070202 Vierploegenstelsel (half-continu werkstelsel)

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 22/12/1998
Geldig vanaf: 01/01/1980

  • Vier ploegen die elk evenwaardig zijn in personeelsaantal
  • Drie opeenvolgende ploegen verzekeren 8 machine-uren per dag terwijl de vierde ploeg met rust is
  • Er  wordt niet gewerkt op zondagen noch op feestdagen
  • Premie voor het werkelijk gepresteerd werk op zaterdag

Op 1 februari 1980 werd een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk betreffende de organisatie van een half-continu werkstelsel.  Deze  collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 14 december 1984 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 februari 1985.

Wij geven u hierna de integrale tekst.

 

Overwegende dat de economische expansie die aan de sociale vooruitgang ten grondslag ligt, de onmisbare voorwaarde is voor het verwezenlijken van de werkgelegenheid en in een ruime mate samenhangt met de optimale aanwending van al de bestaande productieve krachten en met name de beschikbare apparatuur;

Overwegende dat de steeds snellere technische ontwikkeling een vluggere aanpassing en vernieuwing van het materieel vergt, hetgeen de optimale aanwending van het productie-apparaat noodzakelijk maakt;

Overwegende dat deze noodzakelijkheid slechts te verwezenlijken is mits het bekomen van bepaalde sociale waarborgen;

Overwegende dat de ondertekenende partijen gemeend hebben éénvormige sociale en economische stelregels te moeten vastleggen voor het geheel van de textielindustrie; dat deze stelregels zullen van toepassing zijn voor de ondernemingen of afdelingen van ondernemingen die wensen over te gaan tot een zogenoemd "half-continu" werkstelsel;

 

Komen de ondertekenende partijen overeen wat volgt:

HOOFDSTUK I - Algemene beschikkingen

Artikel 1

Onderhavige overeenkomst heeft betrekking op het werkstelsel "halfcontinu" genoemd.

Het "volcontinu"-werkstelsel, waarbij het materieel doorlopend wordt gebruikt, wordt uitdrukkelijk buiten het toepassingsgebied van onderhavige overeenkomst gehouden.

Artikel 2

De nationale en regionale verantwoordelijken van werknemers- en werkgeversorganisaties zullen voor die ondernemingen of afdelingen van ondernemingen waar het economisch verantwoord is (dure investering met lagere kostprijs), het instellen van het halfcontinuwerkstelsel daadwerkelijk helpen bevorderen.

Artikel 3

Onderhavige overeenkomst is een "kaderovereenkomst".

Dit houdt in dat uit onderhavige overeenkomst geen enkele verplichting kan voortspruiten het werkstelsel "halfcontinu" in te richten of  dit werkstelsel te aanvaarden.  De beslissing het werkstelsel in te voeren zal het voorwerp uitmaken van een overeenkomst in het vlak van de onderneming afgesloten tussen de werkgever en de regionale werkgevers- en werknemersorganisaties.

Bij het opstellen van deze overeenkomst zijn de bovengenoemde partijen nochtans gehouden de verschillende principes te eerbiedigen in onderhavige overeenkomst vastgesteld.

Verder zullen de concrete werkvoorwaarden bepaald worden in het vlak van de onderneming.

HOOFDSTUK II - Arbeidsduur

Artikel 4

Tussen de directie en de vertegenwoordigers van het personeel van de onderneming, hiertoe bijgestaan door de gewestelijke werkgevers- en werknemersorganisaties, zal de jaarlijkse uurrooster worden opgesteld.

Hierbij zullen volgende regels in acht genomen worden:

a)  het werkstelsel wordt dusdanig uitgebouwd dat het werk gespreid wordt over vier ploegen die elk evenwaardig zijn in personeelsaantal;

b)  onverminderd de bepalingen van artikel 6 hieronder, wordt er niet gewerkt op 52 zondagen noch op 10 betaalde feestdagen;

c)   de prestaties van de overblijvende werkdagen zullen tussen de vier ploegen worden verdeeld, dusdanig dat drie opeenvolgende ploegen elk 8 machine-uren verzekeren terwijl de vierde ploeg met rust is.

Artikel 5

De jaarlijkse vakantie wordt individueel en per beurtrol genomen teneinde de machine-uren waarvan sprake in artikel 4 te verzekeren.  Indien hij dit wenst kan de werknemer met echtgenote drie weken na elkaar vakantie nemen.

De vakantiedagen worden, mits uitzondering van twee weken, op de door het werkstelsel voorziene rustdagen verrekend.  Als overgangsmaatregel wordt in afwijking van deze regel slechts één week vakantie op de weken inhaalrust in 1980 niet verrekend voor de bedrijven of afdelingen waar een halfcontinustelsel bij het afsluiten van deze nationale kaderovereenkomst in voege is.

