun rechtverkrijgende weduwen en weduwnaars.

De volgende sociale voordelen worden toegekend:

1°         een getrouwheidspremie (zie Hfdst. 05);

2°         een sociaal voordeel aan de leden van een representatieve werknemersorganisatie (zie Hfdst. 25);

3°         een aanvullende werkloosheidsvergoeding (zie Hfdst. 2001);

4°         een aanvullende vergoeding voor gelijkgestelde dagen voor economische of technische werkloosheid en tijdelijke              werkloosheid wegens overmacht, arbeidsongeschiktheid en verlof om dringende reden (Hfdst. 2001);

5°         een bijzondere vergoeding aan de werklieden bij collectief ontslag (zie Hfdst. 2001);

6°         een aanvullende vergoeding aan de slachtoffers van een arbeidsongeval (zie Hfdst. 2001);

7°         een aanvullende vergoeding bij langdurige ziekte (zie Hfdst. 2001);

8°         een vergoeding aan gepensioneerde werklieden (zie Hfdst. 2001);

9°         een vergoeding aan de weduwe(naar) van een gepensioneerde werkman (werkster) (zie Hfdst. 2001);

10°       een vergoeding aan de werklieden die, tengevolge van een fysische handicap lange tijd volledig arbeidsongeschikt             zijn (zie Hfdst. 2001);

11°      een vergoeding aan de weduwe(naar) van een fysisch gehandicapte (zie Hfdst. 2001);

12°      een bijzondere tegemoetkoming toegekend aan sommige werknemers die het sectoraal brugpensioen niet kunnen             genieten (zie Hfdst. 2001).

Het Fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht.

Financiering

Het Fonds beschikt over de bijdragen die verschuldigd zijn door de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking. De bijdrage wordt vastgesteld in verhouding tot de brutolonen welke gedurende het dienstjaar door de werkgever aan de werklieden uitgekeerd worden.

De werkgeversbijdrage bedraagt:

-      15,75 % van de fictieve brutolonen (108 %) van 1 oktober 1987 tot en met 30 juni 1993;

-      15,45 % van de fictieve brutolonen (108 %) vanaf 1 juli 1993 tot en met 31 december 1995;

-      15,15 % van de fictieve brutolonen (108 %) vanaf 1 januari 1996 en dit voor onbepaalde tijd.

Deze bijdrage is niet verschuldigd op de lonen betaald aan de leerlingen tewerkgesteld met een leercontract in het kader van de voortdurende vorming van de Middenstand of met een industrieel leercontract.

Praktische schikkingen

Deze bijdrage wordt geïnd door de RSZ. Om dit administratief mogelijk te maken wordt het inschrijvings-nummer van de bijdrageplichtige werkgevers voorafgegaan door het kengetal 055.

Wij wijzen er de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociale Samenwerking vzw op dat zij geen bijzondere schikkingen dienen te treffen. Onze diensten houden automatisch rekening met de bovenvermelde bijdragen bij het opstellen van de afrekeningen.

Voor de tekst van de CO, zie gerelateerde CAO : nr. 67868.