2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
113.00.00-00.00

Bijwerking: 07/08/2009
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2011

In het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf werd op 16 april 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen van de arbeiders op 58 jaar. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nr. 92237/CO/113. 

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO. Voor de algemene reglementering van het brugpensioen verwijzen wij u naar onze brochure.

CAO van 16 april 2009

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subomité voor de pannenbakkerijen.
Met "werknemers" worden : de werklieden en werksters bedoeld.

Artikel 2

In uitvoering van afdeling VI van hoofdstuk III van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999), en onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007) en van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992, wordt het principe van de toepassing van een stelsel van conventioneel brugpensioen toegestaan in deze sector voor het personeel dat voor deze formule opteert en de leeftijd van 58 jaar zal bereiken of bereikt heeft :
- tussen 1 januari 2009 en 31 december 2009 en die een beroepsverleden van 30 jaar voor de vrouwen en 35 jaar voor de mannen kunnen bewijzen,
- tussen 1 januari 2010 en 31 december 2011 en die een beroepsverleden van 33 jaar voor de vrouwen en 37 jaar voor de mannen kunnen bewijzen.

Artikel 3

De aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de bruggepensioneerde werknemer van 58 jaar is, individueel, en minste gelijk aan de vergoeding voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Het is een brutobedrag, vóór sociale en/of fiscale afhoudingen.
De persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het bruto referentieloon dat dient om het bedrag te bepalen van de aanvullende brugpensioenvergoeding worden in plaats van op 108 pct. op basis van 100 pct. van het loon berekend.

Artikel 4

Overstap van tijdskrediet of vermindering van de arbeidsprestaties (+ 50 jaar) op brugpensioen
a) De aanvullende brugpensioenvergoeding na een halftijds tijdskrediet en na een 4/5de loopbaanvermindering in het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt berekend op het voltijds loon dat van toepassing zou zijn op het tijdstip van de overstap op het brugpensioen indien de arbeider geen tijdskrediet of loopbaanvermindering had opgenomen.
b) De aanvullende brugpensioenvergoeding na een vermindering van de arbeidsprestaties vanaf de leeftijd van 50 jaar naar een halftijdse of 4/5 baan in het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt berekend op het voltijds loon dat van toepassing zou zijn op het tijdstip van de overstap op het brugpensioen indien de arbeider zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.

Artikel 5

Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de toepassingsmodaliteiten inzake de werkloosheidsuitkeringen, zoals is bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Artikel 6

De bruggepensioneerde zal vervangen worden volgens de wettelijke bepalingen.

Artikel 7

Het stelsel van brugpensioen is facultatief.
De werkgever verbindt er zich toe om te zijner tijd het brugpensioen voor te stellen aan de werknemer die er recht op heeft.

Artikel 8

Het vertrek met brugpensioen onder de hierboven omschreven voorwaarden impliceert voor de werknemer de verplichting om te werken tijdens zijn opzeggingstermijn.

Artikel 9

Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op de aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.
In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel).

Artikel 10

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2011.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
16/04/2009
Registratienr
92237
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
31/12/2011
Neerleggingsdatum
11/05/2009
Registratiedatum
28/05/2009
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar
BS Bericht van neerlegging
15/06/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
18/11/2009
Gepubliceerd in het B.St. van
27/01/2010
Keywords
BRUGPENSIOEN

Historiek
01/01/2013 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
01/01/2012 31/12/2012 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2009 31/12/2011 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2008 31/12/2009 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar