23 Syndicale afvaardiging

In het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf werd op 7 mei 1976 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (K.B. van 10 januari 1977, B.S. van 28 januari 1977).

Zij werd gewijzigd door:

• de CAO  van 1 oktober 1979 (K.B. van 28 december 1979, B.S. van 21 maart 1980);
• de CAO van 22 februari 1989 (K.B. van 12 september 1989, B.S. van 12 oktober 1989);
• de CAO van 19 april 1991 (K.B. van 28 november 1991, B.S. van 4 februari 1992).

Het artikel 7, punt c) werd aangevuld door een cao van 26 mei 2003 (nr. 70717/CO/109). Deze bepaling werd behouden door:

• de CAO van 9 december 2010 (nr. 102888/CO/109);
• de CAO van 19 mei 2011 (nr. 104444/CO/109);
• de CAO van 30 april 2013 (nr. 115281/CO/109);
• de CAO van 4 maart 2014 (nr.121182/CO/109);
• de CAO van 30 september 2014 (nr.124300/CO/109).

1. Oprichting

In elke onderneming van het kleding- en confectiebedrijf waar gewoonlijk gemiddeld ten minste 30 werklieden of werksters tewerkgesteld zijn, kan een syndicale afvaardiging worden opgericht, welke door de werkgever als de vertegenwoordiging van de gesyndiceerde werklieden en werksters van zijn onderneming wordt aangezien.

Om na te gaan in hoever 30 werklieden of werksters tewerkgesteld zijn, wordt een identieke berekeningswijze toegepast als deze, voorzien door de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen.

De huisarbeiders en de huisarbeidsters komen eveneens in aanmerking om na te gaan in hoever 30 werklieden of werksters tewerkgesteld zijn, volgens dezelfde berekeningswijze als deze, voorzien door de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen.

Behalve wanneer zij arbeiders vervangen waarvan de arbeidsovereenkomst in haar uitvoering is geschorst, komen uitzendarbeiders in aanmerking voor de bepaling van de drempel van 30 arbeiders.

Hiertoe wordt het gemiddeld aantal uitzendarbeiders berekend door het totaal aantal kalenderdagen waarop de uitzendarbeiders gedurende de voorafgaande periode van vier kwartalen in de onderneming gewerkt hebben, te delen door 365.

2. Samenstelling

Voor de vaststelling van de personeelssterkte van de onderneming wordt het gemiddelde aantal werklieden en werksters in aanmerking genomen dat er tewerkgesteld is gedurende de vier kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal tijdens dewelke de instelling van een syndicale afvaardiging werd aangevraagd.

3. Bescherming

De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat. De werkgever die voornemens is een syndicaal afgevaardigde om gelijk welke reden af te danken moet een bepaalde procedure naleven (zie tekst cao).

4. Tekst van CAO van 7 mei 1976

HOOFDSTUK 1 - Algemene beginselen en toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in toepassing van punt 4 van de besluiten van de Sociale en Economische conferentie van 16 maart 1970 en artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad aangevuld met deze van 30 juni 1971, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen, verbindt de volgende werkgevers- en werknemersorganisaties :

• De Nationale Federatie der kleding- en confectienijverheid ;
• De Centrale der kleding en aanverwante vakken van België ;
• De Christelijke Centrale der textiel- en kledingbewerkers van België ;
• De Algemene Centrale der liberale vakbonden van België.

Rekening houdend met de bekommernis het aantal beschermde personeelsleden binnen redelijke perken te houden, duiden de syndicale organisaties hun afgevaardigden bij voorkeur en zoveel mogelijk aan onder de personeelsleden die reeds een wettelijke bescherming tegen afdanking genieten in het raam van de wet van 20 september 1948, houdende organisatie van het bedrijfsleven of van de wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de veiligheid van de werknemers.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen van het kleding- en confectiebedrijf, ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

HOOFDSTUK 2 - Ondernemingen waar een syndicale afvaardiging kan opgericht worden

Artikel 3

§1 In elke onderneming van het kleding- en confectiebedrijf waar gewoonlijk gemiddeld ten minste 30 werklieden of werksters tewerkgesteld zijn, kan een syndicale afvaardiging worden opgericht, welke door de werkgever als de vertegenwoordiging van de gesyndiceerde werklieden en werksters van zijn onderneming wordt aangezien.

Om na te gaan in hoever 30 werklieden of werksters tewerkgesteld zijn, wordt een identieke berekeningswijze toegepast als deze, voorzien door de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen.

De huisarbeiders en de huisarbeidsters komen eveneens in aanmerking om na te gaan in hoever 30 werklieden of werksters tewerkgesteld zijn, volgens dezelfde berekeningswijze als deze, voorzien door de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen.

§2 Behalve wanneer zij arbeiders vervangen waarvan de arbeidsovereenkomst in haar uitvoering is geschorst, komen uitzendarbeiders in aanmerking voor de bepaling van de drempel van 30 arbeiders.

Hiertoe wordt het gemiddeld aantal uitzendarbeiders berekend door het totaal aantal kalenderdagen waarop de uitzendarbeiders gedurende de voorafgaande periode van vier kwartalen in de onderneming gewerkt hebben, te delen door 365.

§3 Met onderneming wordt bedoeld de technische bedrijfseenheid bepaald in artikel 14 van de wet inzake de organisatie van het bedrijfsleven van 20 september 1984.

HOOFDSTUK 3 - Samenstelling van de syndicale afvaardiging

Artikel 4

a)    Het aantal syndicale afgevaardigden is gelijk aan :

• 2 wanneer 30 tot 49 werklieden of werksters in de onderneming tewerkgesteld zijn ;

• 4 wanneer 50 tot 100 werklieden of werksters in de onderneming zijn tewerkgesteld ;

• 6 wanneer 101 tot 500 werklieden of werksters in de onderneming zijn tewerkgesteld ;

• 8 wanneer 501 tot 1.000 werklieden of werksters in de onderneming zijn tewerkgesteld ;

• + 1 per bijkomende schijf van 500 werklieden of werksters, in de onderneming tewerkgesteld.

Voor de berekening van het aantal in de onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters komen de werklieden en werksters onder proefcontract niet in aanmerking.

b) De in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf vertegenwoordigde werknemersorganisaties stellen zich onderling akkoord en doen eventueel een beroep op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot toekenning aan elke werknemersorganisatie van het aantal leden van de syndicale afvaardiging, in verhouding tot het respectief aantal mandaten behaald bij de laatste sociale verkiezingen voor de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen, of tot hun respectievelijk ledental in de ondernemingen.

c) In de drie maanden die volgen op de sociale verkiezingen in de kledingnijverheid wordt nagegaan of het aantal leden van de syndicale afvaardiging nog in verhouding staat tot het aantal werklieden en werksters die in de onderneming zijn tewerkgesteld. Zo deze verhouding niet meer overeenstemt met de cijfers voorkomend in littera a, van dit artikel, wordt tot een aanpassing, in de zin van een vermindering of van een vermeerdering van het aantal leden van de syndicale afvaardiging overgegaan, waarbij de modaliteiten van littera b, van dit artikel in acht worden genomen.

Voor de vaststelling van de personeelssterkte van de onderneming wordt het gemiddelde aantal werklieden en werksters in aanmerking genomen dat er tewerkgesteld is gedurende de vier kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal tijdens dewelke de instelling van een syndicale afvaardiging werd aangevraagd.

HOOFDSTUK 4 - Te vervullen voorwaarden om als syndicale afgevaardigde te worden aangeduid

Artikel 5

Om als syndicale afgevaardigde te worden aangeduid, moet aan volgende voorwaarden worden voldaan op de datum van het aangetekend schrijven van de aanvraag bedoeld in artikel 6 :

a)    ten minste 18 jaar oud zijn ;

b)    de burgerlijke rechten genieten ;

c)    sedert ten minste 12 maanden in de onderneming tewerkgesteld zijn of ingeval zij minder dan 12 maanden bestaat, sedert de oprichting van de onderneming.

HOOFDSTUK 5 - Aanduiding van de syndicale afgevaardigde.

Artikel 6

§1 De syndicale afgevaardigden worden aangeduid door de werknemersorganisatie waarbij zij zijn aangesloten.

§2 De namen van de syndicale afgevaardigden worden door de werknemersorganisatie bij een ter post aangetekend schrijven aan het ondernemingshoofd medegedeeld. Een afschrift van dit schrijven wordt door de werknemersorganisatie aan de Nationale Federatie der kleding- en confectienijverheid gezonden.

§3 Binnen de vijftien dagen en bij een ter post aangetekende brief bevestigt de werkgever aan de werknemersorganisatie de ontvangst van het in §2 van dit artikel bedoelde schrijven alsmede de datum van die ontvangst.

