1903 4802 Risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
115.00.00-00.00

Bijwerking: 30/04/2018
Geldig vanaf: 01/01/2015
Geldig tot: 31/12/2016

In het Paritair Comité voor het Glasbedrijf werd op 26 juni 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten betreffende de inspanningen ten gunste van de personen die tot de risicogroepen behoren en de beroepsopleiding voor de arbeiders van de glasindustrie in 2015 en 2016. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 23 juli 2015 onder het nummer 128165/CO/115.

Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO inzake de risicogroepen.

Tekst van de CAO

Preambule

De sociale partners van de glasindustrie betreuren de politieke tussenkomst in de sfeer van de sociale onderhandelingen; in het bijzonder voor wat betreft de definitie van de risicogroepen. Zij beschouwen zich inderdaad als enigen die deze definitie kunnen geven vermits zij de sector het beste kennen.

TITEL I - Toepassingsgebied

Artikel 1
 
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Glasbedrijf.

Onder "arbeiders" verstaat men zowel arbeiders als arbeidsters.

TITEL II — Maatregelen ten gunste van de risicogroepen

Artikel 2De titel van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van :

  • Wet houdende diverse bepalingen (I) van 27 december 2006, Titel XIII, Hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006);
  • Het Koninklijk Besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013).

De werkgevers verbinden er zich toe om globaal op sectoraal niveau een inspanning te leveren van 0,10 % van de bruto loonsom van de arbeiders aan 108 %.

De initiatieven ten gunste van de arbeiders die tot de risicogroepen behoren of op wie een begeleidingsplan van toepassing is, zullen tot doel hebben in de glasondernemingen de tewerkstelling en/of de opleiding en omscholingsmogelijkheden te stimuleren.

Artikel 3
 
Volgende personen behoren tot de risicogroepen :

  1. De langdurige werkloze : 

    • de werkzoekende die gedurende de zes maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen heeft genoten voor alle dagen van de week ;
    • de werkzoekende die, gedurende de zes maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, uitsluitend deeltijds heeft gewerkt om aan de werkloosheid te ontkomen en/of als interimair ;
  2. De laaggeschoolde werkloze :
    de werkzoekende van meer dan 18 jaar die geen houder is van :

    • ofwel een universitair diploma ;
    • ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger technisch onderwijs van het lange of het korte type ;
    • ofwel een getuigschrift van het hoger secundair technisch onderwijs ;
  3. De mindervalide werkloze :
    de mindervalide werkzoekende die, op het ogenblik van zijn indienstneming, bij één der Fondsen voor de sociale reclassering van de minder-validen is ingeschreven;
  4. De deeltijds leerplichtige :
    de werkzoekende van minder dan 18 jaar die nog onder de leerplicht valt en die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt ;
  5. De herintreder :
    de werkzoekende die tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoet : 

    • geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkering hebben genoten gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat ;
    • geen beroepsactiviteit hebben uitgeoefend gedurende de periode van drie jaar di zijn indienstneming voorafgaat ;
    • voor de periode van drie jaar, bedoeld in de twee vorige punten, zijn beroepsactiviteit hebben onderbroken, ofwel nooit een dergelijke activiteit begonnen zijn ;
  6. De bestaansminimumtrekker :
    de werkzoekende die op het ogenblik van zijn indienstneming het bestaansminimum ontvangt ;
  7. De oudere werkloze :
    de werkzoekende van 50 jaar en ouder ;
  8. De werkloze uit een begeleidingsplan :
    de werkzoekende die een begeleidingsplan heeft gevolgd ;
  9. De laaggeschoolde werknemer :
    de werknemer of werkneemster die geen houder is van :

    • ofwel een universitair diploma ;
    • ofwel een diploma of getuigschrift van het hoger technisch onderwijs van het lange of het korte type ;
    • ofwel een getuigschrift van het hoger secundair technisch onderwijs ;
  10. De werknemer of werkneemster met een onaangepaste of een ontoereikende beroepsbekwaamheid :

    • de werknemer die naar een andere functie moet worden geheroriënteerd;
    • de werknemer waarvan de beroepsbekwaamheid onaangepast of ontoereikend is geworden tengevolge van de technische evolutie.

Artikel 4Tenminste 0,05% van de 0,10%-bijdrage zal worden voorbehouden voor een of meerdere van de volgende risicogroepen:

  1. Werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken ;
  2. Werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag
    a. hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de opzeggingstermijn loopt,
    b. hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend is als onderneming in moeilijkheden of herstructurering,
    c. hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een collectief ontslag is aangekondigd;
  3. Niet-werkenden en personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding. Onder niet-werkenden wordt verstaan:
    a. langdurig werkzoekenden, dit zijn personen die in het bezit zijn van een werkkaart (artikel 13 van het KB van 19 december 2001),
    b. uitkeringsgerechtigde werklozen,
    c. werkzoekenden die laaggeschoold zijn, dit zijn de jongeren die geen getuigschrift of diploma van het hoger secundair onderwijs bezitten, of werkzoekenden die erg laaggeschoold zijn, dit zijn de jongeren die geen getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs bezitten of van het lager secundair onderwijs bezitten (cfr. definities uit artikel 24 van de wet van 24 december 1999),
    d. herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking van minstens 1 jaar terug op arbeidsmarkt begeven,
    e. personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in toepassing van de wet van 26 mei 2002, personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMWs,
    f. werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart herstructureringen (cfr. KB 9 maart 2006),
    g. werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie bezitten of van wie minstens één van de ouders deze nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of bezaten bij overlijden;
  4. De personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk:
    a. de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap,
    b. de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens 33 %,
    c. de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te hebben op een inkomensvervangende of een integratie-tegemoetkoming (cfr. wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan personen met een handicap),
    d. de personen die als doelgroepwerknemer tewerkgesteld zijn of waren bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de beschutte en sociale werkplaatsen,
    e. de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66 %,
    f. de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de Algemene Directie Personen met een Handicap van de FOD Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen,
    g. de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot werkhervatting;
  5. De jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming (cfr. artikel 27, 6° KB 25 november 1991), hetzij in het kader van een instapstage (artikel 36quater KB 25 november 1991).

Artikel 5
Van de inspanning van 0,05% moet minstens de helft besteed worden aan initiatieven ten voordele van één of meerdere van de volgende groepen:

  1. De in artikel 4, 5) bedoelde jongeren;
  2. De in artikel 4, 3) en 4) , bedoelde personen die nog geen 26 jaar zijn

TITEL III — Maatregelen ten gunste van de beroepsopleiding

(...) zie hoofdstuk 4801.

TITEL IV — Geldigheid

Artikel 9
 
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2015 en loopt ten einde op 31 december 2016. Ingeval van wetswijziging kan deze CAO op verzoek van de meest gerede partij tussentijds worden aangepast.

Artikel 10
 
Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Arbeid, Tewerkstelling en Sociaal Overleg en een aanvraag tot algemene verbindend verklaring bij koninklijk besluit zal worden gevraagd.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
26/06/2015
Registratienr
128165
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
31/12/2016
Neerleggingsdatum
30/06/2015
Registratiedatum
23/07/2015
Onderwerp
risicogroepen en beroepsopleiding
BS Bericht van neerlegging
03/08/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/01/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
04/02/2016
Keywords
OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), RISICOGROEPEN, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/01/2023 31/12/2024 1903 Risicogroepen
01/01/2021 31/12/2022 1903 Risicogroepen
01/01/2019 31/12/2020 1903 Risicogroepen
01/01/2017 31/12/2018 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2015 31/12/2016 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2014 31/12/2014 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2013 31/12/2013 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2011 31/12/2012 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2009 31/12/2010 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2007 31/12/2008 1903 4802 Risicogroepen