118 (behalve 118.03) Bestaanszekerheidsuitkeringen-tijdelijke werkloosheid in het kader van de Covid-19

07/05/2021

Bij gebrek aan werk in ondernemingen die ressorteren onder het Paritair comité voor de voedingsindustrie (met uitzondering van de bakkerijen, de banketbakkerijen die verse producten vervaardigen voor onmiddellijk consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen)

wordt aangeraden ontslag te vermijden door in geval van noodwendigheid gebruik te maken van tijdelijke werkloosheid.

De arbeiders die gedeeltelijk of toevallig werkloos zijn, gevallen van overmacht inbegrepen, hebben recht op een aanvullende dagvergoeding voor bestaanszekerheid  ten laste van hun werkgever.

De aanvullende dagvergoeding voor bestaanszekerheid  is slechts verschuldigd voor de eerste 60 effectieve werkloosheidsdagen per kalenderjaar.

Vanaf 1 januari 2020 bedraagt de aanvullende dagvergoeding voor bestaanszekerheid:

  • 8,70 EUR tijdens de eerste 5 dagen economische of technische werkloosheid per kalenderjaar;
  • 11,96 EUR vanaf de 6e dag economische of technische werkloosheid.

In het kader van de Covid-19 pandemie behouden de arbeiders die recht hebben op een uitkering omwille van tijdelijke werkloosheid in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020, dezelfde dagelijkse aanvullende vergoeding vanaf de 61ste dag van de tijdelijke werkloosheid in 2020.  Deze vergoeding is ten laste van het ‘Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid’.

 

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk van de sectorale documentatie.