02 Bevoegdheid van het paritair comité

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 30/11/1999
Geldig vanaf: 02/10/1999
Geldig tot: 31/05/2000

In het Belgisch Staatsblad van 23 mei 1973 verscheen het koninklijk besluit van 14 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. Dit koninklijk besluit werd gewijzigd door een koninklijk besluit van 8 april 1989, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 20 april 1989 en door een koninklijk besluit van 4 juni 1999, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 22 september 1999.

 

 

Wij geven U hierna de gecompileerde tekst van voormeld koninklijk besluit. Nadien volgen enige commentaar en praktische schikkingen.

 

A. Bevoegdheid

Artikel 1

§1        Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd "Paritair Comité voor de handel in voedingswaren", dat bevoegd is voor de werknemers die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten en hun werkgevers, zijnde :

1°         de ondernemingen die ofwel gelijktijdig, ofwel afzonderlijk groot- of kleinhandel drijven in producten van de voedingsnijverheid, de land- en tuinbouw, de veefokkerij, de jacht en de visvangst zonder deze producten een bewerking te doen ondergaan die meer arbeid vereist dan die welke noodzakelijk is voor de verpakking ervan ;

2°         de ambachtslieden die de handel drijven zoals bepaald in 1° en de producten fabriceren of verwerken die hoofdzakelijk bestemd zijn om aan de verbruiker rechtstreeks te worden verkocht ;

3°         de ondernemingen die ofwel gelijktijdig, ofwel afzonderlijk groot- of kleinhandel drijven in levende dieren bestemd voor de voeding;

4°         de ondernemingen, met uitsluiting van deze die onder het Paritair Comité voor het havenbedrijf ressorteren, die hoofdzakelijk voedingswaren opslaan of, met het oog op het vervoer, bestellingen van voedingswaren voorbereiden of klaarmaken, zonder deze meer arbeid te doen ondergaan dan die welke noodzakelijk is voor de verpakking ervan.

Onder de door deze ondernemingen of ambachtslieden uitgeoefende activiteiten vallen die welke betrekking hebben op :

1)          de slagerij, spekslagerij, penserij ;

2)          de groothandel in vlees ;

3)          de groot- en/of kleinhandel in bier, mineraal water, limonades, vruchtesap ;

4)          de groot- en/of kleinhandel in wijn, alcoholische dranken en likeuren, behalve als er alcohol wordt gestookt ;

5)          de groot- en/of kleinhandel in vruchten, groenten, aardappelen, bloemen en planten ;

6)          de groentenmarkten en veilingen, waar landbouw-, tuinbouw- en wijnbouwproducten worden verkocht ;

7)          de groot- en/of kleinhandel in wild, gevogelte, eieren, boter, kaas, melk, vis ;

8)          de veilingen waar wild, gevogelte, eieren, boter, kaas, melk en vis worden verkocht ;

9)          de kruidenhandel ;

10)      de markten ;

11)      de kruidenierswinkels ;

12)      de handel in levensmiddelen in het algemeen en in voedingsspecialitei­ten ;

13)      de koffiebranderij, wanneer zij een bijkomende activiteit van de handel is ;

14)      de handel in granen en zaden ;

15)      de handel in veevoeder, haver, oliekoeken en andere producten voor dierenvoeding.

§2        Onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren niet de depots en/of handelsafdelingen, ook al zijn het juridisch gescheiden eenheden, van Belgische ondernemingen uit de voedingsnijverheid of van ondernemingen uit de voedingsnijverheid waarvan de productie-eenheid in het buitenland is gelegen".

 

Artikel 2

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

 

B. Commentaar en praktische schikkingen

 

De bovenstaande bevoegdheidsomschrijving is geldig vanaf 2 oktober 1999. Zij moet U toelaten na te gaan of het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren bevoegd is voor de arbeiders van uw onderneming.

 

Het inschrijvingsnummer bij de RSZ van de werkgevers  wiens arbeiders ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren wordt voorafgegaan door het kengetal 057.

 

Voortaan vallen dus eveneens onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren: de ondernemingen (met uitzondering van deze die onder het Paritair Comité voor het havenbedrijf ressorteren) die hoofdzakelijk voedingswaren opslaan of, met het oog op het vervoer, bestellingen van voedingswaren voorbereiden of klaarmaken zonder deze meer arbeid te doen ondergaan dan die welke noodzakelijk is voor de verpakking ervan.

 

Deze bepaling brengt ons tot de vraag of bepaalde ondernemingen die tot nog toe tot het Paritair Comité voor het vervoer (140) behoorden, nu geen deel moeten uitmaken van het Paritair Comité 119.

 

Het Koninklijk Besluit van 13 maart 1973 (gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 8 mei 1981) ter oprichting van het Paritair Comité voor het vervoer is namelijk bevoegd "voor de werknemers wier bezigheid hoofdzakelijk handenarbeid is en hun werkgevers, en dit voor alle ondernemingen van goederenvervoer over de weg voor rekening van derden"(officieus geregroepeerd in een Paritair Subcomité 140.04).

 

Het Koninklijk Besluit sluit eveneens in de bevoegdheid van het Paritair Comité: “de ondernemingen die zich hoofdzakelijk bezighouden met het opslaan, het vastzetten en het verzenden van goederen (buiten de havengebieden), voor zover zij niet onder een ander Paritair Comité ressorteren (deze ondernemingen zijn officieus geregroepeerd in het Paritair Subcomité 140.09).

