01 Nationaal akkoord 2009 - 2010

Paritair (sub-)Comité nr.:
112.00.00-00.00

Bijwerking: 14/08/2009
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2010

Verschillende delen van deze CAO maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor:

  • de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening;
  • de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding;
  • de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie;
  • de werknemers van een gebonden werkgever.

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

NATIONAAL AKKOORD 2009-2010

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1 – Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

HOOFDSTUK II – Kader

Artikel 2 – Voorwerp

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage.

Artikel 3 – Uitvoering interprofessioneel akkoord

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008.

HOOFDSTUK III – Inkomenszekerheid

Artikel 4 – Koopkracht

Afdeling 1 – Indexering

Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 februari aangepast aan de reële index volgens de formule “sociale index” (= 4-maandelijks gemiddelde) januari van het kalenderjaar tegenover januari van het voorafgaande kalenderjaar.

Afdeling 2 – Sectoraal systeem ecocheques

In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98 betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, wordt een kader uitgewerkt van een sectoraal systeem ecocheques, rekening houdend met volgende principes:

  • Betaling aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider van 3 semestriële schijven van ecocheques, elk ter waarde van 125,00 EUR.
  • De betaling van deze ecocheques vindt plaats op volgende tijdstippen:

    • ten laatste op 31 december 2009 en behelst de referteperiode van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009;
    • ten laatste op 30 juni 2010 en behelst de referteperiode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010;
    • ten laatste op 31 december 2010 en behelst de referteperiode van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2010.
  • Een alternatieve besteding dan deze ecocheques op ondernemingsvlak is mogelijk op voorwaarde dat het bedrag van 3 x 125 EUR gegarandeerd wordt en mits een akkoord op ondernemingsvlak vóór 30 juni 2009, en dit via een collectieve arbeidsovereenkomst.
    Een kopie van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient ter informatie te worden overgemaakt aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, en dit vóór 30 september 2009.
    Indien er geen akkoord wordt gesloten op het vlak van de onderneming vóór 30 juni 2009, dient het sectoraal systeem van de ecocheques te worden toegepast.
    Bovendien dienen in deze ondernemingsenveloppe minstens dezelfde gelijkstellingen te worden voorzien die ook zijn opgenomen binnen het sectoraal systeem van ecocheques.
  • Er wordt een pro rata uitbetaald in volgende gevallen:

    • Arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van de semestriële schijven zoals hierboven vermeld, a rato van 1/25de per week, met een maximum van 25/25de. Voor de toepassing van deze alinea wordt met week bedoeld, elke week waarin minimum 1 dag wordt gewerkt of gelijkgesteld.
    • Deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider.
  • Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die opgenomen zijn in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.
    Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, de dagen bij tijdelijke werkloosheid en 30 dagen ziekte of (arbeids)ongeval bovenop de dagen gedekt door het gewaarborgd maandloon.
  • Uitzendkrachten, tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor het garagebedrijf, krijgen op de hierboven vermelde tijdstippen ecocheques uitbetaald ten laste van het uitzendkantoor dat hen tewerkstelt. Het bedrag van 125 EUR wordt aangepast in functie van het aantal tewerkgestelde dagen, en dit volgens het pro rata principe van in- en uitdiensttreders, zoals hierboven vermeld.

Opmerking

Rekening houdend met bovenvermelde principes dient een collectieve arbeidsovereenkomst inzake een sectoraal systeem ecocheques te worden uitgewerkt, met ingang van 1 juli 2009 voor onbepaalde duur.

Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur. De waarde van de koopkracht bedraagt 250 EUR per jaar (inclusief RSZ bijdragen voor werkgever en werknemer) vanaf 2011. Na de interprofessionele evaluatie van het netto voordeel in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 en eventuele beslissingen over de wijzigingen, dient een sectorale evaluatie te worden voorzien om de recurrentie van de premie van 250 EUR in te vullen vanaf 1 januari 2011.

Artikel 5 – Jongerenlonen

In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 wordt de bestaande leeftijdsdiscriminatie voor jongeren binnen de uurlonen weggewerkt. Hierdoor hebben arbeiders die jonger zijn dan 18 jaar ook recht op een loon aan 100 %.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake loonvorming van 8 juli 2003 en inzake uurlonen van 18 december 2007 zullen vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Artikel 6 – Carenzdag

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake de betaling van de carenzdagen van 21 juni 2007 wordt verlengd met ingang vanaf 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011.

Artikel 7 – Sociaal fonds

§1. Omwille van de moeilijke economische situatie in de sector, wordt het indexmechanisme zoals opgenomen in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake Statuten van het Sociaal fonds van 21 juni 2007, voor een duurtijd van 2 jaar opgeschort. Vanaf 2011 wordt dit indexmechanisme opnieuw van kracht.

§2. Vanaf 1 juli 2009 worden de aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid verhoogd tot 10,00 EUR per werkloosheidsvergoeding en tot 5,00 EUR per halve werkloosheidsvergoeding.

§3. Partijen engageren zich om binnen de schoot van het Sociaal fonds een onderzoek uit te voeren naar de financiële leefbaarheid van het Sociaal fonds. De resultaten van dit onderzoek dienen vóór 30 juni 2010 te worden besproken binnen de organen van het Sociaal fonds. Indien nodig dient binnen de organen van het Sociaal fonds een beslissing te worden genomen tegen uiterlijk 31 december 2010.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient bovendien op een aantal technische punten nog verder te worden verduidelijkt.

In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten Sociaal fonds dient de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de syndicale premie voor 2008 van 4 maart 2008 onder dezelfde voorwaarden te worden verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Artikel 8 – Vervoerkosten

§1. Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het openbaar vervoer, bedraagt de tussenkomst van de werkgever de volledige terugbetaling van de totale kost van het gebruikte openbaar vervoer.

§2. Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet, heeft hij recht op een dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 octies.

De verplaatsing met het eigen vervoer heeft betrekking op alle mogelijke eigen vervoermiddelen.

Er dient conform de collectieve arbeidsovereenkomst 19 octies, ook een volwaardige vergoeding te worden betaald voor de afstanden van minder dan 3 kilometer.

Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerkosten van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Artikel 9 – Stand-by regeling

Binnen de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vergoedingen bij stand-by regeling van 28 september 2006, dient artikel 9 als volgt te worden gewijzigd:

§1. Via een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak kan worden afgeweken van de artikels 4, 5, 7 en 8 van onderhavige overeenkomst.

§2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient ondertekend te worden door alle vakbondsorganisaties die vertegenwoordigd zijn binnen de onderneming, of bij ontstentenis van een vakbondsvertegenwoordiging, door de regionaal secretarissen van de vakbondsorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

§3. Bovendien dient deze collectieve arbeidsovereenkomst na ondertekening binnen de maand ter informatie te worden overgemaakt aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

§4. Bovenstaande regeling is geldig vanaf 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011, en zal door de sociale partners op niveau van het Paritair Comité voor het garagebedrijf worden geëvalueerd vóór 31 december 2010.

§5. Indien op ondernemingsvlak partijen er niet in slagen tot een collectieve arbeidsovereenkomst te komen, kan de meest gerede partij hiervoor beroep doen op het verzoeningsbureau op het niveau van het Paritair Comité.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2006 inzake vergoedingen bij stand-by regeling zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur, met uitzondering van artikel 9 dat geldig is van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011.

HOOFDSTUK IV – Vorming en opleiding

Artikel 10 – Algemene bepalingen

§1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord engageren de sociale partners zich binnen de schoot van Educam een onderzoek te voeren en na te gaan in hoeverre de ondernemingen er in slagen om voor 1,9% vorming te organiseren in de onderneming in uitvoering van het generatiepact. Dit onderzoek dient te gebeuren in een paritaire sectorale stuurgroep die in de schoot van Educam moet worden opgericht.

§2. Indien blijkt dat bijkomende vormingsinspanningen zich opdringen, dient deze stuurgroep deze te onderzoeken.

§3. Deze stuurgroep dient haar werkzaamheden ten laatste op 30 juni 2010 af te ronden.

Artikel 11 – OpleidingsCV

§1. Vanaf 1 januari 2010 houdt elke onderneming, in het belang van de permanente vorming en van de verworven beroepservaring voor de verdere loopbaan, van elke arbeider een “opleidingsCV” bij.

§2. Dit opleidingsCV is een inventaris van de uitgeoefende functies en gevolgde opleidingen tijdens zijn loopbaan in de betrokken onderneming en de opleidingenop eigen initiatief van de arbeider.

§3. Deze inventaris wordt gevalideerd door werkgever en arbeider in een gemeenschappelijk document, waarvan de arbeider bij uitdiensttreding een exemplaar dient te krijgen.

Opmerking

Sectoraal zal een suppletief en eenvoudig model vastgelegd worden in een collectieve arbeidsovereenkomst, te sluiten tegen 31 december 2009.

HOOFDSTUK V – Arbeidstijd en flexibiliteit

Artikel 12 – Tewerkstellingsbevorderende maatregel

De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.

Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.

Artikel 13 – Flexibiliteit

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake arbeidsorganisatie van 21 juni 2007 wordt van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011 verlengd.

HOOFDSTUK VI – Loopbaanplanning

Artikel 14 – Brugpensioen

§1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011.

Opmerking

In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen vanaf 58 jaar van 21 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011.

In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen na ontslag van 21 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011.

De bestaande brugpensioenregeling, die een brugpensioenleeftijd vastlegt op 56 jaar mits 33 jaar beroepsloopbaan en in functie van 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bedoeld in CAO 49 van de Nationale Arbeidsraad, wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen ploegenarbeid van 21 juni 2007 wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast.

§3. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen ploegenarbeid van 21 juni 2007 wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast.

§4. De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007 inzake halftijds brugpensioen wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast.

Opmerking

Het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010.

