480106 Individueel opleidingsrecht

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.01.01-00.00, 111.01.02-00.00, 111.01.03-00.00, 111.01.04-01.00, 111.01.04-02.00, 111.01.05-00.00, 111.02.02-00.00, 111.02.03-00.00, 111.02.04-01.00, 111.02.04-02.00, 111.02.05-00.00, 111.02.01-00.00

Bijwerking: 02/05/2024
Geldig vanaf: 01/09/2023

Individuele opleidingsrekening :

  • 24 uur per jaar in 2023 voor een voltijdse werknemer.
  • 32 uur per jaar vanaf 2024 voor een voltijdse werknemer.  
  • 36 uur per jaar vanaf 2025 voor een voltijdse werknemer. 
  • 40 uur per jaar vanaf 2026 voor een voltijdse werknemer. 

1. Algemeen principe

De wet van 3 oktober 2022 houdende diverse bepalingen inzake arbeid voert een individueel opleidingsrecht in voor elke werknemer.

Dit individueel opleidingsrecht vervangt de algemene verplichting voor werkgevers in de privésector om een gemiddelde opleidingsinspanning te leveren van 5 dagen per jaar per voltijds equivalent werknemer. 

Voor voltijdse werknemers bedraagt dit recht 4 dagen in 2023 en 5 dagen vanaf 2024Uitzonderingen worden voorzien voor bedrijven met minder dan 20 werknemers.

Het individueel opleidingsrecht kan ten uitvoer worden gelegd:

  • hetzij op sectorniveau via een bij koninklijk besluit verplicht gestelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (CAO); (Voor de periode 202-2024 moet deze CAO uiterlijk op 30 september 2023 worden neergelegd bij de griffie)
  • ofwel, bij gebrek aan een sectorale CAO, op het niveau van de onderneming.

De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst voorziet in:

  • een individueel opleidingsrecht dat voor een voltijds tewerkgestelde werknemer;
  • een groeipad dat vastlegt in welke mate het aantal opleidingsdagen wordt verhoogd om het individueel opleidingsrecht van minimum 5 dagen per jaar vanaf 1 januari 2024 te realiseren;
  • een kader voor de praktische tenuitvoerlegging van het individueel opleidingsrecht en voor de verwezenlijking van het groeipad;
  • de opleidingen die in aanmerking worden genomen om het aantal individuele opleidingsdagen te bepalen waarbij minstens begrepen zijn: de formele en informele opleidingen en de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid van toepassing op werknemers bij de uitvoering van hun werk.

Deze cao kan het aantal dagen en groeipad wijzigen, hoger of lager, zonder het aantal opleidingsdagen te kunnen verminderen tot minder dan 2 dagen.

In uw sector is een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het individueel opleidingsrecht gesloten.

2. PC 111

In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 18 september 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het individueel opleidingsrecht in het kader van levenslang leren (nr. 182839/CO/111).

2.1. Individuele opleidingsrekening

Elke voltijds tewerkgestelde arbeider beschikt over een individueel opleidingsrecht van: 

  • 24 uur per jaar in 2023 ;
  • 32 uur per jaar in 2024 ;
  • 36 uur per jaar in 2025 ; 
  • 40 uur per jaar in 2026. 

De niet voltijds tewerkgestelde arbeider en/of de arbeider die niet wordt tewerkgesteld gedurende het ganse kalenderjaar beschikt over een aantal uren in verhouding tot het arbeidsregime van de arbeider en/of het aantal maanden waarin de arbeider werd tewerkgesteld in de onderneming.

2.2. Uitvoering en  mogelijke opleidingstypes 

De opleidingen die in aanmerking komen voor de opname van het individueel opleidingsrecht, zijn:

  • formele opleiding ;
  • informele opleiding ;
  • opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid.

De opleidingen, zowel formeel als informeel moeten verband houden met de uitoefening van de beroepsactiviteit.

De individuele opleidingsnoden dienen minimaal jaarlijks onderwerp uit te maken van een gesprek tussen de arbeider en de werkgever en laat toe om rekening te houden met de toekomstige evoluties van de functies ( te bepalen door werkgever en werknemer).

Zowel het verwerven van competenties vereist voor de uitoefening van de huidige rol alsook andere toekomstgerichte competenties voor de huidige of voor een nieuwe rol, maken onderdeel uit van het opleidingsgesprek.

Elke arbeider heeft met het oog op het verwerven van deze competenties het recht om jaarlijks minimaal het aantal uren opleiding voorzien in punt 2.1. 

Niet-opgenomen opleidingsuren worden op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar. Op het einde van een periode van vijf jaar, wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet.

De genoten opleidingen worden opgenomen en bijgehouden in het opleidings-cv, mits toepassing van het "only-once" principe.

Initiatief
Zowel de werkgever als de arbeider moeten initiatief nemen om een specifieke opleiding te (laten) volgen. Een weigering om een opleiding te (laten) volgen dient steeds gemotiveerd te worden, zowel door de werkgever als door de arbeider.

Algemene opvolging
De werkgever bespreekt de algemene opvolging van het individueel opleidingsrecht in de ondernemingsraad naar aanleiding van de jaarlijkse rapportering over het opleidingsplan.

In ondernemingen zonder ondernemingsraad maar enkel met een comité voor preventie en bescherming op het werk, bespreekt de werkgever deze opvolging in de vakbondsafvaardiging voor arbeiders.

In ondernemingen zonder ondernemingsraad en zonder vakbondsafvaardiging maar met een comité voor preventie en bescherming op het werk, bespreekt de werkgever deze opvolging in het comité voor preventie en bescherming op het werk.

Waarborg tot opleiding
Indien een arbeider gedurende 3 jaar geen enkele opleiding genoten heeft in het kader van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst, dan kan deze arbeider zelf initiatief nemen om een opleiding te volgen en in te plannen.

De arbeider die tijdens deze periode zonder rechtvaardiging geweigerd heeft deel te nemen aan een geplande opleiding, verliest dit recht. De opleidingen die in aanmerking komen zijn deze die voorkomen in het aanbod van de sectorale opleidingsfondsen.

De opleidingsfondsen voorzien hiervoor in een aanvraagprocedure dewelke opgestart kan worden door de werknemer en met informatieverstrekking aan de betrokken onderneming.

De kosten van deze opleiding, de verplaatsingskosten en de arbeidstijd vallen volledig ten laste van de onderneming.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
18/09/2023
Registratienr
182839
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
21/09/2023
Registratiedatum
06/10/2023
Onderwerp
Individueel opleidingsrecht in het kader van levenslang leren
BS Bericht van neerlegging
23/10/2023
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
04/02/2024
Gepubliceerd in het B.St. van
23/02/2024
Keywords
OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), SYNDICALE AFVAARDIGING, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), SYNDICALE AFVAARDIGING, SYNDICALE AFVAARDIGING
Tekst aangepast op
08/10/2023

Historiek
01/09/2023 31/12/2050 480106 Individueel opleidingsrecht
01/01/2022 31/08/2023 480106 Individueel opleidingsrecht
01/01/2020 31/12/2021 480106 Individueel opleidingsrecht