190102 1903 Fonds voor Vakopleiding
Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00
Bijwerking: 25/07/2008
Geldig vanaf: 01/04/1993
Geldig tot: 30/09/2007
In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 4 maart 1993 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot wijziging en coördinatie van het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 31 mei 1994 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1994 (inwerkingtreding: 01/04/1993).
Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.
CAO van 4 maart 1993
Artikel 1
De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid" genaamd, opgericht bij Beslissing van 1 juli 1965 van het Nationaal Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 3 september 1965, gewijzigd bij de Collectieve Arbeidsovereenkomsten van 3 mei 1967, 29 september 1969, 28 april 1988 en 3 oktober 1991, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de Koninklijke Besluiten van 3 juli 1967, 11 februari 1970, 15 juni 1988 en 1 oktober 1992, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals opgenomen als bijlage tot deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 2
De als bijlage opgenomen statuten treden in werking op 1 april 1993.
Artikel 3
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde duur en kan slechts opgezegd worden volgens de modaliteiten voorzien bij de initiële beslissing tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid.
Bijlage - Statuten van het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid
TITEL 1
Benaming - Zetel
Artikel 1
Er wordt vanaf 1 oktober 1965 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid".
Artikel 2
De sociale zetel van het fonds is gevestigd te Brussel of op iedere andere plaats welke bij beslissing van het Nationaal Paritair Comité voor het bouwbedrijf vastgesteld wordt.
TITEL 2
Toepassingsgebied
Artikel 3
Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Onder arbeiders wordt verstaan de arbeiders en de arbeidsters.
Titel 4 - Financiering is overeenkomstig het artikel 12 van de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, ook van toepassing op de uitzendkantoren voor de arbeiders die zij ter beschikking stellen van bouwbedrijven (CAO 22 november 2001).
TITEL 3
Doel en rechthebbenden
Artikel 4
Het fonds heeft tot doel de vorming, opleiding, aanpassing, bij- en omscholing ten gunste van de werknemers en potentiële werknemers van de bouwnijverheid planmatig en doelmatig op te volgen, te bevorderen en te helpen verwezenlijken. Het fonds kan daartoe alle nuttige daden stellen en initiatieven nemen die rechtstreeks of onrechtstreeks geheel of gedeeltelijk in verband staan met het doel en de ontwikkeling of de verwezenlijking ervan kunnen doen vergemakkelijken.
Artikel 5
De aard en de omvang van eventuele voordelen toegekend in het kader van de verwezenlijking van de in artikel 4 bepaalde doelstellingen, alsmede de begunstigden die ervan kunnen genieten, en de modaliteiten van toekenning en uitkering worden op voorstel van de raad van beheer van het fonds vastgesteld bij beslissing van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
TITEL 4
Financiering
Artikel 6
Het bedrag van de bijdrage die de bij artikel 3 beoogde werkgevers aan het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid verschuldigd zijn, wordt vastgesteld bij een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 7
De inning van de bijdrage geschiedt door de organismen die belast zijn met de invordering van de socialezekerheidsbijdragen volgens de hun gebruikelijke werkwijze.
Artikel 8
Het fonds kan eveneens voor de verwezenlijking van zijn doelstelling verleende subsidies en giften aanvaarden.
TITEL 5
Beheer
Artikel 9
Het beheer van het fonds berust bij de raad van beheer. Deze is samengesteld uit:
1° negen afgevaardigden van de werkgevers waarvan er zeven worden aangeduid door de NCB en twee door de NaCeBo;
2° negen afgevaardigden van de werknemersorganisaties die in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vertegenwoordigd zijn:
a) vier van de "Christelijke Centrale der Houtbewerkers en Bouwvakarbeiders";
b) vier van de "Algemene Centrale" (ABVV);
c) één van de "Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België.
Artikel 10
Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf stelt de voorzitter van het FVB aan die wordt voorgedragen door zijn raad van beheer, en die afwisselend behoort tot de groep van de werkgevers- en tot de groep van de werknemersvertegenwoordigers. De mandaatperiode van drie jaar van de voorzitter en vice-voorzitters wordt vastgelegd en gewijzigd bij unanieme beslissing van het paritair comité.