§5. Voor de duur van het akkoord 2009-2010 worden de aanbevelingen inzake brugpensioen – procedure, zoals voorzien in artikel 19, § 7. van het nationaal akkoord 2007-2008 verlengd:

Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan: ten laatste 2 maand voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden.

HOOFDSTUK VII – Inspraak en overleg

Artikel 15 – Werknemersvertegenwoordiging

Voor de duur van het akkoord 2009-2010 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging, voorzien in artikel 20 van het nationaal akkoord 2007-2008, verlengd.

Concreet betekent dit: in de ondernemingen, waar de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging niet moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn, pas worden ontslagen, nadat het Paritair Comité samengeroepen op initiatief van de Voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de Voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag. Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag.

Artikel 16 – Statuut van de vakbondsafvaardiging

De werkgeversorganisaties engageren zich ertoe tijdens de duurtijd van dit akkoord de werkgevers te informeren omtrent een mogelijke aanpassing van de procedure voor aanduiding van een vakbondsafvaardiging in ondernemingen met minder dan 50 arbeiders.

Tijdens de sectorale onderhandelingen 2011-2012 kan bovenstaande procedure worden aangepast.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafgevaardigden van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 worden aangepast aan de bevoegdheden van de vakbondsafgevaardigden conform de Europese richtlijn, en dit voor onbepaalde duur.

HOOFDSTUK VIII – Sectorale projecten 2009-2010

Artikel 17 – Paritaire sectorale stuurgroep

De sociale partners engageren zich tot de oprichting van een paritaire sectorale stuurgroep omtrent onderstaande thema’s:

  • Onderzoek naar de mogelijkheden om een sectorale hospitalisatieverzekering uit te werken.
  • Uitwerken van een aantal sectorale hulpmiddelen rond anti-stress en veiligheidsbeleid in de onderneming, ondermeer een campagne gevaarlijke producten. De aanbeveling omtrent antistress- en veiligheidsbeleid in de ondernemingen, zoals opgenomen in artikel 24 van het nationaal akkoord 2007-2008 kan hiervoor als basis dienen.
  • Realisatie van een onderzoek om de problematiek van stand-by in zijn geheel in kaart te brengen.

Artikel 18 – Gemengd Paritair Comité

De sociale partners engageren zich om in de looptijd van dit akkoord de nodige stappen te zetten naar een gemengd Paritair Comité.

Artikel 19 – Technische aanpassingen

§1. CAO Kort verzuim

  • In artikel 4 punt 2 (huwelijk van een familielid van de arbeider) slaat het begrip ‘wonend onder hetzelfde dak’ enkel op ‘gelijk welk ander familielid’.
  • In artikel 8 (vaderschapsverlof) dient te worden toegevoegd dat de eerste 3 dagen afwezigheid ook in halve dagen kunnen worden opgenomen.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur.

§2. CAO Statuten Sociaal fonds

  • Wanneer een oudere werkloze, die een aanvullende vergoeding ontvangt van het Fonds voor bestaanszekerheid, het werk hervat, dient deze aanvullende vergoeding te worden doorbetaald.
  • De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te worden betaald bij jeugdvakantie en seniorenvakantie.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur.

HOOFDSTUK IX – Sociale vrede en duurtijd akkoord

Artikel 20 – Sociale vrede

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.

Artikel 21 – Duur

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, tenzij anders bepaald.

De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de ondertekenende organisaties.

De artikels die van toepassing zijn op het sociaal fonds voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de ondertekenende organisaties.

BIJLAGE AAN HET NATIONAAL AKKOORD 2009-2010 - PREMIES VLAAMS GEWEST

De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse gewest namelijk:

  • zorgkrediet;
  • opleidingskrediet;
  • ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/05/2009
Registratienr
93288
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
11/06/2009
Registratiedatum
03/08/2009
Onderwerp
sectoraal akkoord 2009-2010
BS Bericht van neerlegging
14/08/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/04/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
18/06/2010
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, ECOCHEQUES, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, ARBEIDSDUURVERMINDERING, AANWERVING, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, BRUGPENSIOEN, SYNDICALE AFVAARDIGING, SYNDICALE PREMIE, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN, SOCIALE VREDE

Historiek
01/01/2023 31/12/2050 01 Nationaal akkoord 2023-2024
01/01/2021 31/12/2022 01 Nationaal akkoord 2021-2022
01/01/2019 31/12/2020 01 Nationaal akkoord 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 01 Nationaal akkoord 2017 - 2018
01/01/2015 31/12/2016 01 Nationaal akkoord 2015 - 2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Nationaal akkoord 2013 - 2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Nationaal akkoord 2011 - 2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Nationaal akkoord 2009 - 2010
01/01/2007 31/12/2008 01 Nationaal akkoord 2007 - 2008
01/01/2005 31/12/2006 01 Nationaal akkoord 2005 - 2006
01/01/2003 31/12/2004 01 Nationaal akkoord 2003 - 2004
01/01/2001 31/12/2002 01 Nationaal akkoord 2001 - 2002