Artikel 6

In beginsel wordt er niet gewerkt op de wettelijke feestdagen.  De wettelijke feestdagen welke samenvallen met rustdagen worden niet vervangen maar worden betaald overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake.

De particuliere overeenkomsten kunnen bijzondere werkregelingen voorzien voor de perioden rond Kerstdag en Nieuwjaar zonder nochtans afbreuk te doen aan de machine-uren waarvan sprake in artikel 4 hierboven.

Artikel 7

De wettelijke of conventionele bepalingen die in de toekomst zouden genomen worden op het gebied van de traditionele werkstelsels - met name op het gebied van de arbeidsduur - zullen geen enkele invloed hebben op het werkregime in "halfcontinu" zolang de gemiddelde jaarlijkse individuele arbeidsduur voorzien in de traditionele werkstelsels, de arbeidsduur voorzien in onderhavige overeenkomst niet zal bereikt hebben.

HOOFDSTUK III - Bezoldiging

Artikel 8

De globale jaarlijkse bezoldiging verkregen in het traditionele werkstelsel, verhoogd met een bedrag gelijk aan het enkel vakantiegeld van de vierde vakantieweek, wordt gewaarborgd.

Hieruit volgt dat de bezoldigingen - daarin begrepen de ploegenpremies - van de werknemers tewerkgesteld in een "halfcontinu" werkstelsel, zullen worden vermeerderd met een coëfficiënt gelijk aan de verhouding tussen: het aantal jaarlijkse gepresteerde en betaalde werkuren, in het traditioneel stelsel enerzijds en in het "halfcontinu"-stelsel anderzijds.

Artikel 9

Daarenboven, en onverminderd de toepassing van de collectieve overeenkomst inzake toeslag voor zondagswerk en zonder afbreuk te doen aan gunstiger bepalingen en bestaande overeenkomsten, zullen voor het werkelijk gepresteerd werk op zaterdag volgende premies, berekend op het voor dat werk uitgekeerd loon, worden toegekend:

  • prestaties van de voormiddagploeg (5u-13u): 10 %;
  • prestaties van de namiddagploeg (13u-21u): 25 %;
  • prestaties tijdens de eerste drie uren van de nachtploeg (21u-24u): 64 %.

Waar echter de uurroosters, die de werkspreiding over de ploegen regelen van het hierboven vermeld schema afwijken, zal de verdeling van de premies voor zaterdagwerk, bij overeenkomst op ondernemingsvlak kunnen gewijzigd worden, zonder nochtans het bij deze overeenkomst vastgestelde globaal voordeel voor zaterdagwerk en de daaruit voortvloeiende loonlast te verminderen of te verhogen.

De premies voor zaterdagwerk zullen afzonderlijk berekend en afzonderlijk op de loonstroken vermeld worden.

HOOFDSTUK IV - Tewerkstelling

Artikel 10

Elke arbeider behorende tot een beroepscategorie voor dewelke een vierploegenstelsel wordt ingevoerd, zal de kans krijgen - in de mate van het mogelijke - in het stelsel ingeschakeld te worden.  De arbeiders welke in de onderneming volgens het conventionele stelsel werken kunnen nochtans niet worden verplicht tot het vier­ploegen­stelsel toe te treden.  Bij mogelijke verplaatsing of reclassificatie van arbeiders zal in gemeenschappelijk overleg een regeling worden getroffen overeenkomstig de gewoonten en gebruiken van toepassing in gelijkaardige omstandigheden.

Er kan een einde worden gesteld aan een "halfcontinu"-werkstelsel in een onderneming of in een ondernemingsafdeling, door het geven van een opzegging van één jaar, betekend aan de syndicale organisaties.

Indien de economische omstandigheden het noodzakelijk maken, zal een werkstelsel van gedeeltelijke werkloosheid kunnen worden ingericht binnen het stelsel van halfcontinuwerk.  Behoudens geval van overmacht voorafgaandelijk erkend door het paritair comité zal dit slechts mogelijk zijn na het verstrijken van een periode van één jaar na de datum van invoegetreding van het halfcontinuwerkstelsel.

HOOFDSTUK V - Procedure

Artikel 11

Onverminderd de bepalingen van artikel 3 hierboven, zullen de gewestelijke werkgevers- en werknemers­organisaties, met elkaar contact opnemen vooraleer zij, ter toepassing van deze kaderovereenkomst, een ondernemingsakkoord afsluiten en/of concrete werkvoorwaarden bepalen.

Elk interpretatiegeschil betreffende deze kaderovereenkomst zal aan het Bureau van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk voorgelegd en door deze beslecht worden.

HOOFDSTUK VI - Invoegetreding, duur en opzegging van de overeenkomst

Artikel 12

Deze kaderovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 1980.  Zij wordt afgesloten voor onbepaalde duur.

 

 


Historiek
01/01/1980 31/12/2999 070202 Vierploegenstelsel (half-continu werkstelsel)