Artikel 11
De raad van beheer van het FVB kiest, onder zijn leden, twee ondervoorzitters, de ene aangeduid door de groep van de werknemers, de andere door de groep van de werkgevers.
Artikel 12
Wanneer de voorzitter verhinderd is, nemen de twee ondervoorzitters beurtelings zijn functie waar.
Artikel 13
De raad van beheer vergadert op uitnodiging van de voorzitter die daarenboven verplicht is de raad van beheer samen te roepen wanneer een lid hierom verzoekt.
Artikel 14
De beslissingen worden bij eenparigheid van stemmen genomen. De raad van beheer kan slechts geldig stemmen wanneer, naast de voorzitter, ten minste twee leden van de groep van de werkgevers en ten minste twee leden van de groep van de werknemers aanwezig zijn.
Artikel 15
De rechtsvorderingen waarbij het fonds, hetzij als eiser, hetzij als verweerder optreedt, worden ten verzoeke van de voorzitter ingesteld.
Artikel 16
De raad van beheer is met de meest uitgebreide machten bekleed wat het beheer van het fonds en het nastreven van zijn doel betreft.
Artikel 17
De leden van de raad van beheer gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan met betrekking tot de verbintenissen van het fonds.
Artikel 18
De raad van beheer kan aan een uitvoerend bureau, het dagelijks bestuur van het fonds overdragen, dat alle verantwoording hierover verschuldigd blijft tegenover de raad van beheer. Dit bureau is samengesteld uit de voorzitter, de directeur-generaal, vier werkgevers- en vier werknemersvertegenwoordigers.
Artikel 18bis
De raad van beheer stelt een huishoudelijk reglement vast dat, rekening houdend met het bestaan van twee ondernemingsgroepen die onderworpen zijn aan het fonds, met name de beroepen van de ruwbouw en van de voltooiing, regelt:
1° de verdeling van de financiële middelen;
2° de modaliteiten van functioneren van het fonds.
Het huishoudelijk reglement is goedgekeurd bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige en vertegenwoordigde leden van de raad van beheer. Dit huishoudelijk reglement kan slechts met 2/3 meerderheid van de aanwezige en vertegenwoordigde stemmen gewijzigd worden.
Artikel 19
De raad van beheer stelt uiterlijk drie maanden na afloop van het boekjaar het jaarverslag op, dat aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf wordt voorgelegd.
Artikel 20
Gespecialiseerde werkgroepen kunnen worden opgericht door de raad van beheer. Zij hebben tot taak adviezen voor te leggen betreffende de verwezenlijking van het door het fonds nagestreefde doel.
TITEL 6
Begroting en balans
Artikel 21
Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 oktober en sluit op 30 september.
Artikel 22
De raad van beheer maakt elk kalenderjaar de begroting op voor het volgende dienstjaar, stelt de balans op en sluit de rekeningen van het afgelopen boekjaar af.
TITEL 7
Controle
Artikel 23
Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf benoemt twee experten belast met het nazien van de boekhouding van het fonds, waarvan de ene voorgedragen wordt door de werkgeversafgevaardigden, en de andere door de werknemersafgevaardigden. Zij brengen jaarlijks verslag uit aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Dit verslag wordt gelijktijdig met het door de raad van beheer opgestelde jaarverslag gepubliceerd.
TITEL 8
Ontbinding
Artikel 24
De ontbinding van het fonds geschiedt bij beslissing van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Deze laatste benoemt de vereffenaars en bepaalt, zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van het fonds, de bestemmingen van de bezittingen van het fonds na delging van het passief.
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2015 | 31/12/2050 | 190102 Fonds voor Vakopleiding: statuten |
01/01/2011 | 31/12/2014 | 190102 1903 Fonds voor Vakopleiding |
01/07/2010 | 31/12/2010 | 190102 1903 Fonds voor Vakopleiding |
01/10/2007 | 30/06/2010 | 190102 1903 Fonds voor Vakopleiding |
01/04/1993 | 30/09/2007 | 190102 1903 Fonds voor Vakopleiding |