Indien de werkgever deze formaliteit niet nakomt binnen de gestelde termijn, wordt beschouwd dat hij akkoord gaat met de aanduiding van de syndicale afgevaardigden.

§4 Elk geschil betreffende de aanduiding van de syndicale afgevaardigden of het al dan niet vervullen van de voorwaarden gesteld in artikel 5, wordt binnen de 30 dagen na de ontvangst van het in §2 vermelde schrijven door de meest gerede partij voorgelegd aan het vast verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

HOOFDSTUK 6 - Duur en einde van het mandaat van de syndicale afgevaardigde

Artikel 7

a)    De syndicale afgevaardigden worden aangeduid voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat loopt stilzwijgend verder zolang het geen einde heeft genomen, ingevolge één van de in littera b, van dit artikel voorziene bepalingen.

b)    Het mandaat van de syndicale afgevaardigde neemt een einde :

1. door de beslissing van de werknemersorganisatie die de afgevaardigde heeft aangeduid ;

2. door de ontslagname van belanghebbende als syndicale afgevaardigde ;

3. wanneer de afgevaardigde ophoudt lid te zijn van het personeel der onderneming.

c) Wanneer het aantal arbeid(st)ers die in de onderneming tewerkgesteld zijn onder de 30 daalt zullen de mandaten van de syndicale afvaardiging behouden blijven tot de uiterste datum die voorzien is voor de volgende sociale verkiezingen. In elk geval zullen dan de mandaten slechts een einde nemen zes maanden nadat het aantal tewerkgestelde arbeid(st)ers lager is geworden dan 30.

HOOFDSTUK 7 - Vervanging van de syndicale afgevaardigde

Artikel 8

Wanneer een plaats van syndicale afgevaardigde in de onderneming vacant komt door één der oorzaken voorzien in artikel 7, litt. b, 1, 2 of 3, wordt een nieuwe syndicale afgevaardigde aangeduid door de werknemersorganisatie die de te vervangen syndicale afgevaardigde had aangeduid.

De betrokken werknemersorganisatie stelt, bij aangetekend schrijven, de werkgever in kennis van deze nieuwe aanduiding.

Binnen de vijftien dagen bevestigt het ondernemingshoofd de ontvangst van voormeld schrijven.

HOOFDSTUK 8 - Procedure inzake het behandelen van klachten in de onderneming

Artikel 9

a)  Elke individuele klacht wordt langs de gewone hiërarchische weg op normale wijze door de belanghebbende werkman of werkster ingediend. Deze kan zich op zijn of haar verzoek laten bijstaan door een syndicale afgevaardigde.

Elke collectieve klacht wordt door de syndicale afgevaardigde langs gewone hiërarchische weg ingediend.

b) Indien de werkman of werkster geen beroep doet op zijn of haar syndicale afgevaardigde bij het indien van de klant en er binnen en redelijke termijn geen voldoende gevolg wordt gegeven aan de klacht, kan de werkman of werkster nog altijd een beroep doen op de syndicale afvaardiging.

c) Bij gebrek aan overeenstemming binnen een redelijke termijn tussen werkgever en de syndicale afvaardiging, wordt een beroep gedaan op de secretarissen van de werknemersorganisaties en van de werkgeversorganisatie om de bespreking van de aanhangig gemaakte vraagstukken voort te zetten.

d) Wanneer binnen een redelijke termijn, geen regeling kan getroffen worden in uitvoering van de in lit. b, en c, van dit artikel voorziene procedure, kunnen de werknemersorganisaties en de werkgeversorganisatie de zaak aan het Paritair Comité of aan het vast verzoeningsbureau voorleggen.

HOOFDSTUK 9 - Procedure inzake de werking van de syndicale afvaardiging

Artikel 10

a)  De syndicale afvaardiging wordt door de werkgever of door zijn vertegenwoordigers ontvangen, zo dikwijls als zij er om verzoekt, mits tijdige verwittiging en onder opgave van gegronde redenen.

b)  De syndicale afvaardiging wordt door de werkgever ontboden zo dikwijls als hij er om verzoekt, mits tijdige verwittiging en onder opgave van gegronde redenen.

