2004 Bestaanszekerheid - Tijdelijke werkloosheid - Bijzondere aanvullende vorstvergoeding

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 5 juli 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot toekenning door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het Bouwbedrijf van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd neergelegd op 9 juli 2001 bij de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58915/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 oktober 2001.

Ze treedt in werking op 1 oktober 2001 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2003.

-                 Voor de andere aanvullende werkloosheidsuitkeringen (vorstvergoeding, vergoeding-bouw, vergoeding-ontslag): zie Hfdst.20.1

-                 Voor de regels en werkloosheidsdocumenten inzake de tijdelijke werkloosheid wegens slecht weder en wegens economische werkloosheid : zie Hfdst.11.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

In deze CAO verstaat men onder:

-      Arbeiders: de arbeiders en arbeidsters;

-      Fonds voor Bestaanszekerheid: het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf.

HOOFDSTUK II - Toekenningsvoorwaarden

Artikel 2

De bijzondere aanvullende vorstvergoeding wordt toegekend aan de werklieden voor de dagen waarop zij in de periode van 1 oktober 2000 tot en met 30 april 2001 en in de periode van 1 oktober 2001 tot en met 30 april 2002 door hun werkgever tijdelijk werkloos werden gesteld wegens weerverlet en waarvoor zij vorst­vergoedingen hebben ontvangen.

HOOFDSTUK III - Bedrag van de bijzondere aanvullende vorstvergoeding

Artikel 3

Het forfaitair dagbedrag van de bijzondere aanvullende vorstvergoeding is gelijk aan 5,21 EUR bruto, in het stelsel van de 6-dagenweek.

HOOFDSTUK IV - Diverse bepalingen

Artikel 4

De bijzondere aanvullende vorstvergoeding wordt aan de gerechtigden respectievelijk in de loop van de maand juni 2002 en juni 2003 uitbetaald door het Fonds voor Bestaanszekerheid, op basis van de inlichtingen verstrekt door de bij artikel 7 van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid beoogde uitbetalingsinstellingen.

Artikel 5

De dienst bedoeld bij artikel 23 van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze CAO.

Artikel 6

De bijzondere gevallen die niet op grond van deze CAO kunnen worden opgelost, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de Raad van Bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid.