2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
113.00.00-00.00

Bijwerking: 16/10/2008
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2008

In het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf werd op 18 april 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen van de arbeiders op 56 jaar. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nr. 83.826/CO/113. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 1 oktober 2007.

Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 juli 2008 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 oktober 2008.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO. Voor de algemene reglementering van het brugpensioen verwijzen wij u naar onze brochure.

CAO van 18 april 2007

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen.

Art. 2.

In uitvoering van afdeling VI van hoofdstuk III van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid en houdende diverse bepalingen, en onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt het principe van de toepassing van een stelsel van conventioneel brugpensioen toegestaan in deze sector voor het personeel dat kiest voor deze formule en dat de leeftijd van 56 jaar bereikt tussen 1 januari 2007 en 31 december 2008.

Art. 3.

Het toepassingsgebeid van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad is uitgebreid tot de werklieden van 56 jaar en meer, ontslagen met het oog op conventioneel brugpensioen.
De ontslagen werknemer moet 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen aantonen en 20 jaar in een stelsel van nachtarbeid.

Art. 4.

Overgang van tijdskrediet of van vermindering van de arbeidsprestaties (+ 50 jaar) naar brugpensioen:

a) De aanvullende vergoeding brugpensioen wordt na halftijds tijdskrediet en 4/5 loopbaanvermindering in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, berekend op basis van het voltijds loon dat van toepassing zou geweest zijn op het ogenblik van de overgang naar het brugpensioen indien de arbeider geen tijdskrediet of loopbaanvermindering zou genomen hebben.

b) De aanvullende vergoeding brugpensioen wordt, na een vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de leeftijd van 50 jaar naar een halftijdse of een 4/5 tewerkstelling, berekend op basis van het voltijds loon dat van toepassing zou geweest zijn op het ogenblik van de overgang naar het brugpensioen indien de arbeider zijn arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben.

Art. 5.

De algemene maatregelen van toepassing in dit stelsel zijn deze bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

Art. 6.

De aanvullende vergoeding op de werkloosheidsuitkeringen bedraagt in ieder geval de maximale bedrijfstegemoetkoming; het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de toepassingsmodaliteiten inzake de werkloosheidsuitkeringen. Bovendien wordt het bedrag van de vergoeding jaarlijks door het Nationale Arbeidsraad herzien, op 1 januari, naargelang de algemene loonsevolutie.
Elke andere tegemoetkoming toegekend aan de bruggepensioneerden op grond van reglementaire, wettelijke of conventionele maatregelen, huidige of toekomstige, zal in vermindering komen van de werkgeverstussenkomst.
Het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van het bedrijf is onderworpen aan de voorwaarde dat zij recht hebben en genieten van wettelijke werkloosheidsuitkeringen. De uitbetaling van de aanvullende vergoeding eindigt bij het overlijden van de rechthebbenden.

De modaliteiten van de maandelijkse uitbetaling van de aanvullende vergoeding worden bepaald door de directie, in overleg met de betrokkene en de vakbondsafvaardiging.

De bruggepensioneerde is verplicht het bedrijf op de hoogte te houden van aile veranderingen inzake zijn statuut van bruggepensioneerde. Hij moet in het bijzonder :
- driemaandelijks het bewijs leveren dat hij werkloosheidsuitkeringen geniet;

- de maatschappij op de hoogte stellen van de herneming van beroepsbezigheid.

Art. 7.

Bij toepassing van de artikelen 4bis, 4 ter en 4 quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd de door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 tricies van 19 december 2006, wordt het recht behouden op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan diegene die hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.

De werknemers bedoeld in dit artikel behouden het recht op de aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.

In het geval bedoeld in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheid bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel).

Art. 8.

In uitvoering van de wettelijke bepalingen en de diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg wordt het voltijds brugpensioen toegekend aan de ontslagen werknemers van 56 jaar en meer op voorwaarde dat zij 33 jaar beroepsverleden hebben als loontrekkende, 20 jaar bewijzen in een stelsel met nachtprestaties.

Art. 9.

De vervangingsplicht van een voltijds bruggepensioneerde blijft behouden, behalve bij wettelijke en ministeriële uitzonderingen.

Art. 10.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten op nationaal niveau, en treedt in werking op 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008.

 

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
18/04/2007
Registratienr
83826
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
31/12/2008
Neerleggingsdatum
03/07/2007
Registratiedatum
11/07/2007
Onderwerp
brugpensioen op 56 jaar
BS Bericht van neerlegging
01/10/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/07/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
17/10/2008
Keywords
TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, BRUGPENSIOEN

Historiek
01/01/2019 30/06/2021 2103 SWT 59 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2017 31/12/2018 2103 SWT 58/59 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2015 31/12/2016 2103 SWT 58 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2013 31/12/2014 2103 SWT 56 jaar – 33 jaar nachtarbeid
01/01/2011 31/12/2012 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2009 31/12/2010 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2007 31/12/2008 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2005 31/12/2006 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar