Op 8 oktober 2003 werd er een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 (68706/co/118 KB 23/06/2004, B.St.26/08/2004) tot instelling van het sectoraal fonds voor de tweede pijler voor de arbeiders van de voedingsindustrie (CAO N° 4). Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 28 november 2003 onder het nummer 68710/CO/118. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 2003. Zij werd algemeen verbindend verklaard door K.B van 19/05/2004 (B.St  06/07/2004).

Een  collectieve arbeidsovereenkomst werd ook op 19 september 2007 gesloten (85573/co/118) tot aanvulling van artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 tot instelling van het sectoraal fonds voor de 2de pijler voor de arbeiders van de voedingsindustrie. Deze CAO treedt in werking op 19 september 2007 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.

Andere CAO's werden  gesloten  tot uitbreiding van het toepassingsgebied van deze CAO van 8/10/2003 : het toepassingsgebied van de CAO wordt uitgebreid tot de uitzendkrachten met arbeidersstatuut tewerkgesteld bij werkgevers die onder het toepassingsgebied van het PC voor de voedingsnijverheid ressorteren en de uitzendbureaus die deze uitzendkrachten ter beschikking stellen (cf. CAO van 24/05/2007 (nr 83631/co/118) die in werking treedt op 1 oktober 2007, vervangen door CAO van 19/09/2007 (nr 85575/co/118) die in werking op 1 juli 2009 treedt, vervangen door  CAO van 12/11/2009, nr 96379/co/118, die in werking treedt op 30 juni 2010. Al deze CAO's worden vervangen door CAO 100483/CO/118 van 30 juni 2010)

Commentaar: Wegens de ontbindende voorwaarde is er nog geen van deze CAO's  effectief in werking getreden. Deze voorwaarde stelt dat :"het paritair comité voor de uitzendarbeid een gelijkwaardig aanvullend pensioen toekent aan de uitzendkrachten met arbeidersstatuut tewerkgesteld bij werkgevers die onder het toepassingsgebied van het paritair comité voor de voedingsnijverheid ressorteren."Wordt deze voorwaarde vervuld, dan wordt de uitbreiding van het toepassingsgebied effectief op 01/01/2012.

Wij geven u hierna de (bijna) integrale teksten van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 

CAO van 08/10/2003 (68706/CO/118), met wijzigingen

Doelstelling, toepassingsgebied en werking in de tijd

1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) stelt het Fonds tweede pijler voor de arbeiders van de voedingsindustrie in, hierna genoemd Fonds 2° pijler PC 118, en regelt de statuten van dit fonds.

2. Deze CAO is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters die ressorteren onder het paritair comité van de voedingsindustrie.

Bij toepassing van artikel 12 van de Wet van 24 juli 1987 wordt het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 tot invoering van een sectoraal fonds voor de tweede pijler voor de arbeiders van de voedingindustrie uitgebreid tot de uitzendkrachten met arbeidersstatuut tewerkgesteld bij werkgevers die onder het toepassingsgebied van het paritair comité voor de voedingsnijverheid ressorteren en de uitzendbureaus die deze uitzendkrachten ter beschikking stellen. (CAO 19/09/2007 - nr 85575/co118 en CAO 12/11/2009, nr 96379/cop/118)

3. De partijen vragen de algemeenverbindendverklaring aan.

4. Deze CAO treedt in werking op 1 oktober 2003 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.

5. Deze CAO kan opgezegd worden door één der partijen  mits naleving van artikel 10 van de wet op de aanvullende pensioenen van 28 april 2003 (B.S. 15 mei 2003, ed.2; err. 26 mei 2003), hierna WAP genoemd, en a middels een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan alle organisaties die erin vertegenwoordigd zijn.

6. De opzegging van deze CAO heeft automatisch de ontbinding van het Fonds 2° pijler PC 118 tôt gevolg. In dat geval wijst het paritair comité voor de voedingsnijverheid de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en duidt de bestemming van het vermogen aan.

Oprichting, benaming, maatschappelijke zetel, doel, bestaansduur.

7. Met ingang van 1 oktober 2003 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, zoals bedoeld in de wet van 7 januari 1958, betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, onder de benaming "Fonds 2° pijler PC 118".

8. Het Fonds 2° pijler PC 118 is opgericht volgens de bepalingen van hoofdstuk III van de WAP.

9. Het Fonds 2° pijler PC 118 heeft aïs enig doel de inrichting van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie.

Daarnaast kan het fonds tevens aile andere opdrachten binnen het domein van aanvullende pensioenstelsels uitvoeren voor zover daartoe gemachtigd door de Raad van Beheer. (CAO 19/09/2007, 85573/co/118)

10.De opdracht tot inrichting van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel is beperkt tot:

• de organisatie van de doorstroming van de noodzakelijke gegevens;
• de organisatie van de fïnanciële stroom;
• het toezicht op de algemene werking en op de resultaten van de verzekeringsinstelling;
• het toezicht op het solidariteitsluik, beheerd door de pensioeninstelling;
• de informatie aan de aangeslotenen en van hun werkgevers;
• de vaststelling van de modaliteiten en procédures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van onderhavige CAO.
• de andere taken die de inrichter opgelegd wordt door de wet van 28 april 2003 op de aanvullende pensioenen en de uitvoeringsbesluiten van deze wet. (CAO n°4)

11  .De maatschappelijke zetel van het Fonds 2° pijler PC 118 is gevestigd te 1000 Brussel, Grote Markt, 10.

Beheer

(…..)

Financiële doorstroom

27. De bijdragen voor de financiering van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel en voor de solidariteitstoezegging worden uitsluitend vastgesteld bij algemeen verbindend verklaarde CAO gesloten in het Paritair Comité voor de arbeiders van de voedingsindustrie (CAO n°4)

28.Deze bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

28bis. De werkgever is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen die aangegeven worden aan de RSZ en die via het Fonds tweede pijler PC 118 worden overgemaakt aan de verzekeringsinstelling. (CAO n°4)

29.Zoals artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor Bestaanszekerheid het voorschrijft zijn de wijzen van berekening, van inning, van invordering van deze bijdragen en van eventuele bijdrageopslagen en verwijlintresten dezelfde aïs deze die gelden voor sociale zekerheidsbijdragen.

30.Deze bijdragen worden integraal doorgestort naar de pensioeninstelling.

Het Fonds 2° pijler PC 118 beschikt op geen enkele andere manier over deze bijdragen.

31. Het Fonds 2° pijler PC 118 kan beschikken over werkingsmiddelen toegekend door de Waarborg- en Sociale Fondsen van de voedingsindustrie om de bestuurskosten te dekken.

Begrotingen en rekeningen.

(…)