De werknemersorganisaties komen overeen met de werkgever en zijn vertegenwoordigers wanneer en hoe de syndicale afvaardiging ingelicht wordt omtrent de bedoeling van de werkgevers wijzigingen te brengen aan de arbeids- en beloningsvoorwaarden.

c)  Indien de besprekingen tussen werkgever en syndicale afvaardiging gehouden worden buiten de normale arbeidstijd, worden deze prestaties als normale arbeidsprestaties vergoed.

d)  Zonder afbreuk te doen aan de goede werkorganisatie, beschikt de syndicale afvaardiging tijdens de werkuren over de nodige tijd, om zonder loonverlies haar taak te vervullen. Naargelang de aard van de opdracht en de belangrijkheid van het tussenbeide komen, komen de directie van de onderneming en de syndicale afvaardiging overeen welke de nodige tijd is om de taak naar behoren uit te voeren, hetzij collectief door de afgevaardiging, hetzij individueel door één of meerdere leden van de afvaardiging. Te dien einde wordt tijdig de vraag gericht tot de werkgever opdat deze de nodige schikkingen kan treffen om de goede gang van de onderneming te verzekeren.

Bovendien, indien de afvaardiging wenst overleg te plegen, vraagt zij de werkgever haar een geschikte plaats aan te wijzen opdat dit overleg vrij en ongestoord kan plaatshebben.

Bij betwisting tussen de werkgever en de betrokken afgevaardigde over het toestaan van de nodige vrije tijd of het ogenblik waarop die tijd genomen wordt, wordt een beroep gedaan op de bemiddeling van de secretarissen van de werknemersorganisaties en de afgevaardigde van de Nationale Federatie der Kleding- en Confectienijverheid.

Ingeval geen vergelijk kan gevonden worden treft het verzoeningsbureau een beslissing waarbij de waarborg van een minimum aan vrije tijd wordt verleend, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het voorgelegde geval.

e)  In de ondernemingen die op het nationaal grondgebied twee of meer uitbatingszetels hebben, schept de werkgever de mogelijkheid om, wanneer de omstandigheden het vereisen en zonder loonverlies, een gemeenschappelijke bijeenkomst te houden van de syndicale afvaardigingen der onderscheiden uitbatingszetels, met het oog op de bespreking van problemen van gemeen belang. Ten dien einde richt de syndicale afvaardiging of de werknemersorganisatie een aanvraag tot de werkgever mits opgave van een gegronde reden. De werkgever dient de gemeenschappelijke bijeenkomst mogelijk te maken binnen de korst mogelijke termijn en ten laatste binnen de maand na het indienen van de aanvraag.

f)  Onverminderd de littera's a) tot e) van dit artikel dient voldoende aandacht besteed te worden aan een constructieve en regelmatige dialoog in die ondernemingen waar geen ondernemingsraad noch een comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen bestaat en waar derhalve overeenkomstig artikel 12 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst de syndicale afvaardiging de taken, rechten en opdrachten van de ondernemingsraad uitoefent die aan deze raad worden toegekend bij de artikelen 4, 5, 6, 7 en 11 van het koninklijk besluit van 12 september 1972 (Belgisch Staatsblad van 25 november 1972) waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden.

HOOFDSTUK 10 - Actiedomein van de syndicale afvaardiging

Artikel 11

Het optreden van de syndicale afvaardiging heeft betrekking op volgende punten :

1.  de arbeidsverhoudingen ;

2.  de naleving van de algemene beginselen, bepaald in de artikelen 2 tot 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen en van de grondbeginselen in dit statuut vastgelegd ;

3.  de eerbiediging van het arbeidsreglement en van de arbeidsvoorwaarden ;

4.  de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten en van de individuele arbeidsovereenkomsten.

Artikel 12

Bij ontstentenis van een ondernemingsraad oefent de syndicale afvaardiging de taken, rechten en opdrachten uit die aan deze raad worden toegekend bij de artikelen 4, 5, 6, 7 en 11 van het koninklijk besluit van 12 september 1972 ("Belgisch Staatsblad" van 25 november 1972) waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden.

Artikel 13

De syndicale afvaardiging kan mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel, zonder dat zulks de organisatie van het werk mag storen. Deze mededelingen hebben betrekking op de collectieve arbeidsverhoudingen en vereisen de goedkeuring van de werknemersorganisaties.

Wanneer de afvaardiging gebruik maakt van dit recht, licht zij vooraf de werkgever er van in.

Bovendien, telkens als daartoe een grondige reden bestaat, en met instemming van de werkgever of van zijn vertegenwoordigers, kan in een daartoe aangewezen lokaal van de onderneming, in het bijzijn van de secretaris van de werknemersorganisatie, door de syndicale afvaardiging een voorlichtingsvergaderng worden gehouden voor het personeel of een gedeelte ervan waarvoor de informatie bestemd is. De werkgever kan hiertoe niet willekeurig zijn instemming weigeren.

Wanneer het mogelijk is, wordt deze vergadering - gedeeltelijk of geheel - tijdens de rusttijden gehouden.

De afgevaardigden van de bij het Paritair Comité vertegenwoordigde organisaties hebben steeds de mogelijkheid aan alle besprekingen in de onderneming deel te nemen.

HOOFDSTUK 11 - Arbeidsvoorwaarden van de syndicale afvaardiging

Artikel 14

a)  De werkgever behandelt de leden van de syndicale afvaardiging in elk opzicht en in alle omstandigheden op gelijke voet als de andere werklieden en werksters behorende tot dezelfde beroepencategorie in de onderneming.

Overeenkomstig de bepalingen van voorgaand lid worden - in geval van werkloosheid in de onderneming - de leden van de syndicale afvaardiging of gelijke voet behandeld als de andere werklieden en werksters behorende tot dezelfde beroepencategorie in de onderneming en zulks zowel wat de duur van de werkloosheid betreft, als wat de beurtwisseling aangaat die hen wordt opgelegd.

b)  De werknemersorganisaties stellen tevens geen eisen aan de ondernemingen welke ertoe zouden strekken leden van de syndicale afvaardiging te bevoordeligen ten overstaan van de andere werklieden en werksters behorende tot dezelfde beroepencategorie in de onderneming.

HOOFDSTUK 12 - Bescherming van de syndicale afgevaardigden

Artikel 15

Vanaf het ogenblik waarop, overeenkomstig artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst de werkgever omtrent de aanduiding van de syndicale afgevaardigden op de hoogte wordt gebracht, tot het verstrijken van de periode van zes maanden volgend op het einde van het mandaat, mogen de leden van de syndicale afvaardiging niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat.

De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde, om gelijk welke reden, met uitzondering van de dringende reden, af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de werknemersorganisatie die deze afgevaardigde heeft aangeduid.

Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van de verzending.

De betrokken werknemersorganisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om aan de betrokken werkgever mede te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden.

Deze mededeling gebeurt bij aangetekend schrijven. De periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

Het uitblijven van reactie van de werknemersorganisatie wordt beschouwd als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.

Indien de werknemersorganisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het vast verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor te leggen ; de maatregel tot afdanking mag niet worden uitgevoerd gedurende deze procedure.

Indien dit verzoeningsbureau tot geen éénparige beslissing kan komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenbeide komen, kan het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd.

Artikel 16

In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens dringende reden, moet de syndicale afvaardiging hiervan onmiddellijk en uiterlijk binnen de drie dagen van het ontslag op de hoogte worden gebracht. Bovendien zendt de werkgever, binnen drie dagen na het ontslag, aan de werknemersorganisatie die deze syndicale afgevaardigde heeft aangeduid, aangetekend een afschrift van het schrijven bedoeld bij het laatste lid van artikel 20 van de wet op de arbeidsovereenkomst.

Artikel 17

Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen :

1. indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt, zonder de in voornoemd artikel 15 bepaalde procedure na te leven ;

2. indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de reden van afdanking, rekening houdend met de bepalingen van artikel 15, door het vast verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend ;

3. indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard.

4. indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst.

De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de bruto bezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 22 en 24 van de wet van 10 maart 1900 op de arbeidsovereenkomst. Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt, bepaald in artikel 21, §7 van de wet van 20 september 1948, houdende organisatie van het bedrijfsleven, en in artikel 1bis, §7, van de wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de veiligheid van de werknemers.

HOOFDSTUK 13 - Regeling der geschillen

Artikel 18

Elk geschil betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan voorgelegd worden aan het vast verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

HOOFDSTUK 14 - Geldigheid en opzegging van de overeenkomst

Artikel 19

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 juni 1976 en kan met een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekende brief aan de voorzitter en aan de bij het Paritair Comité vertegenwoordigde organisaties, door één der partijen worden opgezegd.

Tijdens haar geldigheid kan, noch op het vlak van de bedrijfstak, noch op het vlak van de onderneming, geen enkele eis gesteld worden tot wijziging of aanvulling van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK 15 - Slotbepalingen

Artikel 20

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf 1 juni 1976 de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1973 gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 augustus 1973.