 

Het Paritair Comité voor het vervoer heeft dus in zekere mate een subsidiaire bevoegdheid omdat zodra de hoofdactiviteit van een onderneming overeenstemt met diegene die beschreven is in een Koninklijk Besluit dat een ander Paritair Comité opricht, men moet besluiten dat het laatste Paritair Comité bevoegd is en niet meer het Paritair Comité voor het vervoer.

 

Wij kunnen dus uit hetgeen voorafgaat, afleiden dat de ondernemingen wier hoofdactiviteit erin bestaat: voedingswaren op te slaan, of deze voor te bereiden met het oog op hun vervoer en die tot nog toe voor deze activiteit behoorden tot het Paritair Comité voor het vervoer vanaf heden zullen moeten ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.

 

De verandering van Paritair Comité treedt in voege vanaf de datum van het van kracht worden van het Koninklijk Besluit dat het toepassingsgebied van de bevoegdheid wijzigt, in dit geval vanaf 2 oktober 1999.

Wat zijn de gevolgen van een wijziging van Paritair Comité?

 

1)      De eerste vraag is te weten welke collectieve arbeidsovereenkomsten van toepassing zullen zijn vanaf de datum van de verandering. In dit opzicht voorziet artikel 27 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de Paritaire Comités "dat in geval van wijziging van het toepassingsgebied van een Paritair Comité, de gesloten overeenkomsten bindend zijn voor de werkgevers en de werknemers ten aanzien van wie ze reeds voor de wijziging van toepassing waren totdat het Paritair Comité waaronder ze ressorteren na deze wijziging, de toepassing heeft geregeld van de gesloten overeenkomsten voor deze werkgevers en werknemers".

Concreet betekent dit, dat in een eerste fase, de collectieve arbeidsovereenkomsten die in werking zijn op 2 oktober 1999 (met uitsluiting van de collectieve arbeidsovereenkomsten die later gesloten zijn) in het "oude" Paritair Comité (in dit geval het Paritair Subcomité 140.09) van toepassing blijven op de werkgevers (en op hun werknemers) die door de verandering beoogd worden zolang het "nieuwe" Paritair Comité (in dit geval het Paritair Comité 119) zich niet heeft uitgesproken over de toepassing van haar eigen collectieve arbeidsovereenkomsten ten aanzien van haar "nieuwe" werkgevers en werknemers.

Het "nieuwe" Paritair Comité (PC119) moet vervolgens via een bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst bepalen vanaf wanneer en volgens welke modaliteiten haar eigen overeenkomsten van toepassing zullen zijn op haar "nieuwe" werkgevers. Vanaf de datum die zal vastgelegd worden, zullen de collectieve arbeidsovereenkomsten van het "oude" Paritair Comité (PSC 140.09) niet meer van toepassing zijn. Niettemin, wetende dat de wet voorziet dat een aanzienlijk aantal van de bepalingen van deze "oude" collectieve arbeidsovereenkomsten (bv loonsvoorwaarden) opgenomen zijn in de individuele contracten van de werknemers, zij zich kunnen blijven beroepen op deze voorwaarden evenwel in de mate dat deze niet tegenstrijdig zijn met de bepalingen van de CAO’s van het nieuwe Paritair Comité. Omdat de loonbaréma’s van het Paritair Comité 119, zo bijvoorbeeld minimumbaréma’s zijn, zal de werkgever aan zijn werknemers komende van het Paritair Subcomité 140.09, de wedden moeten blijven betalen zoals hij verplicht was op 2 oktober 1999, in de mate natuurlijk dat deze hoger liggen.

 

2)      De wijziging van Paritair Comité heeft een andere weerslag voor de beoogde werkgever, te weten: de verplichting om bijdragen te storten in een ander Fonds voor bestaanszekerheid.

De werkgevers die tot nog toe verplicht waren om via de RSZ hun bijdragen voor het Fonds voor bestaanszekerheid van het vervoer (083) te storten, zullen in de toekomst de bijdragen moeten betalen die voorzien zijn voor het Waarborgfonds (057).

Deze verandering concretiseert zich door de toekenning van een ander werkgeverskengetal door de RSZ en heeft uitwerking vanaf het kwartaal waarin de werkgever tot een andere sector behoort, dus in principe vanaf het 4° kwartaal van 1999.

 

Het komt aan de RSZ toe om het werkgeverskengetal te veranderen zodra hij op de hoogte gebracht zal zijn van de wijziging van het Paritair Comité en na opsporing van de beoogde werkgevers. Deze laatste zijn, algemeen gesproken, verplicht spontaan de RSZ te verwittigen van elke wijziging die gevolgen heeft op de inning van de Sociale Zekerheidsbijdragen.

 

Wij raden onze aangeslotenen, die menen op basis van hetgeen voorafging dat ze moeten ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité van de handel in voedingswaren voor hun arbeiders (PC119) aan, dit spontaan te melden aan het kantoor van Groep S waarbij ze aangesloten zijn. Dit zal hun een document D/IM/33 laten invullen dat bestemd is voor de RSZ en de RSZ zal op haar beurt overgaan tot een verandering van het werkgeverskengetal.

Historiek
07/07/2023 31/12/2050 02 Bevoegdheid van het paritair comité
10/06/2007 06/07/2023 02 Bevoegdheid van het paritair comité
01/06/2000 09/06/2007 02 Bevoegdheid van het paritair comité
02/10/1999 31/05/2000 02 Bevoegdheid van het paritair comité